Ik droomde vannacht dat ik in een volkomen verbouwd klooster van de Kapucijnen was. Ik was er incognito, niemand wist dat ik er ooit een kamer bewoonde. Ik keek naar de nieuw tafels en stoelen, maar voelde tegelijk de warmte van de oude stenen. Ik zag de nieuwe gang van zaken: een jonge vrijwilligster werd zo’n beetje bevolen door een jonge bezoeker dat zij haast moest maken om hem te bedienen. Toen het hem niet snel genoeg ging, klaagde hij bij de 'leiding’, zij kreeg een reprimande en bijna straf, totdat ik en een andere getuige het voor haar opnamen... Ik dacht aan alle oude broeders die er ooit leefden; W. en de drie J.’s en M. die nu allemaal gestorven zijn. Ik zag J. een ex-non die nu vast besloten was om toe te treden tot de nieuwe leefgemeenschap en daarmee haar riante appartement waar ze nu woont zou opgeven en ik zei tegen haar: ‘Ja, jij past hier wél in, te midden van het lekenechtpaar, de drie zusters en de Franciscanen’. Ik werd wakker met een groot gevoel van heimwee...
Wat zégt deze droom? ... De laatste tijden wordt mijn theologie- en kloosterverleden weer wakker gemaakt, zoals door het bezoek aan de mis in de abdij van Koningsoord. Hoe ik dan gewoon weer meedoe en geniet van het zingen van de zusters daar, het ontstaan van een heilige ruimte door aandacht en het tedere ademen in weinig muzieknoten en woorden... Tegelijk kijk ik met een ander oog: dat het natuurlijk een geweldige theatrale ruimte is, zo’n kapel waar weinig daglicht in komt, een kluis, verborgen voor de wereld en hoe de zusters in hun witte gebedsmantel een voor een binnen druppelen en soms op de knieën vallen of tussen de koorbanken in op de grond gaan mediteren...
Tegelijk hark ik ‘kloosterachtig’ in het bos in de speeltuin hopen herfstblad bij elkaar, het is er stil, de roodborstjes verschijnen weer, ik dacht aan de mest die ik maandenlang heb gekruid in de kloostertuin en ook daar ja, herfstblad. Hoe dichtbij de seizoenen je bent, de groei, bloei, (de dalia’s van broeder J.), het verval en hier in de speeltuin de verwondering hoeveel blad er kan vallen: de hoopjes van vorige week zijn al wat verschrompeld, daar kwam nu weer nieuw blad bij en ondertussen is het in de bomen ook nog gewoon groen.
‘Daar kunnen we wel tot februari mee bezig zijn’ zegt L., de enige collega die er nu is. Door de bezuinigingen is er geen beheerder meer te zien, die worden op de ijsbaan ingezet en het is mogelijk dat het aan L. is, die van een ‘werkverschaffingsbedrijf’ komt en ik, ‘de klusjesvrouw-voor -twee -dagen’, zoals ik mij profileerde, om de speeltuin voor de opening van het nieuw seizoen weer op orde krijgen. En tussen het harken door, ging ik dan eindelijk van de kabelbaan, effe zweven door het bos en je moet op het zitje springen, het lukt me maar net, hoe doen al die kleine kinderen dat?! Het zal de lenigheid van de jeugd wel zijn...
L. vertelde plotsklaps in de auto terug, ik kan dan met hem meeliften, dat het toch maar zomaar toevallig goed met hem is gekomen. Hij dronk ooit best veel en gebruikte ook drugs en handelde er ook een beetje in. Hij heeft gebroken met een goede vriend die niet meer te vertrouwen was: liegen en bedriegen, de laptop stelen van zijn eigen broer om aan geld te komen. Nu drinkt hij hoogstens twee flesjes bier per dag, ongeveer vijf dagen in de week, maar vindt dat eigenlijk teveel. ‘Ik ben best trots op mezelf dat het me gelukt is. N. werd net op tijd zwanger, als het drie maanden later was geweest, had ik waarschijnlijk in de gevangenis gezeten’.
Nu is hij vader van drie jonge kinderen. Vorige week heeft hij een coniferenhaagje gepland voor zijn nieuwe huis, al had hij liguster willen hebben. En hij vertelt aanstekelijk over het gamen wat ook verslavend kan zijn, daar wil hij wel op letten. Dan log je in met vijf onbekenden (met mensen die hij kent, daar vindt hij niks aan, dan ergert hij zich alleen) uit Europa en Amerika, schat hij in, en dan vorm je een team en maak je in het Engels strategieën om de wezens van andere planeten te verslaan om de aarde te redden. Een ieder heeft eigen skills verworven, afhankelijk van het level waarin je zit en wat je al eerder in het spel hebt meegemaakt. Daar moet je dan bij elkaar achter komen en die razendsnel inzetten. Ik zou hier ook verslaafd aan kunnen raken. In enkele uren de nieuw pageturner van Niccy French wegwerken, Een huis vol leugens zoals ik gedaan heb, is eigenlijk maar saai... L. heeft dyslexie en ADHD en kan niet lang lezen: gamen is zijn vervanging, weet hij.
En ik kijk weer op YouTube naar de gospelzangeres Marion Williams, die in 1961 optrad in de Geertekerk in Utrecht. Zo’n zwarte swingende invasie in een kerkje midden in dit land, toen alles nog stijf en onkreukbaar was hier, terwijl er in Amerika nog segregatie was. Het was op de tv te zien, schreef L. in een Lichtbeeld, die hij aangestoken door mijn Passiebloempjes, is gaan schrijven. Als klein jongetje maakte het een onvergetelijke indruk: recht uit het hart, zonder partituur. Liederen waar je niet stil bij kunt blijven zitten, maar je omhoogdrijven en je lichaam in beweging zetten.
Somebody bigger than you and I... Het woord God valt niet. Het is het soort besef waar we allen wellicht toch ergens van leven: noem het anders de menselijke creativiteit, de verbeelding aan de macht: we leven pas als we ook de poging blijven ondernemen om boven onszelf uit te stijgen, de eigen controle verliezen, ons overgeven aan ‘iemand’, ‘iets’, whatever, of je nu in een klooster woont of gewoon thuis. Blijven zoeken naar vormgeving die bij je past, misschien gedreven door heimwee naar een notie van volmaaktheid: heel-zijn.