Tijdens mooi weer, en dat was dus deze geweldige zomer met maandenlang warmte,dan ben ik niet in een museum te trekken en verlies ik ook alle belangstelling daarvoor. Maar nu ik weer rondliep in de fototentoonstelling Afrotopia in het Afrika Museum merkte ik toch hoe goed je dat doet: museumbezoek. Geconcentreerd in weinig oppervlakte worden je werelden voorgeschoteld, maak je kennis met van alles dat je zelf nooit zo bijeen gesprokkeld krijgt en het enige wat jij hoeft te doen is er langzaam langs flaneren.
Er waren 40 kunstenaars uit Afrika vertegenwoordigd, voor het eerst zo in het westen te zien, vanuit een organisatie in Bamako in Mali. Wat mij allereerst opviel, waren de simpeler fotografisch middelen die ingezet waren. Veel zwart-wit foto’s , klein formaat, gewoon aan de muur bevestigd. Hiervoor was er in dezelfde tentoonstellingsruimte de Word Press fotowedstrijd: glossy grote kleurenfoto’s, soms opgeblazen tot muurgroot formaat, in lichtbakken, technische middelen van detailfotografie tot extreem kunnen vergroten, met telelenzen , enzovoort. Dit alles zegt ook iets over de rijke wereld waar veel fotografen uit komen: alle techniek tot je beschikking voor het ultieme gewenste resultaat.
Maar deze tentoonstelling brengt je dichter bij de intieme menselijke blik. Dat kwam ook wel door de mengeling van kunst en fotografie. Joana Choumali uit de Ivoorkust borduurde op foto’s die ze met haar iPhone genomen had van mensen in een dorp waar een terreuraanslag is geweest met 19 doden, kleurige draden , om zo zelf dit trauma te verwerken. Délio Jasse uit Angola vond foto’s van Portugese immigranten in Mozambique uit 1960, vergrootte ze en gaf ze een stempel mee van de immigratiedienst. Dat zoog je mee naar de dromen van de mensen die zichzelf portretteerden: trots in een auto, vijf blije vrouwen in het gras, een familie in een speeltuin. Er was ook documentaire-achtige fotografie van een Algerijn die illegale wedstrijden met schapen die al vanaf zijn jeugd plaatsvinden vastlegde, zó genomen dat je meekijkt vanuit het perspectief van een jongetje, Ook thema’s als het verborgen leven van vrouwen die niet in de openbare ruimte mogen zijn, homoseksualiteit, verkrachting: het was er allemaal. Foto’s die ook vrolijk stemmen: kinderen en volwassenen aan het lezen en studeren bij de lampen van een brug, terwijl eronder de schamele huizen zonder elektriciteit ook te zien zijn.
Ik wandelde erna naar de stad, meer dan vier en een halve kilometer, kwam schoonzusje S. tegen, even kletsen over het eiland Rugen, haar vakantiefoto’s op Facebook, het Vakantie-eiland van de nazi’s met nazi-architectuur, spierwitte kliffen, mooie badplaatsen. Over mijn plannen om naar Varanasi te willen en dat een binnenlandse vlucht vanuit Mumbai, een prettige stad om te beginnen, wellicht een optie is. New Delhi, waarheen de goedkoopste vliegtickets gaan, vond ze vreselijk.
En toen moest ik in sneltempo mijn weg voort zetten, om op tijd op de boekenclub te komen. We hadden Hier van Joke van Leeuwen gelezen, een soort van boosaardig sprookje en Wat op het Spel staat van Philip Blom. Dit boek is een echte aanrader omdat het haarfijne, scherpe analyses geeft over de klimaatverandering, de digitalisering, de mens wiens levensvervulling met transcendente aspiraties geheel richting consumentisme is gebogen...wie kunnen en willen we zijn en worden? ...
In de ochtend plaatste de loodgieter heel basaal , dan eindelijk een nieuwe stortbak in de wc op de Waalkade, het huis dat van mijn ouders was en waar er een enorme lekkage is geweest, omdat de oude bak gesprongen was. Hè, hè, dat is ook weer veilig gesteld. Maar we sluiten voor de zekerheid voortaan toch maar de hoofdkraan. Kortom, het was een dagje waar de ganse wereld op allerlei niveaus aanwezig was.