Gisterenmiddag had ik het plan om het winterbos in te lopen. Daartoe had ik me dik ingepakt, laagjeskleding die alom wordt geadviseerd en een liter hete thee gezet. Buiten gekomen dacht ik: Nee, toch maar niet. Wat was het stervenskoud! Daarvoor in de plaats twee dvd's gekocht en bekeken. Warme chocomel, een stuk banketspijs, een bessenlikeurtje, wat is het leven dan heel oké.
De films pasten ergens wel bij elkaar. De ene was Mrs. Henderson presents, een film van Stephen Frears, die ook Dangerous Liasions maakte. Judi Dench speelt de steenrijke weduwe Mrs. Henderson, die geen zin heeft in een boring afterlife: het wegschenken van haar vermogen aan goede doelen, braaf opzitten met andere weduwen, dure boodschapjes doen. Ze koopt een theater op en laat er voor het eerst naakte meisjes in op treden. Het is echt gebeurd : The Windmill Theatre in London.
Het wordt Tweede wereldoorlog, het theater gaat ondergronds en verschaft zo vreugde aan soldaten die naar het front gaan. Zij heeft haar zoon verloren aan de eerste wereldoorlog en in zijn spullen vond ze een verfrommelde foto van een naakt meisje. Dat haar zoon, nooit zo'n meisje in het echt heeft gezien, dat is haar oerinspiratie voor dit theater. Vrolijke revueliedjes, een passie voor het leven terwijl de dood rondwaart, een heel fijne film voor een koude winterdag. ( 5 films voor 5 euri bij Bart Smit)
De andere film was Modigliani. Deze film speelt zich af in Parijs, 1919. Andy Garcia speelt de schilder Modigliani, die me de hele tijd aan de schrijver Hafid Bouaza deed denken: dezelfde tomeloosheid, leven in een roes van alcohol. De hele sfeer van het intellectuele kunstenaarsklimaat van toen komt er tot leven. De schilders Utrillo, Soutine, Diego Rivera, Derain en Pablo Picasso leven er. De film gaat over de rivaliteit tussen Modigliani en Picasso. Wie is de beste schilder? Modigliani die vrij realistisch steeds maar weer zijn geliefde schildert of Pablo Picasso die van het ene experiment in het andere duikelt en nu net in zijn kubistische periode zit. Modiglini sneert daarover.
Vandaag zocht ik een schilderij van Modigliani in mijn kunstboeken. Maar hij ontbreekt. Door de film weet ik dat hij jong gestorven is door een combinatie van een zeer zwakke gezondheid door kinder- TBC en in elkaar geslagen worden op een winterse avond; de avond waar hij Picasso in een wedstrijd wie het beste schilderij heeft gemaakt, verslaat. Toch ken ik een schilderij van Modigliani héél goed: de leraar engels had een dame in het blauw, wellicht het winnende schilderij, achter zijn lessenaar hangen en ik moest vaak voorin zitten omdat ik zo'n kletskous was.
Ook Gertrude Stein verschijnt op feestjes, het kunstenaarcafé, de Salon, de soirees. Een kleine, dikke, dominant gekke dame met scherpe ogen. Dus ik ging op zoek naar de naam Modigliani in The autobiography of Alice B. Toklas uit 1932. Hier beschrijft Stein door de ogen van haar vriendin Alice, hun leven dat zich grotendeels in Parijs afspeelt. Allemaal andere beroemde namen komen voor, behalve kunstschilders: zoals A.N.; Whitehead, filosoof en theoloog, de meest beminnelijkste man die ze kent, mensen uit de Bloomsburygroep, Eric Satie.
Ik lees dat Franciscus van Assisi een van haar 3 favoriete heiligen is, een ander is Theresa van Avilla, en zij en Alice wandelen in het dal van Perugia en gaan naar Assisi, zoals ik de vorige zomer ook gedaan heb. Alleraardigst dit nu zo terug te lezen: indertijd ontging zo'n passage me geheel want ik had zelf nog niks met Franciscus. Ook leuk om te lezen dat ze ge inspireert is door de filosofie van Bergson, die het over 'tijd' heeft als 'duur': een soort Eeuwig Nu, heel erg in tegenwoordig, en Gertrude Stein ontwikkelt daaruit haar eigen schrijfstijl van het telkens maar herhalen. Beroemd van haar is: A rose is a rose is a rose.
Maar ik dwaal af. Modigliani komt ook bij haar geheel niet voor. Pablo Picasso daarintegen wel: het zijn elkaars beste vrienden, met ups and downs. Door de combinatie van Stein en de film, weet ik nu dat Picasso net zijn Harlekijnperiode had afgesloten, bezig was met het kubisme en tevoren al met Matisse, die in 1919 in Algerije zit, in een soort rivaliteit verwikkeld was. Modigliani moet in zijn lange leven maar een voetnoot zijn geweest, want nog later in zijn leven zoekt hij een verhouding tot Jean Cocteau, die ook al in de film verschijnt, en Jean Gris.
Volgens de film zijn de woorden die Picasso op zijn sterfbed prevelt: Modigliani... Zou dat waar zijn? Of geeft het alleen maar het zeer sterke mechanisme aan in elk van ons, om jezelf tot het centrum van het heelal te maken?