Met pijn in het hart van Cordoba afscheid genomen. Ik kon maar niet vertrekken. Nam in plaats vam de middagtrein op het laatste moment toch maar de avondtrein... Nog éen keer op een klein rond pleintje zitten onder de sinaasappelbomen, nog één keer op hetzelfde pleintje als gisteren Montillowijn en tapas en tot twee keer toe, perfecte café con leche en er gewoon- maar -zijn. Een soort oergevoel kwam over me. Van er eerder geweest te zijn, heel lang geleden...
Uiteindelijk het laatste uur doorgebracht in de sinaasappelbloesemgeuren van de binnenplaats van de Mesquita, tegen een pilaar aan van de okerkleurige zuilengalerij. Mijn verbeelding nam haar vleugels. 'Ik ben ooit een moslim geweest en ik woonde hier in een van die huizen met een patio. Handelsman, druk en op reis. Maar de Mesquita was mijn ijkpunt. Elke dag ging ik er bidden, het was er druk en benauwd soms, maar dat maakte me niet uit. Ik hield van het op en neer tussen busy-busy en de plek van gebed hier. Deze stad aan de rivier daar verlangde ik naar terug, als ik er niet was.'
Zo'n fantasie zegt natuurlijk vooral iets over mijzelve, nu. Geen gedachte in mij, die het mee wil maken dat er in het woud van pilaren gekapt werd om er een christelijke kathedraal in te bouwen. Ik las dat degene die zijn fiat had gegeven, spijt had toen hij kwam kijken bij de eerste vorderingen, maar toen was het te laat... Ik ben never-nooit-niet een christen geweest in Cordoba. Dat wil dus zeggen: ook nu voel ik me toevalligerwijs in Nederland thuis bij enige elementen die behoren bij de christelijke traditie. Een toeval van plek en tijd.
Maar in de Mesquita... Vanochtend kwam ik binnen terwijl de klokken net geluid hadden en een hele horde priesters in paars-roze cyclaamkleuren en zwarte jurken met wit kant hun mis opvoerden. Twee op een troon, aan hun flanken, aan weerzijden van elk minstens zes, misdienaren erbij, het helle licht dat van boven op hun scheen, al die subtiele hierarchie, al die mannen, al dat theater. Allemaal de handen zijwaarts bij het openen van het Boek, allemaal de handen in zegenhouding, stiekem ertussen door gefluister in de achterhoede.
Het was allemaal van dichtbij te volgen omdat het podium er open bij lag, het geheel is immers midden in de Mesquita gebouwd, ik stond er met mijn neus 10 meter vandaan. Ik keerde me naar het gedeelte bij de Mihrab, waar het licht gelijkmatig gefilterd door de gaten boven, het geheim in zichzelf draagt, naar de beeldloze versieringen die letterlijk het Geheim omgeven. Een Arabisch uitziende man vroeg of ik een foto van hem wilde maken, voor de Mihrab en bij de bogen waar het licht bijna donker is. Een moslim, overduidelijk, hij ging op een bankje bidden.
Zo heeft ieder zijn eigen werkelijkheid. En ik voelde me meer verwant aan hem, dan aan de reutemeteut en de rimram iets verderop. Ik sloeg maar weer eens een Psalm op met de vraag: waar gaat het nu om? Het antwoord was Psalm 62 en die gaat over het stil vertrouwen in God... Daar houd ik het maar bij, want verder weet ik het ook niet.
Uiteindelijk het laatste uur doorgebracht in de sinaasappelbloesemgeuren van de binnenplaats van de Mesquita, tegen een pilaar aan van de okerkleurige zuilengalerij. Mijn verbeelding nam haar vleugels. 'Ik ben ooit een moslim geweest en ik woonde hier in een van die huizen met een patio. Handelsman, druk en op reis. Maar de Mesquita was mijn ijkpunt. Elke dag ging ik er bidden, het was er druk en benauwd soms, maar dat maakte me niet uit. Ik hield van het op en neer tussen busy-busy en de plek van gebed hier. Deze stad aan de rivier daar verlangde ik naar terug, als ik er niet was.'
Zo'n fantasie zegt natuurlijk vooral iets over mijzelve, nu. Geen gedachte in mij, die het mee wil maken dat er in het woud van pilaren gekapt werd om er een christelijke kathedraal in te bouwen. Ik las dat degene die zijn fiat had gegeven, spijt had toen hij kwam kijken bij de eerste vorderingen, maar toen was het te laat... Ik ben never-nooit-niet een christen geweest in Cordoba. Dat wil dus zeggen: ook nu voel ik me toevalligerwijs in Nederland thuis bij enige elementen die behoren bij de christelijke traditie. Een toeval van plek en tijd.
Maar in de Mesquita... Vanochtend kwam ik binnen terwijl de klokken net geluid hadden en een hele horde priesters in paars-roze cyclaamkleuren en zwarte jurken met wit kant hun mis opvoerden. Twee op een troon, aan hun flanken, aan weerzijden van elk minstens zes, misdienaren erbij, het helle licht dat van boven op hun scheen, al die subtiele hierarchie, al die mannen, al dat theater. Allemaal de handen zijwaarts bij het openen van het Boek, allemaal de handen in zegenhouding, stiekem ertussen door gefluister in de achterhoede.
Het was allemaal van dichtbij te volgen omdat het podium er open bij lag, het geheel is immers midden in de Mesquita gebouwd, ik stond er met mijn neus 10 meter vandaan. Ik keerde me naar het gedeelte bij de Mihrab, waar het licht gelijkmatig gefilterd door de gaten boven, het geheim in zichzelf draagt, naar de beeldloze versieringen die letterlijk het Geheim omgeven. Een Arabisch uitziende man vroeg of ik een foto van hem wilde maken, voor de Mihrab en bij de bogen waar het licht bijna donker is. Een moslim, overduidelijk, hij ging op een bankje bidden.
Zo heeft ieder zijn eigen werkelijkheid. En ik voelde me meer verwant aan hem, dan aan de reutemeteut en de rimram iets verderop. Ik sloeg maar weer eens een Psalm op met de vraag: waar gaat het nu om? Het antwoord was Psalm 62 en die gaat over het stil vertrouwen in God... Daar houd ik het maar bij, want verder weet ik het ook niet.