zondag 21 augustus 2016

Vanaf bed

Dit is wel weer grappig: om voor het eerst in al die jaren thuis een blogje te kunnen schrijven en wel liggend in bed, onder het dekbed. Alles is In de bieb of op mijn werk geschreven, overal tussendoor, altijd wel prikkelend, je eigen stream of conciousness die doorgaat, ook al doe je er dingen tussendoor. En de laatste tijd blog ik ook weleens op straat of in een museum, als er wifi is. Maar nog nooit thuis.

Mensen hebben op vakantie de elektrische stroom nodig om hun mobieltjes, iPads en wat al niet meer op te laden en gedragen zich als vampieren, dacht ik, op de camping in Venetiƫ. Dat is in een paar jaar tijd heel erg veranderd. Ik heb nog meegemaakt dat je aanklopte bij het receptiegebouwtje dat provisorisch met allerlei verlengsnoeren de mensen de gelegenheid gaf hun mobieltjes op te laden. Het jaar daarop hadden ze een kast gemaakt bij de koelkast en nu hangen daar mensen met Power Banks en al, urenlang online te wezen.

Ik heb daar geen enkele behoefte aan en koester de beleving dat er soms helemaal niks is: alleen jezelf in dat ene Hier en nu. Al vond ik het ook wel kicken om ineens met Zusje te facetimen, zij vanaf het Comomeer, ik op een bankje op het Lido. Al ging de conversatie niet verder dan: ja ik zie je! En: hoe moet ik mijn mobiel nou houden, waar moet ik naar kijken, ik hoor je niet! Nichtje L. had met al haar vrienden dagelijks contact en berichtte waar die zich door Europa bewogen. R. is nu maar 17 kilometer van ons vandaan, kunnen we niet even op bezoek gaan?

Maar fysieke nabijheid is wat anders en drukt je op het gegeven dat je toch maar beperkte mogelijkheden hebt. Je kunt nog altijd niet op twee plaatsen tegelijk zijn, terwijl je geest gecombineerd met de huidige techniek dat allemaal wel kan, in het veelvoudige.

Ik denk nu aan de tijd dat er alleen nog telefoons waren en dat er een bergbeklimmer boven op de Himalaya contact had met zijn geliefde, er kon geen Reddingsbrigade komen op de plek waar hij ingesneeuwd was. Dus ze spraken met elkaar,door de telefoon. Zo heeft zij hem horen sterven. Niet het stroomverbruik zorgde voor de contactbreuk, maar het pure fysieke. Dat zijn wij, mensen: stervelijk, al blijf je op internet bestaan.

Ondertussen krijg ik zin in een ontbijtje, krijg moeie armen van liggend typen en is Sammie,qua stroom ook bijna opgebruikt. Sluit de oplader aan, piept deze en er flikkert voortdurend een rood lampje.Erg onrustmakend. Dus ik sta op en zend dit bericht de wereld in.