Ik keek na afloop nog eens in het boek Les très riches heures du Duc de Berry, uit de serie Illuminated Manuscripts en ja, alle middeleeuwse kostuums zijn wel erg goed nagemaakt. Het was weer Gebroeders Van Limburg Festival in Nijmegen, want zij zijn het, twee broers uit Nijmegen, die deze 15e-eeuws miniaturen geschilderd hebben. Dat werd ik mezelf ook pas bewust na de grote tentoonstelling in het Valkhof Museum over hen in 2005 en in dat kielzog over het getijdenboek van Catharina van Kleef in 2009, waar miniaturen in het echt te bewonderen waren. Zo was dat in de middeleeuwen, het individu gold niet, de makers waren anoniem, de bezitter werd genoemd.
De dag begon met een middeleeuwse kerkdienst in de St. Stevenskerk, dit jaar ook voornamelijk het festivalterrein. Grappig dat de helft van de kerk bevolkt was met mensen in middeleeuwse kostuums, terwijl het wel een echte kerkdienst was. Dan zie je velen van hen niet naar voren lopen voor brood en wijn. Het tafelgebed werd in het Latijn uitgesproken, om in ‘die bijna betoverende middeleeuwse sfeer te treden’, maar ja, de 21-ste eeuw kierde naar binnen... Niet in de vele prachtige gezangen, uitgevoerd door verschillende Nijmeegse koren, in monnikenkostuums. Hoogtepunt was op het einde de Mariahymne, Alma redemptoris Mater, van Ockeghem (1410-1497), de lievelingscomponist van T., die ook meezong.
Liefde voor het Landschap, was het thema dit jaar. In eerdere aankondigen, zou er iets van een groen labyrintische tuin worden gebouwd, maar die kon ik niet vinden. Door geldgebrek afgelast? ‘Wat doet die grote kerstboom op die kar?’ die voorbij kwam tijdens de Blijde Incomste door de stad, vroeg nichtje L. mij, die ik toevallig tegenkwam met haar vriendje E. Wat zijn ze samen toch een leuk stel.’Weet ik veel’, antwoordde ik, ‘misschien een makkelijke manier om een kar vol groen te maken.’ Nichtje begon All I want for Christmas is you van Mariah Carey te zingen. Achteraf zat ik er niet ver naast: de boom stond symbool dat Nijmegen dit jaar Green Capital of Europe is, las ik later in een beschrijving.
Er was wel een grote brullende draak nagemaakt, die precies zo op een miniatuur over St. Michael voorkomt, er liepen gevlekte zwijntjes, ganzen, een kameel en een dromedaris, uilen op schouders mee in de optocht, wat ook alweer een kritische kanttekening kreeg van de Dierenpartij. Ik vind hen gaandeweg best een poëtische partij, maar hierin schieten ze mijn inziens door, ik zag geen dierenleed op deze zonnige zondag.
Het thema ‘geldgebrek’ bleef bij mij hangen. Tijdens de optocht zie ik dan amateurkoren wier hobby middeleeuwse muziek is en die zich voor de gelegenheid verkleden: iemand keek me ineens grijnzend aan. ‘Je komt me wel bekend voor, maar ik herken je niet’, zei ik. ‘Ik ben de dirigent van het koor van de Agneskerk’, sprak hij, ‘kijk maar’, en hij zette even zijn moderne bril op. Ik zie middeleeuwse re-enactment-groepjes en weet dan dat het zusje van E. in een koets zat in de stoet en beginnende hofdame speelde. Ik heb het weleens flamboyanter en grootser meegemaakt op dit festival.
Dit werd nog eens versterkt toen later op de middag het tafereel het miniatuur van de maand april, zoals het door de gebroeders geschilderd is, precies zo werd neergezet, en de commentator hardop een rekensommetje ging maken, wat het maken van deze kostuums ooit gekost had: ‘Daar staat, bij die vier alleen al, al gauw zo’n 9000 euro en nee, het bont is niet echt’. Is dat waarheen je geleid wilt worden bij zo’n levend tafereel?
Wat een contrast met de dag ervoor toen er een vrijwilliger van de vogelwerkgroep van de vogelbescherming mij kwam helpen met het snoeien van de klimop rondom de mussenkolonie. Hij wilde meteen beginnen, omdat het nog niet regende. Hij knipte rustig met een tang, meter voor meter de klimop weg op de hoge ladder. Helemaal op het einde vroeg hij naar mijn permanente kerststal, binnen. Ik vertelde over Franciscus van Assisi. Daar wist hij wel van, hij was na zijn pensionering in drie maanden van Nijmegen naar Rome gewandeld, over de oude pelgrimswegen. Dan is er even een echte ‘betoverende sfeer van de middeleeuwen’.