woensdag 15 december 2010

Scenewisseling

Het was weer zo'n prachtige winterse wandeldag: het Ludgerpad van Zelhem naar Halle.
- Kijk hier eens even en stel je dat voor zo meteen voor, zei vriend E. en sloeg een oude historische atlas open. Daar was te zien dat het landschap waarin we zouden gaan lopen, een eeuw geleden nog helemaal heide was, met moerassige vennen en jeneverbesbomen. Maar ook nu kwamen we zo'n stukje tegen. En stukjes bos met hoge verdorde varens. En helder wit winterlicht, plekken licht en lichtbundels tussen donkere wolken, dat je ook ziet op Scandinavische schilderijen.

Een veld ritselde in een gouden laat middaglicht; oud blad op een kaal nog half bevroren grond, wind die zacht ruist waardoor het even leek of je op het oppervlakte keek van een tintelende zee, vlak voor zonsondergang. Wat paradijslijk haast, die kalmte en rust van het Achterhoekse coulissenlandschap. En nauwelijks een mens te bekennen.

Thuis gekomen zette ik laat op de avond de tv aan. Wat was er toch allemaal ook op diezelfde dag gebeurd? De tv voelde 'hot' aan. Alsof je ineens in de voorportalen van de hel belandt: misbruik van jonge kindjes in Amsterdam, een terroristische aanslag in Stockholm. Voorportalen: want ik wilde kijken naar de documentaire Fokking Hell.

Daar zie je 'onze jongens' in Uruzgan, door hen zelf gefilmd. Al is beeldmateriaal maken en naar buiten brengen, eigenlijk verboden wegens militaire geheimen en dergelijke, met de techniek van tegenwoordig is het niet meer tegen te gaan. Je ziet ze in heel primitieve omstandigheden midden in de zandbak, een verjaardag vieren, douchen onder een zelfgemaakte installatie van twee flesjes water en een emmer met gaten. Ze douchen soms 17 dagen niet, hebben een hele week dezelfde onderbroek aan, vertelden ze in shots tussendoor in hun glimmende onberispelijke uniformen tegen een neutraal beige achtergrond.

Het ene moment praat je nog met je familie en vrienden, maar in de bus naar het vliegtuig gaat de knop al om. Daar, in die omstandigheden die heel lang aanblijft voelen alsof je in een film bent belandt, praat je uiteindelijk over alles. Je hebt alleen elkaar. Nee, over de dood daar hadden ze nooit met elkaar over gesproken. 'Toen ik werd beschoten, dacht ik alleen maar: hé ze kunnen me zien, ik moet een beetje opschuiven.'

De beelden die ik telkens weer voor ogen zie, zijn de shots genomen in een woestijnhuis bij mensen thuis. Je moest bukken eer je erin kon. 'Het lijkt wel Madurodam of de Efteling, hoor je op de achtergrond. Het cameraatje gaat langs mooie kleurige vloerkleden, schilderijtjes aan de wand, kussens op een bed, kinderspeelgoed, huisraad en gerei, een klein roze plastic rond spiegeltje aan de lemen wand. Het is alsof de jongen die dit filmde zonder woorden steeds maar zegt: Hier wonen ook mensen. Dit zijn mensen. Hier wordt geleefd, gespeeld, lief gehad. Wat doe ik hier? Hoe kan het zover komen?

Dan zou je willen dat de flexibiliteit van de menselijke geest zou worden intgezet voor een heftige verandering naar iets geheel anders. Dat iedereen bewust aan een scènewisseling kon doen. Dat er besloten wordt: oorlog mag niet meer. Wapens en geweld mag niet meer. We lossen het voortaan met woorden op. We zetten jullie in een lege ruimte, we laten jullie wandelen in een stille natuur en je mag pas wat anders gaan doen, als je er samen uit bent gekomen.