Er zijn mensen die zich altijd bezig houden met wat ze dénken te moeten. In de beleving van zichzelf doen ze vreselijk hun best, maar dan komen ze er toch achter dat wat ze doen niet altijd aanslaat. Niet zoals ze dat gedacht of gewild hadden. Vervolgens doen ze nog een poging en nog eentje, maar elke keer slaat het niet aan. Dan worden ze wanhopig en gaan denken: nu heb ik alles gedaan, ik weet het niet meer, wat ik kan doen, hoe ik moet zijn, dat heb ik weer, dat ik niet begrepen wordt.
Hieraan tengrondslag ligt een denkfout. Het gaat er niet om dat je het al dan niet goed doet in de ogen van anderen. Je kunt niet mislukken of falen in deze als je , in plaats van de vraag: Wat moet ik doen?, je jezelf de vraag stelt: Wie wil ik zijn? Wie wil ik zijn voor die ander? En of dit nu wel of niet beantwoordt wordt: het zó zijn als wie je wilt zijn, dat is dan genoeg.
Vanochtend las ik een oude zegewens voor, waarvan ik niet meer wist of ik deze in dit gezelschap al eens uitgesproken had. Door de immense stilte erna, het zichtbaar onder de indruk zijn, dat het raakte, zó dat iedereen nog stil bleef zitten en niet uit de stilte weg wilde, snapte ik dat het nieuw was. 'Die had je nog niet voorgelezen... ook zelf geschreven, zeker... dat kan alleen als je dat zo ervaren hebt'... Ja, dat is dan kennelijk zo.
De ervaring die eraan ten grondslag ligt is, denk ik, dat jij zélf degene bent die in de wateren van het leven, de stuurvrouw kan zijn. Dat er oevers zijn van stilte die je in de woelige baren een thuiskomst bieden. Dat alles wat je doet geslaagd is wanneer het voortkomt uit een houding van ontvankelijkheid, openheid. Verwondering de boventoon is. En nu dan die oude zegewens:
Moge je met een zekere regelmaat
de zomen en de oevers van je leven bereiken
dat je daar stil mag ZIJN
verwonderd, wachtend, verwijlend, ontvankelijk.
Moge je ervaren dat je uitgenodigd wordt
om het water van je leven te aanvaarden
soms is het water woest of rusteloos
soms zal het stromen in je: Levend water.
Moge je ervaren dat je niet alleen bent
dat de Levende met je mee trekt
door de wateren heen
en aan de oevers van de stilte.