donderdag 27 juni 2019

Carpe Diem

Ik zag N. Ze is jong, heeft een hersenbloeding gehad en werkte in de verslavingszorg en begeleiding van ambulante medewerkers voor mensen met een handicap, geestelijk dan wel lichamelijk. Dankzij een ‘productiefoutje’, zoals ze het zelf noemt, vanaf haar geboorte, en haar zonnige karakter, is altijd haar motto geweest: gewoon doorzetten, dan gaat het wel lukken, je niet door obstakels in de weg laten staan, dus ze heeft de wereld afgereisd en heel veel activiteiten ontwikkeld.

Toen kreeg ze de bloeding en haar motto werkte niet meer. Niet alles lukt meer met doorzetten, ze rijdt nu met een driewieler terwijl haar streven tijdens de revalidatie de gewone fiets was. En ineens zit je in een ander hokje: je bent onderwerp van begeleiding, terwijl je eerst de begeleiders begeleidde. En dus moet je nu op een tactische wijze iemand die niet voldoet de deur wijzen en ook nog met de omgeving onderhandelen, dat je nu  niet je verstandelijke vermogens en je know-how kwijt bent.

De ervaring gebeurt aan veel mensen, op allerlei levensgebieden. Wie ineens werkeloos wordt van een baan met aanzien wordt ineens een onderwerp waar iets mee gedaan moet worden om je toch nog op de arbeidsmarkt te krijgen. En daar gaat het geld heen: naar coachingstrajecten en vragen hoe het met je gaat, gewoon maar luisteren in plaats van willen-doen, dat past niet. Mensen met verdriet en intense rouw maken dat ook mee: een omgeving die onthand is en liefst alleen maar hoort dat het wel weer goed met je gaat. 

Maar de aanleiding van dit blog is een andere, dan bovenstaande mijmering. Mijn fiets was lek en wordt nu in een uur door de fietsenmaker gerepareerd, dus ik heb een uurtje niks om handen en ben de bieb met WiFi ingedoken. Ik was op weg naar de waterplas, o wat een genieting: dit warme weer, en tropische avonden aan de rivier, de afgelopen twee dagen, almaar boekjes lezen. Daar zou ik veel blogjes over kunnen schrijven, maar bloggen en mooi weer gaat mij slecht af: dan wil ik buiten zijn, zoveel mogelijk in de natuur.

Ik ben een mens van Carpe Diem: en dat is de échte aanleiding van dit blog. Want N. liet mij foto’s zien van een feest in een tuin voor de familie en vrienden, ook zo’n beslissing die zij maakte na de hersenbloeding: Trouwen in stijl: haar vriend P. wilde dat al heel lang, ze zijn al meer dan twaalf jaar samen, voor N. hoefde dat niet zo, maar nu zag ze de waarde van een Feest en werkelijk een ‘Ja’ naar elkaar uitspreken. Ze vertelde dat ze over 15 jaar ofzo in dat oude grote huis met tuin zou komen te wonen.

Het is het huis van haar oma die wil dat het in de familie blijft, en ze stelt zich voor dat er dan allemaal andere mensen, daar dan ook komen wonen, al dan niet tijdelijk en dan niet tegen geld , maar dat ze dan helpen het het onderhoud van het huis en de grote tuin, waar ze dan ook misschien een geit en een paard zou willen, ‘ dus je bent dan meer dan welkom’, zei ze er in een adem erbij En dát is de reden van dit blog.

Want wie ben ik over 15 jaar? Ineens ervoer ik mijn eigen sterfelijkheid en dat ik al veel tijd gebruikt heb...N. kan rustig plannen maken voor over 15 jaar en denken aan een overbruggingshuis tot die tijd. Maar de kans dat ík tegen die tijd nog vitaal ben om een bijdrage te leveren in een tuin is erg klein...Voor ons beide geldt het motto: rustig aan, erbij blijven bij wat je doet in een eigen tempo, je niet mee laten sleuren in de ratrace maatschappij. Ze zegt zelfs dat ze blij is dat ze nu, op jonge leeftijd, dat hersenletsel heeft gekregen, anders was ze gewoon doorgerend.

Ik heb dat wel altijd vanuit mezelf gehad: niet mee willen doen in de prestatiemaatschappij en je zeker niet afhankelijk maken van de goedkeuring van anderen. Gekke gewaarwording, dat zij waarschijnlijk nog veel langer kan leven in de nieuwe ruimte die haar nu toevalt. Mijn fiets is klaar, Ik ga naar de waterplas, ‘nu het nog kan’ en ik hoop dat dit natuurlijk nog láng zo is. Maar ook als het minder wordt, dan hoop ik met de nieuwe omstandigheden, ook dat motto te leven: Carpe Diem, tot je laatste ademtocht.

PS Vandaag, de volgende dag krijg ik een mail van N. Ze heeft het er met P. over gehad: ‘ik moet maar bij hen komen wonen, als het zover is’.