Een prachtige tentoonstelling in het Rijksmuseum met de titel Rembrandt-Velázquez-Nederlandse & Spaanse meesters. Dit concept mag men wel vaker gaan toepassen: twee landen in een tijdsperiode, steeds paarsgewijs twee schilderijen met een thema die beeldrijm bevatten en dan kijken maar. Via de beelden komen verschillen en overeenkomsten in beleving in je binnen en soms is er het omgekeerde: een setting die geheel verschilt van elkaar maar een vergelijkbare ervaring delen.
Zo hing daar van Ribalta, een Spaanse schilder die mij in een museum van Salamanca ooit overrompelde omdat hij heftige gevoelens sterk op het schilderdoek overbrengt, Christus omhelst de heilige Bernardus die geplaatst is naast Het Joods bruidje van Rembrandt. Overkoepelend thema is de liefde. Maar in de ene die van een monnik en in de ander zie je een gegoed paar uit de burgerij en dan vallen ineens de handen op, zoekend naar elkaar, de sfeer van intimiteit en tederheid behoedend. Er hangt nog een monnik, bijna letterlijk: de heilige Serapion van Zurbaran naast een opvliegende zwaan van Jan Asselijn. Een natuurgeweld van een zwaan die zijn jongen verdedigt terwijl de monnik in zijn witte pij, de stof en plooien prachtig geschilderd, een specialiteit van Zurbaran, er bijna dood met zijn polsen vastgeketend alleen maar passiviteit uitstraalt. Maar toch... daaronder ligt de ervaring van overgave, je eigen leven willen geven, als dat moet.
Een verschil in de ervaring van de godsdienst tussen Spanje en Nederland in die 17e eeuw kwam ook mooi naar voren met Agnus Dei van Zurbaran naast het interieur van de St Odulphuskerk in Assendelft van - de mij onbekende - Pieter Saenredam. Wat een vondst om die bij elkaar te brengen! De ene heel concreet, een wollig geschilderd lammetje, bij de andere de witte kale bogen van de kerk met het preekgestoelte centraal: even voel je de warmte en de beeldenrijkdom van het katholieke Spanje tegenover de godsdienst van het woord in Nederland. In de dialoog van ‘het visioen van de heilige Petrus Nolasco' van Zurbaran met ‘Het oordeel van graaf Willem de Goede’ van Nicolaes van Galen komt dit nog duidelijker naar voren: in de ene zegent een engel deze Petrus die zich dat laat welgevallen met een opengeslagen bijbel bij zich, in de andere staat deze Willem op het punt om onthoofd te worden, met iemand die uit de bijbel leest, naast zich. Godsdienst als weldaad of als wetboek?....
En zo zijn er nog heel andere leefsferen die in deze tentoonstelling van 60 schilderijen aan bod komen: lezen, de vergankelijkheid en ouderdom, de potten en pannen van het dagelijkse huishouden, het rollenspel en daar lol in hebben of juist niet: ik zag er wellicht de eerste Nederlandse roetveeg-piet, het is gemaakt door Frans Hals, de Mulat geheten. Het was er druk en je moet er een tijdslot voor bestellen, maar mijn methode is om in de laatste ploeg te gaan zitten: helemaal op het einde heb je dan even alle zalen bijna voor je alleen, het wordt er stil en in die laatste rondgang komt alles dan nog eens extra binnen.
Om 's avonds het Stedelijk Museum te gaan bezoeken die op de Vrijdag tot 22.00 uur open is, met o.a. de Mexicaanse kunstenaar Carlos Amorales in The Factory die zijn opleiding genoot aan het Rietveld in Amsterdam. Héél intrigerend, lost in words, komt er nu bij me op, alles gaat over de samenhang, of niet, tussen taal, geluiden, de kunstwereld en de politieke of gewone wereld, dromen en realiteit. Maar dit blog zit vol: het was weer een heerlijk dagje kunst-kijken, ideaal.