vrijdag 24 april 2009

Sterrennacht

Ik liep over de tentoonstelling Van Gogh en de kleuren van de nacht in het van Gogh museum in Amsterdam en hoorde de hele tijd het geluid van de trompettist Eric Vloeimans die ik gisterennacht zag in de herhaling van de Wereld draait door, die geheel gewijd was aan de gisteren overleden Martin Bril. Klagend, huilend, licht dat de nacht in geblazen werd, het donkere wat strepen licht kreeg in klagende, slepende tonen.

Ik schrok van zijn dood, want ik wist niet dat hij ziek was. Ik vond hem zo'n blakende aantrekkelijke man, fel en intens. Ik las hem dus bijna nooit, hij was voor mij vooral een tv persoonlijkheid. Wist ik veel. Ik vroeg me wel altijd af, of ik ooit als kleuter met hem met de blokken heb gespeeld, dat was ook een Martin Bril, dacht ik, kind van een collega van Vader, maar nu lees ik dat de vader van Martin handelsreiziger was, dus dan was hij het toch niet.

Een monumentje werd er voor Bril gebouwd, de vrienden en fans om zijn nagedachtenis heen geschaard, in het openbaar, op de tv: 'Ik zet nu ook elk voorjaar een kastanjetak in een vaas en kijk hoe die langzaam openbloeit', zei een fan, ' omdat Martin Bril dat zo mooi beschreven heeft.' Oog voor het kleine en onaanzienlijke, geschilderd in een ritme en cadans van woorden en misschien is dat wat hem voor mij verbindt aan van Gogh, die dat deed met verf: een explosie van kleur en 'het gewone' als onderwerp.

'De sterrennacht" het doek uit New York waaromheen de tentoonstelling is gebouwd, de Starry, starry night uit het liedje Vincent van Don McLean, is een doek waar van Gogh zelf misprijzend over deed. Mij viel het ook wat tegen. Ik was wel geheel overdonderd door een doek wat er vlakbij hing: een portret van de dichter Eugene Boch, een prachtige kop met daarachter een sterrenhemel waarvan van Gogh zelf zegt dat hij de oneindigheid heeft proberen te schilderen in het diepste blauw dat voor hem mogelijk was.

Dat gezicht van Boch dat oplicht met een immense ruimte achter hem, een eindeloze sterrenhemel, de blik in de ogen van de dichter, melancholisch en berustend tegelijk: dat het menselijk bestaan eindig is en niet in woorden te vatten is en niet te begrijpen is... tezamen het associatieveld dat me aan transitie doet denken. De in elkaar overlopende werelden van donker en licht, van de dood en het leven...

Ik denk dan aan Vader en aan Bril en aan Van Gogh, die vrijwillig gegaan is.' Dikwijls lijkt me de nacht veel levendiger en kleurrijker dan de dag', schreef hij op 8 September 1888 aan zijn broer Theo. Don McLean zingt: But I could have told you Vincent, this world was never meant, for one as beautifull as you...'

Ja, het is soms waar. Dat de gewone wereld nooit zo mooi wordt, als hoe sommigen deze waarnemen en daarover getuigen kunnen. De dichter Eugene Boch was zo iemand voor Vincent van Gogh. Van Gogh deed het met verf, Martin Bril met woorden. Ik kijk in de ogen van Eugene Boch en hoor die trompettist en kijk dan verder, daarachter. Er is een sfeer en een plaats en een tijd waarin we allen samen komen en we hetzelfde voelen: De Sterrennacht.