De kogel is door de kerk: ik ga niet naar Oerol. Dan had ik een nieuw campingstoeltje moeten bestellen, die dan vandaag was aangekomen. ‘Je kan een stoeltje van ons lenen’, klinkt het nu in mij, ‘en je mag ook heel vaak bij ons eten, maar niet altijd hoor.' Dat is de stem van M. die afgelopen weekend het stemmetje van de duivel, de verleiding was. Sta je op het strand te genieten, en dan zei hij: 'Op Terschelling is het nog veel mooier!' Evalueerden we dat het festivalterrein er vorig jaar leuk uitzag met die kassen waar ook planten en bloemen bloeiden, dan zei hij weer: 'Ben je niet benieuwd wat ze er dit jaar van hebben gemaakt?'
Ik ben het geweest die al zeker meer dan tien jaar geleden tegen zijn vrouw had gezegd dat ik zeker weet dat zij Oerol leuk zal vinden. Die combinatie van in de natuur zijn, theater, muziek, de afwisseling die je zelf kan maken van rustig naar druk. (Nu ik dit typ, dreigt de weegschaal weer naar ‘Ja, toch wel maar gaan’ te buigen...) Eindelijk dan, vijf jaar geleden kwam het er van en toen was M. alleen maar kritisch, hij ging omdat zij wilde. ‘Commerciële rotzooi’ noemde hij het en nog meer van dat fraais, en dat tegen mij De Oerolganger. Ik maakte hem toen voor het eerst mee. ‘Nou, je weet je wel meteen heel populair te maken’, zei M. zijn vrouw tegen hem.
Maar M. ging dus mee en nu zei hij tegen een ander dat het verslavend is.., 'D dus ik zie jou volgende week echt wel verschijnen’, zegt ie dan weer lachend naar mij... En ja, dit weekend ging het heftig in mij van Nee naar Ja en enzovoort, weer terug... Maar ik ga NIET. En de belangrijkste reden is het gevoel dat ik had, toen ik alleen, tijdens een avondwandeling, langs de zee liep en stilstond en naar de horizon keek: Alleen maar zee, zover je kon kijken, niks anders...
Dat was het gevoel van Mahabalipuram in India: dit is het voor nu, geen land om naar heen te kunnen gaan, geen bossen en weiden, geen lente, geen regenbuitjes. Correctie dus: geen éigen land om naar toe te kunnen, Nederland het land waarin mijn huis staat... ‘Dit is het voor nu, hier leef ik nu, wat zal deze dag mij geven?... Zo mediteerde ik op mijn favoriete plek, uitkijkend op zee. Naar Oerol en Terschelling gaan, komt nu te dichtbij, bij dat gevoel.
Ik geniet nog steeds heel erg van gewoon thuis zijn, in mijn groene oerwoudje, in de hangmat of mij koesterend in de zon met mijn voeten op de tafel, achter de bamboe, terwijl de vogeltjes om mij heen vliegen. En ik heb sinds mijn thuiskomst nog geen enkele keer langs de rivier gewandeld. En als ik weer ga kamperen, dan nu het liefste bij een geurend bos, waar de wandelpaden niet naar de zee leiden. Want de zee was meer dan anderhalve maand, ook het einde van mijn wereld, die ik niet kon oversteken... en ik dacht dan vaak aan al die vluchtelingen, die een overtocht wagen, naar een beloofd land.