Psalm 81, waar voor ik een meditatie schreef, opende een nieuwe beleving. De psalm begint met een en al muziek. De psalmist zegt eigenlijk: God maakt de muziek. Hier geen gedoe of de vraag of geloof in God tot geweld en onderdrukking en terreur leidt, dus dat Godsgeloof maar beter kan worden afgeschaft, zoals de teneur is van het Westen. Nee: God is daar, waar de muziek is, waar je muziek maakt, bij nieuwe maan en bij volle maan: het kan dus altijd feest zijn.
Dat beeld van de maan die in feite altijd aan de hemel is en aan de nachtelijke hemel beweegt en telkens een andere verschijningsvorm heeft, van onzichtbaar,naar nieuw, een sikkel, naar half tot een volle maan: zo kun je ervaren dat God, dat is de ervaring van muziek en later in de psalm van degene die je mond vult met tarwe en honing,een ervaring van zoetheid en overvloed, dus, dat beeld van God als de maan, altijd aanwezig in het donker en duister, is voor mij nieuw.
Het mooie ervan is, vind ik, dat de nacht en het duister daardoor geen vreemd element wordt,maar dat het evenzeer aanwezig is, daar waar ook iets van het schijnsel van de maan is,of alleen maar vermoed wordt. Dus gisterenavond deed ik mijn dikste vest aan, plus een bodywarmer, en ging op mijn ligbank in de hoek van de tuin op zoek naar de maan.
Eerst zag ik die niet. De lucht zat dicht en was grijs. Toen begon er een lichtgele vlek te ontstaan en al snel zag ik daar de halve maan en werd het een spektakel-achtig schouwspel: de lucht werd helder diep zwart-donkerblauw, witte wolken joegen voort zodat het bij de maan soms lichter werden, er zat ook grijs in die wolken en daar verdween de maan weer achter. Ondertussen verschenen er ook her en der sterren en alles was de ene keer heel goed te zien, dan weer niet:wat een veranderingen van minuut op minuut in die grootse ruimte boven me!
Het gaf me energie en het voelde aan als een poort naar vrijheid: altijd en altijd zal die maan daar zijn, elke nacht met steeds weer een veranderend schouwspel. Ik kan dat elke nacht zien en tot me door laten dringen en ervan genieten en ervaren dat ik eenzelfde soort steeds veranderend wezen ben in een steeds veranderende wereld overdag.
Dat je voor zo'n feestelijke ervaring niet hoeft te reizen, alleen maar buiten hoeft te zijn in de nacht, met nu wat koude op je huid en de warmte van je uitademing: ik kan het iedereen aanraden,waar je ook bent: ga elke nacht even buiten staan en denk eraan dat het licht in je, of God, of hoe je het ook wilt noemen, altijd aanwezig is en je met zoetheid en muziek kan vullen, ook al zie je het niet meteen.