Voor mij is het een pareltje om daarover te horen: dat er vroeger ‘Water-en-Vuur-winkeltjes’ bestonden. Wat is dat dan? onderbrak ik G. die terloops meldde dat haar opoe er eentje runde. Het is een winkeltje waar je gloeiende houtskooltjes vroeg in de ochtend kon halen, waarmee men vervolgens het eigen hout thuis mee kon laten ontvlammen. Je kocht dan meteen heet water, dan was je in een keer klaar.
Wat mooi toch en wat een concrete tastbare wijze om je dag mee te beginnen. Naar het Water-en-Vuur-winkeltje en dat zo het vuur en de warmte zich in een buurt verspreidde. Als iedereen geweest was, dan ging haar opoe naar de kroeg. Ze was een echte feministe, zei G. Ze ging dan kijken hoe het met haar man stond. Die wachtte daar in de kroeg, of er nog werk voor hem was, op die dag, maar ja, natuurlijk, legde hij daar een kaartje bij en dan dronk hij ook.
Ze kwam hem dan uit de kroeg halen, en alle mannen hoonden dan en riepen: Laat je dat zomaar toe, dat jouw vrouw naar de kroeg komt en je koeioneert? Ja, dus en als het te gek werd, sleepte ze hem er ook weg. Een sterke vrouw. Zoals G. dat ook is, maar haar eigen moeder niet. Die liet zich door iedereen beïnvloeden. Ze heeft de wens van haar familie gevolgd en de relatie verbroken met G.’s vader, een weesjongen en een straatzanger. Die verdiende zijn kost met liedjes zingen met een gitaar op straat. Toen is ze hertrouwd met een slapjanus en daar durfde ze niet meer van te scheiden, want een vrouw die twee keer gescheiden was, dat kon toen niet, dan was er met jou een steekje los en dan was je een slet.
G. heeft dat nog tegen haar moeder kunnen zeggen: Ik neem je niks kwalijk, dat het zo gegaan is, je had nou eenmaal niet zo’n sterk karakter en zo ging dat in die tijd. Ze raadt het iedereen aan, om zo’n gesprek te voeren, als de ander nog goed bij is. Want dan kan je het ook goed achter je laten.
G. gaat lang mee met iemand, maar als de maat vol is, dan is het ook gebeurd. Ik herken dat wel...
Haar tweede man dronk, hij wist niet dat zij wel wist hoeveel, want ze zette streepjes op de jeneverflessen. Toen ze haar kinderen en schoonzoon en kleinkinderen steunde in een tijd dat het moeilijk ging, vond haar man dat het teveel was: 'Ga maar bij hen wonen, ik heb niks aan je', waarop ze reageerde: ‘Ga jij maar weg, jij wilt niet meer’ en gelukkig kon dat want het huurhuis stond op haar naam. Hij kreeg spijt en wilde terug, hij wilde de sleutels van het huis ook niet afgeven, maar voor G. was het klaar en haar schoonzoon heeft er twee nieuwe cilindersloten ingezet. ‘Ik kan niet meer naar binnen!’, had haar man geroepen. 'Nee! En vind je dat gek?' had ze geantwoord. Zes jaar later stierf hij aan leververgiftiging.
Thuisgekomen, na het ontbijtje, keek ik naar de toespraak van Oprah Winfrey bij de uitreiking van de Golden Globes. Alle actrices hadden zich feestelijk en elegant is het zwart gestoken, als momentum en steunbetuiging aan de #Me Too beweging, die in Hollywood begonnen is met de onthulling van de zeer machtige Harvey Weinstein. Ik zag zijn naam voorbij rollen bij ‘The Lord of the Rings’. Oprah ontving een Lifetime Achievement Award als eerste zwarte vrouw en herinnerde zich hoe zij als kind zag dat Sidney Poitiers dezelfde prijs won als eerste zwarte acteur en hoe dit in haar iets aanstak, wat nooit meer gedoofd is.
Sterke vrouwen: de opoe van G., en G. zelf en Oprah Winfrey en al die vrouwen die nu in het zonnetje gezet zijn en definitief in het licht zijn gaan staan, zó dat er een generatie zal komen, die nooit meer Me Too hoeft te zeggen, zo sprak Ophray Winfrey, heel gloedvol. Je eigen Water-en Vuur-winkeltje runnen, zélf een Water-en Vuur-winkeltje zijn, brandende kooltjes elke dag afgeven en warm water: dat is wel een mooi streven.