Wat ziet de wereld er weer prachtig uit. Alles bedekt met een dun laagje rijp, de grassprietjes steken kittig de blauwe lucht in, de kale takken berusten zich in hun kale lot en op het water ligt weer een heel dun vliesje ijs. Hoe de wereld, met zo'n simpele ingreep, wat kou, een ander aanschijn krijgt. Hoewel simpel? Als de klimaattop in Kopenhagen mislukt, dan komen er wellicht tijden in Nederland waar neerdalend rijp een Wonder gaat heten.
Maar laten we vrolijk zijn. Charlotte Mutsaers krijgt de P.C.Hooftprijs in 2010, eindelijk gerechtigheid, dit eigenzinnige gekke mens met rare invallen en associaties, die het topboek Koetsier Herfst schreef, dat in geen enkele boeken Toptien terecht kwam. Dat boek gaat over Ergens Voor Gaan, hoe gek en vreemd ook, het gaat over Overgave en hoe alles mis gaat als dit zich mengt met macht en misbruik daarvan.
Er is een nieuw boek uit van Edwin Koster en Wessel Stoker: Roman & Religie. Bespiegelingen over godsdienst in 'Knielen op een bed violen', waar enkele filosofen en psychologen zich buigen over Knielen op een bed violen (2005) van Jan Siebelink. Bijna alle zes, op eén na, veroordelen de godsdienstige praktijken van de hoofdfiguur. Dat lijkt me een open deur, voor wie het boek gelezen heeft: er wordt een heel gezin geterroriseerd door de godsdienstige praktijken van de vader. Maar er is meer aan de hand. Volgens Jan Greven in Trouw van vandaag, prikkelt Siebelink onze fascinatie voor absolute overgave.
Dit ben ik met hem eens. Het raadselachtige aan het boek is, die vader wiens échte leven zich afspeelt in de wereld van de Geest, zijn zoeken en ervaren van datgene of degene die wij God zijn gaan noemen. 'God', is natuurlijk een onmogelijk woord in de taal en de vergelijking die Greven trekt met 'verliefd-zijn' raakt wel aan dat onmogelijke.
Wanneer je verliefd bent, dan weet je eigenlijk niks zinnigs over die ander te zeggen. Je gaat voor datgene in een andere, dat je vermoedt, iets dat er niet bewijsbaar is en er vaak ook niet of maar zeer ten dele is, in die ander. Is daarmee verliefheid irreëel en leef je dan in schijngestalten? Ja en nee. De verliefdheid zet hengels uit waarmee je vist naar ongekende diepten en rijkdom in het water.
Zo is het ook met de overgave aan 'God'. We weten niet precies wat we daarmee doen en zeggen. Soms denk ik dat 'God' vooral verwijst naar een ongekende potentie in onszelf, waarvoor we bang zijn. Een muis draait liever veilige rondjes in het rad, dan het open vrije veld in te gaan vol grassen en bloemen en granen en wat al niet meer.
Overgave in allerlei vormen intrigeert ons, omdat het ook zo vaak mis gaat daarmee. Verlies van jezelf op alle fronten, met schade en schande wijs worden, terug kijken en denken: hoe had ik zo stom, bedwelmd en zonder voor behoud kunnen zijn? Maar toch...
Jan Greven laat in het midden of de bemiddeling van die ervaring van absolute overgave aan God, middels allerlei godsdienstige praktijken, goed of slecht zou zijn. Volgen vijf auteurs uit die bundel, is het eigenlijk verkeerd, hoe de hoofpersoon daarmee omgaat. Jan Greven is zelf dominee en dus gebaat bij bemiddelende instanties rondom de Godervaring.
Ik denk steeds meer: overal waar een eigenbelang meespeelt rondom wellicht het grootste thema van het leven Overgave aan... daar gaat het fout. Of dat nu de eenzaamheid is van de hoofdfiguren in Koetsier Herfst of kerkelijke en godsdienstige praktijken waar de bemiddelaars geld (moeten) verdienen.
Misschien zouden we wél kunnen proberen om adembenemend, met open ogen en hart voor het grote Mysterie te gaan staan. Doodeng en íets in jezelf zal sterven. Maar net zoals bij verliefdheid kan daar ook iets uit groeien dat liefde heten mag, voor allen en een ieder waarin je dezelfde sporen van God vermoedt en soms ervaart.