maandag 29 november 2010

Stilte-glimlach

Vanochtend las ik mijn uitgebreidere tekst voor, vrucht van de bezinningdagen in het klooster. De eerste drie regels in haiku-vorm die waren er al en de andere regels vielen me vorige week thuis zomaar te binnen. Dus het werd:

Diepste stilte is
het wezen van mij waaruit
verbondenheid wordt

als een kiem die in het donker
wacht
wil het elke dag
ontluiken
en tot LEVEN komen.

Het is raar, met die diepste stilte. Het is als een ijkpunt, een kiem dus, die je in je zelf gewaar kunt worden en pas wanneer je dat doet, dan is alles wat daaruit on staat iets wat ontluikt in een bewustzijn van verbondenheid. Als je die kiem niet gewaar bent dan wordt alles wat je doet zo leeg en zonder betekenis, alsof je jezelf laat verwaaien in de wind. Tenminste dat is mijn ervaring.

Die diepste stilte die is er allereerst uiteindelijk in je zelf, maar het helpt wel als de omgeving als het ware zachte, warme vruchtbare aarde is, die die stilte koestert, omgeeft, de ruimte geeft. Waar vind ik die ruimtes?

Daar waar ik met anderen mediteer in een kring. Wanneer ik al wandelende het ritme van mijn voetstappen en mijn ademhaling volg en vanzelf stil word van al die mooie natuurscenetjes die langs je oog heen trekken. In de kapel van de Clarissen, maar niet als ik naar die lijdende houten Jezus kijk die aan het kruis hangt. Wel als ik mijn oog richt op de kleurige grote glas-in-lood- ramen aan twee kanten.

In mijn eigen kapelletje waar mij nu een icoon van Maria met een bruine hoofdoek om en een kind dat bijna uit haar schoot springt in een wit speelpakje met groen op een oranje doek, mij aankijkt. Als ik in mijn eigen achtertuintje kijk, naar de mussen, de koolmeesjes, een enkele merel, tortelduif, rood borstje die rondfladderen. Met op de grond, helemaal achterin een witte zittende Boeddha.

Boeddha-beeldjes zijn nu echt OVERAL te koop. Zou het een onbewust verlangen uitdrukken naar die stilte, die doet glimlachen? Nee Jezus heeft dat niet en Boeddha wel: de glimlach van de Stilte.