Eergisteren liep ik zo fijn te wandelen dat ik dacht: kom ik neem de langere route: niet naar station Rheden, maar naar station Velp. Net nog wat meer Posbank en bos. Maar ik had me aardig vergist, dat het al zo snel en vroeg donker wordt. Op een holletje terug kan natuurlijk niet meer. Dus iets flinker doorstappen in plaats al mijmerend lopen, zoals ik in het algemeen doe. Het schemerde al, en toen maakte ik ook nog eens een schuiver op een schuin bospad vol nat blad.
Net op tijd was ik wel al bijna de bossen uit en zag daar een stel lopen met tussen hen in een baby die waarschijnlijk net zo de eerste pasjes doet. Ik vroeg hen hoe ik bij station Velp kon komen. De man nam het woord en deed gedetailleerd uitleg, met straatnamen en al. 'Jullie komen zeker hier vandaan?"vroeg ik. Nee dus, ze kwamen uit Maastricht Maar hij was hier wel opgegroeid. ze waren op vakantie en op bezoek bij zijn ouders.
Ik vervolgde mijn weg, maar werd door hen terug geroepen. Of ze me misschien een lift konden geven naar het station? Nu, dat sloeg ik niet af. Dus zat ik ineens in een sjieke auto, die nog spiksplinter nieuw rook.(Ach, wat mooi, zo'n jong beginnend gezin) Al rijdend merkte ik dat het toch nog verder was dan ik had gedacht en ik zei dat en daarbij dat ik pas mijn enkel had verzwikt en over een bospad een uitglijder had gemaakt en dat deze lift dus wel heel erg fijn was! 'Nou, dan had het zo moeten zijn", zei zij, op de achterbank.
Dat is zo'n opmerking die je wel vaker hoort: Het had zo moeten zijn. Wat zeg je daar nou eigenlijk mee? Meestal is het iets in de positieve zin: het lot heeft iets geregeld, je had het zelf niet in de hand: Het had zo moeten zijn, dit is goed zo, hier zijn we blij mee.
Welbeschouwd, alles bij elkaar, regelt 'Het Lot' ongeveer alles. De mensen die je ontmoet, waarmee je optrekt, van wie je wellicht gaat houden of met wie je het niet kan vinden en die toch dagelijks in je omgeving zijn: Je verzint ze niet zelf, je hebt er geen eentje van gemaakt, al die konkrete leefomstandigheden, ze zijn er zomaar.
Misschien is dit het mooiste: als je bij dit alles niet zegt:hier ben ik mee opgescheept, dit overkomt mij weer, maar: Het had zo moeten zijn. Vanaf de eerste stapjes die je doet, tot je laatste ademtocht. Makkelijk is dat niet altijd.