Gisteren heb ik met dat milde zonnige herfstweer 30 tulpen in mijn tuin geplant, roze en purper. In groepjes van drie en dan zeven in een grote bak die ik deze zomer versleept heb vanaf het terras van de Waalkade, het oude huis van mijn ouders. Ik rijd er nu wekelijks met de bus langs, op weg naar de speeltuin, het appartement is nog niet opnieuw bewoond. Maar ik kan er nooit meer in en dat is ook best een gek idee. Dus zeven tulpen, symbolisch handelen dat ik van Moeder heb overgenomen, zo groot was het gezin.
Ik maakte een foto van een mus in ‘haar huiskamer’ zo noem ik het nu bewust, richting de technische beheerder van de woningbouwvereniging, en mailde deze naar hem, om een bewustzijn te creeëren dat de bruidssluier, die grote pluk aan de zijkant van het huis, vitaal is. Volgende week komt hij met de hovenier kijken, hoe ze iets kunnen bouwen, zo dat het daar kan blijven en het niet makkelijk meer naar het dak kan gaan.
Een verrassende wending was dat: hij kwam op bezoek met uitgebreide excuses dat het écht niet zijn bedoeling was geweest om alles weg te werken, het was een misverstand en verkeerde communicatie met de hovenier, die had nooit op eigen initiatief mogen gaan kijken, maar er was wél een slip of the tongue: bij anderen was dat oké geweest, maar jij bent speciaal, we willen het alleen met goed overleg met jou doen. Dus bij anderen niet?... Ik geloof dat het interview dat zometeen verschijnt in het blad van de woningbouwvereniging wel indruk op hem heeft gemaakt, want hij stuurde ook alvast een scan mee: 'Het ziet er mooi uit en er staat goed omgeschreven hoe jij als mens in het leven staat’ mailde hij erbij.
Ik repareerde het achterhekje dat louter uit oude bamboestengels en een oud stukje gaas bestaat. De witte grote buurtpoes heeft met kracht deze zomer de bamboe onder opzij weten te duwen om een gat te maken zodat ze erdoor kon. Ik kwam daarna terug fietsen, hoopte nog wat bloemetjes bij het tuinbedrijf te scoren, maar het stond al vol met kerstbomen, er is al nachtvorst geweest, en poes keek mij enigszins verwijtend en smekend aan vanuit de struiken in het plantsoen, ze kon er niet meer in...
En zo komen en gaan de seizoenen. Ik beleef het dit jaar met een extra tintje: de tulpen van vorig jaar heb ik niet zien bloeien, ik zat vast in India. De bomen in de speeltuin zie ik dit jaar voor het eerst en voor het laatst, helemaal uitvallen, van eerst voorzichtig wat blad, naar deze week heel flink wat meer; een kindergevoel: tot je knieën in het blad, heel veel wegschoppen, vegen en duwen met een hark, hoge hopen maken en lange slingers langs de speeltoestellen en nu is ongeveer de helft van al het blad pas gevallen.
Collega L. en ik zorgen ervoor dat we de hele speeltuin bijhouden zodat overal, het zand eronder te zien is. Wat één kleine aanhangwagen, een revolutie in de tijd teweegbrengt. Tevoren moest alles met de kruiwagen weg. Daar is niet tegenop te werken. Twee jaar geleden begon ik in januari in de speeltuin en vulde ik misschien zes kruiwagens vol met zwaar nat blad dat helemaal naar de ingang gebracht moest worden. Eindeloos doorgegaan tot in maart. Nu schat ik in dat over een paar weken alle bomen kaal zijn en ook al het blad dan weg zal zijn. Wel ironisch: de werkverschaffing in de buitenlucht die de werkgever voor mij moest regelen, zou nu in januari niet meer mogelijk zijn geweest...
Everything comes and goes, it is here with today and gone with tomorrow... zingt Jim Dawson, een liedje uit mijn pubertijd dat elk jaar met de herfst weer in mijn brein gaat rondzingen. En volgend jaar werk ik niet meer in de speeltuin. Zouden de mussen er nog zijn?... Plant ik weer bollen in mijn tuin?... Misschien reis ik dan rond deze tijd af naar India? Wie weet, de toekomst blijft een glazen bol.