zaterdag 27 januari 2018

Hardwire

Iets in mijn hardwire verandert kennelijk nooit, dacht ik, terwijl ik me bevond in een gigantische grote ‘dameswinkel’, zoals zusje dat noemde, in Den Bosch. Vijf verdiepingen mooie dameskleding met elkaar verbonden door een met dik tapijten ronde trap die er in het midden doorheen wentelde. De favoriete winkel van zusje en het was uitverkoop. Dus ik loop daar lustig door de kleren aan de hangertjes te bladeren. Helemaal niet omdat ik zelf iets zoek, maar omdat ik dat gezellig vind. En vervolgens Zusje uitgebreid melden wat ik ervan vind, als ze weer uit een pashokje verschijnt met een nieuwe outfit. Het is iets Oers, ik deed dat mijn hele jeugd zo, met Moeder.

Daarna de klassieke Jan de Groot zijn Bosche Bollen en ik met een Bosch-gebrouwen biertje dat ‘ Het Opkikkertje speciaalbier 'Het Kwakbolleke’ heette. ‘Dat zijn caloriebommen’, reageerde Zusje, wil je dat wel? Nou, daar let ik dus totaal niet op. Zij opteerde eerst voor een gezond broodje, maar ging uiteindelijk ook overstag. Het was grappig om eens zó in Den Bosch te zijn, de stad ingaan zoals Zusje dat doet, want ik loop altijd een andere route: eerst naar de kathedraal en van daaruit uitwaaieren. Dat is andere hardwire in me: in een vreemde stad zoek ik ook allereerst een grote kerk, basiliek of tempelcomplex op, als ijkpunt, om van daaruit in een stad te dwalen.

Zwager H. had zittingsdag als kinderrechter bij het Paleis van Justitie achter het station en hij gaf een bel dat hij klaar was, dus we spoedden ons terug. Wat een groot en ook indrukwekkend modern complex met een binnenplein, het geeft de burger moed dat er werkelijk zoveel mensen achter al die verlichtte ramen dagelijks bezig zijn met recht-spreken. In de auto appte vriend E., van nichtje L.. of hij mee kon eten. Zusje appte terug, dat dit kon, maar dat het een simpel wokgerechtje was. E. is een vleeseter, zit misschien in zijn hardwire als halve Amerikaan. De champignons in de Japanse wokgroenten zou hij sowieso niet lusten, zei Zusje. Nichtje L. appte dat ze tot zes uur wel bezig was met huiswerk, dus Zusje wipte toch nog snel Appie in, voor een extra bak met kippendijen; dat is ware ‘bijna-schoonmoederliefde’, maar zo heet dat niet meer, tegenwoordig.

Tot onze verbazing was het hele huis donker, toen we aankwamen met de fiets van E.voor het huis gestald. Bij binnenkomst bleek er alleen licht te branden in de geheel vernieuwde super-de-luxe badkamer met de regenhemel-grote douche en het bad, daar waren  heel wat bezoeken aan badkamerspecialisten aan vooraf gegaan, maar dan heb je ook wat, tijdloos en helemaal door zusje ontworpen. Laat dat maar aan mijn familie over, de mix van praktisch, dat het mooi moet zijn, je ervan kan genieten  en er over alles is nagedacht, dat zit weer in de hardwire van mijn familie.

Wat een energie en gevoel voor planning hebben die jongelui toch! Het plan werd ontvouwd aan moeders: ze zouden rondom 21.00 vertrekken naar het huis van E, want die moest de volgende ochtend vroeg een voetbalwedstrijd spelen, nichtje L. zou dan rondom 10.30u in de ochtend weer thuis zijn, zich meteen op het huiswerk storten, dan zouden ze, geloof ik, op het midden van de middag nog ergens heen gaan, dan s’avonds terug voor het avondeten, samen naar Wie-is de Mol-kijken, dan zouden ze bij Nichtje L slapen , brunchen de volgende dag en vervolgens?...ik weet het niet meer. 

De afspraak is, dat ze alleen in het weekend met elkaar slapen, beurtelings in het huis van E. of L. Dit weekend was dus een soort van tussenvorm, door de omstandigheden ingegeven. Na de maaltijd gingen ze eerst nog samen cupcakes bakken. En 's middags hadden ze al aardbeien-smoothie gemaakt. Muziek keihard aan, Riptide van Vance Joy en op mijn vraag of  ze nog een tip had voor een gevoelig liedje, klonk er Breng mij naar het Water van Marco Borsato, ‘het is ook wel een beetje verdrietig liedje’, zei L. Ik beaamde het toen ik het hoorde en dacht aan het sterven van Moeder, misschien denkt nichtje L dat ook wel erbij... Toen zette ze Mooi op en die had ze me al een keertje laten horen. Goede woorden: hoe mooi kan het leven zijn, het  is maar hoe je kijkt, het is maar wat je droomt, hoe mooi is jouw werkelijkheid, jij bent net  zo rijk, zo rijk als je je voelt...

Zusje en ik gingen nog even naar de winkels in B. omdat stom, stom, stom, er nog een plastic beveilingingslabel hing aan notabene de mooiste aankoop van de vijf uit de dameswinkel. Leuk, dat in zo’n dorpse setting al het winkelpersoneel heel meelevend en bereidwillig keek of hun apparatuur het label konden verwijderen. Onverrichter zake kwamen we terug, het rook naar de zoete cupcakes en E. en L. waren die al aan het opsmikkelen, terwijl ze samen keken naar Teenwolf, een serie die Nichtje vroeger erg leuk vond en die ze nu aan E. liet zien, die het ook leuk vond. Ik zag nog een mooi werkstuk dat L. gemaakt had voor het vak Beeldend Vormen. Het ging over Surrealisme en de technieken die je ervoor kunt inzetten. Ze had een tien gekregen. Ik zag een grote kat die met haar krulstaart de volle maan als het ware op haar rug droeg in een heelal met paars-roze vlekken boven op torenhoge wolkenkrabbers. Ik dacht aan Murikami, maar die kende nichtje L. niet.

Toen werd het alsnog haasten, want nichtje L. moest haar kamer nog opruimen eer ze kon vertrekken. En E. liep op en neer van boven naar beneden, met afval en afwas die hij deed. Zusje zei dat ze geen tapijt op de vloer nodig had, want de hele week lag de grond dik bezaaid met kleding. Ik herinner me nu dat in een lezing op de school van L. over het Puberbrein, je daar werkelijk niks aan kan doen, dus nou ja...? In een half uur tijd zo’n kamer opruimen, in plaats van enigszins verspreid over de week daar kun je wellicht wél wat aan doen. Hardwire  kun je wel een beetje méé vormgeven. 😁