Ze kwam in de pauze even naast me zitten en vertelde hoe groot haar passie is eigen muziek te maken, op te treden. Wat zou het leuk zijn als ze doorbrak! Ze is al op de tv geweest in het programma de Beste Singer/ Songwriters van Nederland. Van dat programma ken ik alleen dat ene tv-fragment met de auditie van Maaike Ouboter die dat prachtige liedje Dat ik je mis zingt: alle juryleden huilen en ze heeft het gezongen op de begrafenis van prins Friso.
Ze heet Marit Trienekens en ze vertelde wat er allemaal bij komt kijken, om door te breken.Je moet er iemand voor inhuren, die de wegen en de netwerken kent. Zo is het haar gelukt om op Radio1 optetreden. En ze heeft een cd uitgebracht: dat is ook nodig, want anders kunnen de liedjes niet beklijven. Ze treedt heel regelmatig op, maar dat was best moeilijk om te combineren, omdat ze in het dagelijkse leven onregelmatig werk heeft. Soms trad ze op met een band, die ook op de cd meespeelt, maar ja, dan moest ze al die muzikanten ook betalen, dus dat werd prijzig. Bovendien vond ze alleen zijn met haar gitaar ook wel wat hebben.
Ik beaamde het: het heeft wel wat, hoe ze ook het ontstaan van haar liedjes aan elkaar praat, door op haar gitaar er een onderliggende melodie te tingelen. O ja, vind je? zei ze blij, ik vind dat ook, maar mensen in haar omgeving hadden ook gezegd dat ze dat juist niet moest doen. Ze had best veel liedjes, maar deed er ook altijd een aantal covers tussen. Dat vond ik wel weer jammer, omdat ik het zelf leuker vind om helemaal kennis te maken met de wereld die zij in haar liedjes vertolkt, covers zijn ook een afleiding... Ja, daar zit ook wat in, reageerde ze...
Er zijn restaurants die graag livemuziek willen en dan is één singer-songwriter die nog niet zo bekend is, lekker goedkoop, ze vond het wel leerzaam om daar op te treden, dan stelde je je erop in dat mensen gewoon met elkaar blijven kletsen tijdens het eten, die hadden tenslotte ook niet om een optreden gevraagd. Maar dit, hier zo, in een kleine entourage als de Thiemeloods, waar alle vrouwen heel aandachtig luisterden, dat was best spannend, maar wel heel leuk.
Ik wenste haar veel succes en dacht: je hebt dus wel een beetje geld, want anders kun je niet zoveel investeren in de opbouw van een muziekcarrière. Na de pauze vertelde ze als introductie bij het liedje Dance with my darkside, zo heet ook haar cd, dat ze ook arts was en werkt bij de spoedeisende dienst. Zo jong en zoveel verantwoordelijkheid... Na de eerste reanimatie die ze meemaakte had ze dit liedje geschreven. Dat je soms alles wil vergeten, onbezonnen zijn, niet hoeven na denken. Opvallend dat ze dit the dark side noemt. Ik had eerlijk gezegd verstaan dat ze zong: I want to dance with my docter.
Ik heb haar cd maar gekocht. Jammer, haar stem klonk in het echt rauwer en wanneer ze uithaalde deed het me aan Joan Armetrading denken. En de arrangementen zijn nogal voorspelbaar. Ik zag haar liever alleen met haar gitaar, erop trommelend en aardig onopgesmukt. Op het hoesje is ze juist weer erg glamourachtig opgemaakt. Zou ze zich voor die middag aangepast hebben aan de algemene verschijningsvorm van de vrouwen van de damessalon?
Ik vond het alles bij elkaar een heel leuke zondagmiddagbesteding. Eerst lekker luisteren naar live-muziek en daarna ging ik los: ik heb wel twee uur lang geswingd. Heerlijk en wat was dat lang geleden! Ik heb zo lang in de bubble ‘klooster’ gezeten, nu is het wel weer leuk om me in een andere bubble te begeven. Een bubble van heel vroeger: ik ben het zelf vergeten, maar ik schijn zelfs nog bij het oprichtingsfeestje van deze damessalon geweest te zijn. Het was ook best merkwaardig om er gezichten te zien waarvan ik zeker weet ze ooit eerder meegemaakt te hebben.
Een vrouw naast me, die wegging bij het swingen, dat zat er voor haar niet meer in, keek peinzend naar de vele raampjes aan de zijkanten. Vroeger, zei, ze, moest alles stiekem... gelukkig is dat niet meer zo. Dat is een ‘vroeger’ dat nog véél langer geleden is, dan mijn ‘vroeger’.
Een vrouw naast me, die wegging bij het swingen, dat zat er voor haar niet meer in, keek peinzend naar de vele raampjes aan de zijkanten. Vroeger, zei, ze, moest alles stiekem... gelukkig is dat niet meer zo. Dat is een ‘vroeger’ dat nog véél langer geleden is, dan mijn ‘vroeger’.