Vandaag na de speeltuin bij de rivier geluisterd naar Benjamin Clementine, ontdekt door Zomergast Romana Vreede. Ik vond het boeiend van het begin tot het einde: echt Zomergastenavond. Twee vrouwen, gewaagd aan elkaar, beide met een soort van intense energie, maar tegelijk levend in zulke verschillende werelden. Quiver a little zingt Clementine als laatste, and burst to laughter. Het lied leek gezongen aan haar autistische zoon Charlie en aan haar zelf: want gaandeweg de avond bleek wat een uitdaging het ook is om te leven met Charlie, die niet praat, maar soms fysiek zo krachtig is dat Romana blauwe plekken krijgt...
Het lied wat me nu erg aanspreekt van Clementine, ook bij hem zo’n intensiteit, die stem en zijn pianospel, alsof hij gedachteloos en zonder censuur zingt wat hem raakt, zingend pratend: Gone zingt hij, over al die herinneringen, all will fall eventualy into nothingness, all will be gone... What about relationships we donot understand?... We are all students of life...
Gone: verdwenen... tijd die voorgoed weg is en nooit meer in dezelfde gedaante terugkeert...dat dacht ik vandaag , bezig in de speeltuin, na een kort gesprekje met een vrouw, die het Goffertbad uit onze jeugd in herinnering bracht: 'Weet je nog dat je dan gewoon je kleren in het kleedhokje achterliet, dat kon toen gewoon...’
Niks hoefde op slot, alles open... Dat was toen ik kind was. En toen ik student was en alleen op vakantie was in Zuid Wales en een fiets leende, kreeg ik geen slot mee, dat hoefde niet en inderdaad, bovenaan de clif met een wandelpad naar onder, naar de zee, daar stonden meerdere fietsen zonder slot. Dat kon toen in Nederland al niet meer. En weer later, bleek W. in Nieuw Zeeland haar Backpacker gewoon open te laten, please make yourself at home... ik dacht toen ook al, dat dit in Nederland niet meer zou kunnen.
Er zit een wezenlijk andere beleving achter: een kleedhokje voor een dag tot je bezit maken door er je kleren achter te laten of alles wegruimen achter slot en grendel: alleen wat je ooit gekocht hebt is van jou en dat hoor je te beschermen. Want de openbare ruimte is van iedereen of eerder: van niemand. Je mag geen thuis meer maken, iedereen kan die ruimte inpikken en de spullen die onbeheerd zijn, ben je dan kwijt, die zijn als het ware gevonden... Dat de openbare ruimte van iedereen is en veilig is voor iedereen, dat is toch wel een groot verlies, dat deze ervaring er niet meer is. Kinderen van nu hebben dat nooit meegemaakt, die veilige wereld.
‘Toch vond ik het ook een beetje eng, in die kleedhokjes’, zei ik tegen die vrouw in de speeltuin, ‘ik weet niet waarom’. 'Door die deurtjes die overal klapten’, antwoordde ze meteen. En ja, ik stond weer in zo’n kleedhokje en ik hoorde ze weer, en dat was het, overal om je heen gingen de kleedhokdeurtjes open en dicht. Jouw kleedhokje was jouw beschermd thuis, het geluid van al die deurtjes gaf iets van onveiligheid.
Grappig om exact dezelfde jeugdherinnering te hebben met een vrouw die mij aanvankelijk aansprak met: 'Kun jij ervoor zorgen dat dat kutlawaai, sorry dat ik het zeg, ophoudt?!’ Het geluid van een bladblazer. Ik zei dat ik het ook een hoop herrie vond en dat is iets wat je niet wilt, in de speeltuin in het bos. Dus ook in het heden beleefden we eigenlijk hetzelfde...geluid dat stoort. En daaronder hadden we ook dezelfde ervaring :van een tijd die voorgoed is verdwenen.