Gisteren was het de sterfdag van Vader. Toen Moeder nog leefde, kondigde ze die altijd al meer dan een week van te voren uitgebreid aan en dat ze een Mis liet opdragen met een misintentie met daarin iets van: ´Voor F. dat hij thuis is in het huis van God´ of iets dergelijks. Het eerste jaar ben ik nog wel mee gegaan, naar die Mis, gewoon op een werkdag en omdat ik toevallig kon, maar daarna niet meer. Er wringt dan toch iets: de wijze waarop Moeder ermee omging en hoe je zelf gedenkt en rouwt is niet hetzelfde.
Vorig jaar was Moeder er ook niet meer en ik weet nog dat ik de dag 7 januari herdacht heb, door een blog met daarin hun beide antecedenten: Ter kennisgeving. Gisteren was een zondag, tegenwoordig omdat ik naar de kerk ga, toch meer een dag van bepeinzing en bezinning dan ervoor. Dus ik was me ten zeerste bewust dat het nu aan mij, een nabestaande, een kind van beide, is om hun nagedachtenis en het herdenken zelf vorm te geven.
Het was eindelijk weer eens zonnig en ik heb een rondwandeling gemaakt over alle bruggen bij mijn stad. Het is hoog water: een ware attractie, er waren heel wat mensen op de been. Het ziet er groots en machtig uit: al dat water dat tot aan de kade reikt en al het land waar in de zomer festivals en strandjes zijn, was verdwenen. Al wandelend dacht ik voor het eerst aan die dag terug, alweer negen jaar geleden: dat ik ´s middags bij de Kapucijnen in het klooster van Velp in de refter aan tafel zat, na in de ochtend gewerkt te hebben in de tuin en er het bericht kwam dat Vader niet goed was geworden en nog enkele uren te leven had en ik hals over kop naar het ziekenhuis ging.
Van de Kapucijnen had ik niks meer vernomen en er kwam ook geen medelevingskaart. Terwijl die wel kwam van al het personeel en de vrijwilligers van het klooster, met hun namen daar handgeschreven op. Ik had daar tenslotte een kamer. Ik verwachtte ze toen eigenlijk op de begrafenis. Nada, geen Kapucijn was aanwezig, wel twee nieuwe misschien-in-de-toekomst-medebewoners, die ook zéér verbaasd waren dat er geen enkele broeder was... Dit heeft zeker meegespeeld in mijn geheel afstand nemen van het klooster. Hoe is dat mogelijk, terwijl ik bezig was om mij te oriënteren om een deel van een leefgroep te worden van Kapucijnen en leken? Niet komen op een begrafenis van een ouder, van mensen van wie je het wel vanzelfsprekend verwacht, trekt een emotionele zware wissel in mij. Een dierbare dode begraven en de laatste eer geven, is één van de dingen die mensen tot mensen maakt en je in je ziel raakt.
De dag eindigde gisteren ook nog eens in de kerk van waaruit ze beide begraven werden. Daar was een concert van Cappella Vacalis, vier mannenstemmen die misdelen zongen van Josquin des Prez, afgewisseld met orgelspel. Mooi en passend bij de dag.