maandag 3 maart 2014

Nog eenmaal

Toeval: ik hou ervan. Dat er dingen gebeuren die toevallig bij elkaar passen, die je niet hebt kunnen controleren, maar het gebeurd, je vindt zomaar wat, als een kleurig bloemetje in een wei en dat is leuk. Zo vond ik in een rommelwinkel, de dag voor de crematie van Leo Vroman zijn dagboek: Misschien tot morgen 2003-2006. Dat neem ik serieus dacht ik, dus de volgende dag, die zich grotendeels voor mij uitstrekte, ben ik in dat dagboek gedoken. De kracht van de verbeelding: alsof je hem inderdaad mee maakt.

Het gegeven dat zijn lichaam nog wel of niet boven de grond was, hij werd in Amerika gecremeerd en ik wist het niet exact met die tijdsverschhillen, al dat DNA dat dan tot as verworden is, het drukte mij heel erg op de vergankelijkheid van alles. Dat is trouwens ook een thema van Vroman zelf. In een van zijn gedichten, die ik er ook bij had gepakt, heeft hij het over zijn DNA en dat dit DNA nu in iets anders doorleeft: van de snottebel van toen hij een kleuter was, tot een zaadlozing in het zomergras. Die laatste zin verzin ik zelf: ik heb de bundel nu niet bij de hand.

Op de achterkant van de 262 Gedichten, een foto van Vroman, op middelbare leeftijd, olijk kijkend met een vlinderdasje. Op de voorkant van het dagboek een zelfportret in de spiegel gemaakt met een cameraatje: een oude, oude man met de ogen helemaal ingevallen in de kassen.Ook de tijd verandert snel: in 2006 kon je nog geen selfies maken, alleen het spiegelbeeld was van zo dichtbij fotografeerbaar.En het past bij Vroman, die ook wetenschapper was en geinterresseerd in nieuwe techniek, om bijna een selfie gemaakt te hebben.

Wat een gedaanteverwisselingen maak je toch mee, van jong naar oud.. Ik was ronduit geschokt, toen ik onlangs naar Dokter Deen ging kijken, met Monique van der Ven als huisarts op Vlieland. En wie speelt haar moeder? Pleuni Touw! En die had ik kort daarvoor nog zitten te bewonderen in De Stille Kracht. Dat verleidelijke, wulpse lichaam, die zwoele stem. En nu? Dikkig en kromgebogen, rondschuifelend, een wit pagekapsel: je kunt het bijna niet geloven. Omdat in de wereld van de verbeelding en de gevoelslagen die daarbij horen, ze zó jong bij mij ingegraveerd is: Pleuni Touw is voor mij altijd die vrouw gebleven met dat vibrerende lichaam vol lust, ergens in Indonesië; het eerste naakte lichaam op de tv, wellicht.

Ik zag ook de film About Schmidt met Jack Nicholson, die een 66-jarige man speelt, net met pensioen en daar lijkt ook Nicholson, zó oud. Je ziet het allemaal: dat rimpelige lijf, de vadsigheid en misschien lijkt Nicholson daar ook weer zo oud, omdat hij in mijn verbeeldingslaag de leeftijd heeft van in The Shining: felle ogen, donker haar, vitaal met een bijl zwaaiend. Maar als Nicholson zo oud gaat worden als Vroman, dan heeft hij nog meer dan dertig jaar te gaan!

Als je zó oud wordt, dan ben je in je leven, langer oud, dan jong. En dan zegt Leo Vroman, met woorden uit 1974, zo vers van het internet geplukt:

Nog een maal een teruggekeerde
stem en verwaaide taal
van een tot mest verteerde vriend,
nog eenmaal.