Nog geen maand geleden had ik nieuwe schoenen gekocht. Ouderwetse, zeer degelijke klassieke herenschoenen, zwart met gaatjes, van Engelse makelij. Ik heb lang gezocht naar zulk soort schoenen. Van die schoenen waarvan je hoopt dat je er de rest van je leven op lopen kan. Dat ze zich helemaal naar je voeten zullen vormen en ze aan voelen als een thuis.
In de klerenkast van Vader, op zoek naar het pak en schoenen die hij aan zal hebben in de kist, vonden we een hele zak schoenen. Een paar stelt ons voor raadsels: er stond met ballpoint door de schoenenmaker het adres van mijn toenmalig ouderlijk huis, maar de schoenen zijn veel te groot voor Moeder, die ze nog even paste, maar ook veel te klein voor de schoenmaat van mijn vader. Van wie zijn ze? Misschien van Opa, denk ik nu, die tegenover ons woonde. We kunnen het Vader niet meer vragen.
Er was een ander paar zwarte schoenen, die mij precies paste. Sindsdien loop ik daar op, gedurende de vele dingen die we nu ondernemen. Naar de bloemist voor de bloemstukken op zijn kist, met takken grillig hout, aan elkaar gebonden, een kokosnoot, takken met net ontluikend groen wilgenblad. In het stuk van de kinderen 5 grote roze-witte rozen, als Cameliabloemen, symbool voor het aantal kinderen, in dat van mijn moeder 57 helder rode rozen, voor het aantal jaren dat zij samen doorbrachten.
Ik sta met zijn schoenen aan bij zijn kist. Het lijkt alsof hij vredig slaapt, eindelijk vrij, verlost van alle pijn en ongemak. Ik zie nu veel meer trekken van mezelf in zijn gezicht. Ik realiseer me dat ik daar nu nog naar kan kijken en hij over twee dagen alleen nog maar zal bestaan op foto's en filmpjes. Nu is hij nog materie, tastbaar, driedimensionaal, straks niet meer.
Ik heb nu twee paar schoenen en kan daar zeker mijn leven mee toe. Het ene heb ik zelf gezocht en gekocht en het andere zomaar gekregen: de schoenen van Vader. Ik loop nu in zijn schoenen .
Er was een ander paar zwarte schoenen, die mij precies paste. Sindsdien loop ik daar op, gedurende de vele dingen die we nu ondernemen. Naar de bloemist voor de bloemstukken op zijn kist, met takken grillig hout, aan elkaar gebonden, een kokosnoot, takken met net ontluikend groen wilgenblad. In het stuk van de kinderen 5 grote roze-witte rozen, als Cameliabloemen, symbool voor het aantal kinderen, in dat van mijn moeder 57 helder rode rozen, voor het aantal jaren dat zij samen doorbrachten.
Ik sta met zijn schoenen aan bij zijn kist. Het lijkt alsof hij vredig slaapt, eindelijk vrij, verlost van alle pijn en ongemak. Ik zie nu veel meer trekken van mezelf in zijn gezicht. Ik realiseer me dat ik daar nu nog naar kan kijken en hij over twee dagen alleen nog maar zal bestaan op foto's en filmpjes. Nu is hij nog materie, tastbaar, driedimensionaal, straks niet meer.
Ik heb nu twee paar schoenen en kan daar zeker mijn leven mee toe. Het ene heb ik zelf gezocht en gekocht en het andere zomaar gekregen: de schoenen van Vader. Ik loop nu in zijn schoenen .