Ik word wakker terwijl iemand tegen mij zegt: 'God denkt dat hij nog welkom is in deze wereld.’ Ik kom weer uit hele filmen van dromen, waar de verhaallijnen bij het ontwaken meteen verdampen. Er zat een stukje lucide droom in: weten dat je droomt en daarop reflecteren. Ik zei: ‘Ik ben nu weer in die nieuwe stad die mijn droomleven heeft gemaakt, ik weet dat dáár ergens die hele grote boekenwijk is, waar je zoals in Las Vegas eindeloos kunt dwalen van het ene boekenparadijs naar het andere en daarachter ligt die authentieke oude Chinese wijk die ik allang niet bezocht heb.’
De zin: God denkt dat hij nog welkom is in deze wereld, verwijst naar de westerse God, zoals deze in de westerse christelijke wereld geconcipieerd is: de kerken en kloosters denken dat deze God nog welkom is... Ze leven in de verhalen waar een paus mag gaan nadenken of er toch gehuwde priesters mogen komen ver weg in het Amazonegebied en of de roep naar vrouwelijke diakens misschien gehoord mag worden... Ze leven in het verhaal waar er nog een strikte scheiding is tussen het lichaam en de geest en de roep van het vlees onderdrukt moet worden en de gewone wereld ver weg moet worden gehouden... Afzondering met elkaar en versterving achter de kloostermuren met het celibaat als een heilige graal die er beschermd moet worden.
Gandhi hechtte uiteindelijk ook grote waarde aan zijn eigen celibaat. Maar hij stond midden in de wereld en hij verwachtte van de leden van zijn ashram dat deze, ook celibatair, zich net als hij zich juist intens met de wereld bemoeiden: niet om daar een God in te gaan verkondigen maar concreet een wereld te gaan scheppen waar er geen plek meer is voor kolonialen, Hindoes en moslims die al sinds de 14e eeuw woonden in India en er samenleefden, soms in oorlog maar ook in vrede met elkaar, dat zouden blijven doen, met alle andere religies daar ook bij opgeteld, het kastenstelsel zou worden afgeschaft en hij noemde juist de paria’s ‘kinderen van God’ .
God is in de wereld van India nog gewoon aanwezig, niet om over te praten of namens hem de wereld in te gaan om deze te bekeren, gestroomlijnd naar het eigen Godsbeeld, maar in die ene zin die ik er gewoon op straat hoorde, bij de taxirijder, de guesthouse-eigenaren, in het Food Center waar Wiki christen was, Sunjay hindoe en Ali moslim: God takes care, there is only one God, what you believe is up to you.
Deze God is nog wel welkom, ook in deze westerse wereld, getuige hoe in DWDD de studio tot een kerkzaal wordt getransformeerd en zangeres Giovanca en Matthijs van Nieuwkerk dan praten over de pas uitgebrachte film Amazing Grace, waar Aretha Franklin 47 jaar geleden in een zwetende en swingende kerk zingt, zingt, zingt... Dan wordt de Bijbel een van de vele bronnen van mythe die het wereldtoneel regeren: ik bestelde bij de bieb het boek Ganesha in Siliconvalley; De macht van de mythe op het wereldtoneel van Petran Kockelkoren, puur om de afbeelding: een marmeren Ganesha de God met het olifantenhoofd, zoon van het godenpaar Shiva en Parvati en in dit boek las ik mijn eigen gedachtengang van de afgelopen jaren terug.
Mabalipuram waar ik uiteindelijk anderhalve maand verbleef, is de plek van de beeldhouwers en daar zag ik overal deze Ganesha met een laptop op schoot, van heel klein handformaat tot massief en levensgroot, ze worden over de hele wereld verscheept: heel waarschijnlijk komt deze Ganasha die in een kantoor in Siliconvalley staat, uit Mahabalipuram. Ganasha brengt geluk omdat hij de God van de kennis en de wijsheid is. Hij is eigenlijk een soort Jezus als God zijn vader is en Maria zijn moeder. Of eerder omgekeerd: Jezus zou de broer van Ganesha kunnen zijn. Wanneer er beelden komen waar Jezus een laptop in de handen heeft, dan is het moment geboren dat God weer welkom is in deze wereld.