Ik heb een prachtige voorstelling gezien waar de theaterdisciplines dans en toneel een ontmoeting met elkaar aangaan. Theater Oostpool speelt het hals-over-kop verliefd worden van twee vreemden in Amsterdam: 'Liefde in tijden van klimaatverandering’ vraagt de ene man zich af, kan dat wel? De andere man, misschien van beroep een bioloog, voelt dat liefde ook vooral doen is, voelen als alle zuignappen van de acht tentakels van een octopus. Ze zien elkaar in een park, wellicht, en besluiten elkaar een uur later ofzo in het Rijksmuseum weer te zien en dan net de doen alsof het de eerste keer is dat ze elkaar zien.
De ene blijkt professor in de kunsten en ze gaan zitten voor een schilderij van Avercamp en hij zegt: 'Zie je die vogel daar? Die bepaalt de horizon van het schilderij, wij kijken ook mee vanaf een afstand en een grote hoogte, zo deed men dat toen. Maar wat nu als je het perspectief verandert, naar de grond verplaatst, wat ervaar je dan?' En beide acteurs gaan dat experiment aan door daadwerkelijk even in de zaal hun dialoog voor te zetten. Een gesprek dat soms stokt door de intensiteit van wat ze ervaren, wanneer ze elkaar eerst voorzichtig aanraken en elkaar dan ook kussen. Maar hoe gaat het verder met twee mensen ná die eerste kus? Je wordt lacherig, je praat over iets onnozels, de ene kijkt maar even op zijn mobiel.
En ondertussen, tussen en door hen heen dansen zeven dansers van dansensemble ICK Amsterdam. Hun bewegingen zijn schokkerig en elastisch en elegant tegelijk, dramatisch ook in het soms bijna in elkaar zakken en jezelf weer wonderlijk opvangen met een arm, een been en de hiel van een voet, soms dansen ze synchroon tegelijk, dan weer met een paar maar, soms heel erg prominent op de voorgrond, soms als schaduwen tegen de grijze achtergrond van het toneel geplakt. Zij verkleden zich al dansend, soms als zeven losse individuen met een eigen dans en beweging aanwezig, dan weer als een gezamenlijke energie.
Het is niet zo dat de dansers exact uitdrukken wat de twee mannen voelen, maar de tekst met een grote woord-dichtheid en de dans versterken elkaar wel, er is een soort van ritmisch samengaan van de twee en er is ook helemaal geen muziek. En dit alles in een uitgekleed podium, je zag alles achter de coulissen en de hoogte en de lampen van de gehele ruimte. Het geeft het geheel een beetje een science-fiction gevoel, waar is de gewone wereld gebleven, is die misschien ook al gedeeltelijk verwoest en wie anders dan elk mens kan deze wereld aankleden, decor geven en bewoonbaar maken?
Ik was voortdurend geraakt en lichtelijk ontroerd, elke zin die wordt uitgesproken telt, mijn aandacht was een keer twee zinnetjes afwezig en toen had ik al het gevoel iets echt gemist te hebben. De regisseur Marcus Azzini zegt: ‘De tekst van Hannah van Wieringen bleek gedurende het repetitieproces een ontdekkingsreis. De twee personages zijn met elkaar in dialoog en ontdekken elkaar. Wij hebben als makers, met de spelers en de dansers, diezelfde reis gemaakt’.
En als toeschouwer maak je dus ook die reis van voelen en denken in een realistische wereld waar mensen het voortbestaan van hun eigen soort voor het eerst ook in handen hebben, waar alles ontstaat maar ook zomaar over kan gaan en liefde vooral ook doén is. In werkelijk alles, ook tussen mensen en dieren en planten, kan intimiteit en verbondenheid gestalte krijgen All Over - Acts of Love, zo heet de voorstelling.