Ik zat dit weekend in de trein. Tegenover mij zat een meisje die mijn dochter had kunnen zijn. (oei, wat klinkt dat oud) . Stiekem bewonderde ik haar kledingkeuze: lichtgroene amerikaanse All stars, een romantische maillot met een werkje erin, een hups rokje in peruaanse kleuren, een jasje dat van goedgekeurde eco-katoen leek. Ze staarde wat naar buiten, met muziek in haar oortjes.
Plotseling zegt ze tegen me:" wat hebt u een prachtig haar!"
Ik was dus niet de enige die aan het kijken was. Zij had kleine vlechtjes in haar blonde haar bij haar voorhoofd en ik zei dat ik dat niet kon doen, omdat mijn haar daar te stug voor was. De trein arriveerde op het volgende perron, ze stapte uit: "dág hoor!" Hartverwarmend.
Enkele dagen ervoor zat ik in de bus. Ik had een zalmslaatje gekocht, er zat geen vorkje bij dus ik was het met mijn blote handen aan het verorberen. In Indonesië maken ze tenslotte ook met de vingers hompjes rijst, mengen het met groenten en vlees en eten. Met de handen eten is erg lekker.
Maar achter me zei een jongen: "wilt u een lepeltje?" Uit zijn rugzakje kwam een glanzend lepeltje, hoe kon dat? Hij werkte in de horeca, zei hij.
Mischien verzamelde hij zo langzaamaan zijn uitzet bij elkaar.
Lachend stapte hij met zijn vriendinnetje uit. Het lepeltje mocht ik houden: wie weet kwam het wel weer van pas. Lief, vond ik ze.
In de bus raak ik altijd in een goed humeur. Multikultureel nederland floreert in mijn stad. Gemiddeld zitten er 5 verschillende nationaliteiten per rit bij elkaar (ik heb het eens een week lang bij gehouden) en iedereen is uiterst aardig en behulpzaam. Gesluierde vrouwen met buggies worden geholpen bij het in het uitsstappen, de chauffeurs leggen geduldig de kaartjeskeuze uit aan mede- busgangers die het nederlands nauwelijks machtig zijn.
Pas stonden een modern marokaans meisje met een strak truitje met haar, geheel in traditioneel donkere kleuren gestoken tante, wisselend nederlands en marokaans te praten over hun verschillende normen en waarden: het meisje wilde uitgaan, haar moeder vond dat ze thuis moest zijn op een bepaalde tijd, haar tante begreep dat, maar begreep haar ook.
"Respekt, de tijden veranderen, iedereen is anders", was het thema. Tante beloofde met haar zuster te gaan praten.
Het mooist was het een keer in de zomer, toen een vrouw uit een arbeiderswijk instapte en naast een gesluierd vrouw ging zitten. Ze bleken allebei naar de markt te gaan. Struikelend over hun woorden legden ze aan elkaar uit, wat de beste en goedkoopste kraam was voor de groenten. De hele bus bemoeide zich ermee. "Nee, zij bedoelt dát...ja, maar..." Vrolijk stapte de meute uit.
Het multikulturele drama is volgens mij grotendeels een middle-class probleem. In de oude wijken is men al heel lang gewend om gemixt te wonen. "Wie aardig is, is voor iedereen gelijk en wie niet aardig is, moet verdwijnen" is het motto, waarmee men leeft: de nederlandse jongen die drugs dealde moest uit de wijk, maar de turkse familie was oké, hoorde ik 14 jaar geleden al in het wijkcentrum.
Nee, het gaat best goed in mijn stad. En ik heb recht van spreken want ik ben zelf multikulti.