Woorden... ze dienen ergens toe en ze dienen nergens toe. Je zou soms willen dat ze als gereedschap zijn en aan de weg kunnen timmeren en kunnen opbouwen. Maar omdat je nooit weet hoe de ontvanger eraan toe is, weet je niet wat je woorden bewerkstelligen. Als de ander een sloper is dan verdwijnen je woorden naar het rijk van de fabelen. Als de andere een sprookjesverteller is, ja dan ook...
De enige, die jouw woorden zo kan horen, zoals je ze bedoeld hebt, dat ben je in feite alleen maar zelf. En in de ruimte van de meditatie, ja, ook daar is de kans het grootst dat je woorden aan de weg kunnen timmeren. In mijn ervaring timmeren ze in ieder geval wel aan mijn eigen weg: de woorden die ik daar zelf verzin en uitspreek, die snijden tenminste voor mezelf hout. Hout, tot een beeld, een vorm, tot 'íets' dat gelukkig stemt...
Dus deze week houd ik me maar aan mijn eigen woorden vast, van de maandagochtendmeditatie:
Zacht zijn en toch niet slap
Meebewegen en toch je eigen koers volgen
Zwaartekracht ervaren
in het aangezicht van Licht:
De dans van het leven dansen
met vreugde en geduld.
'Meebewegen en toch je eigen koers volgen': die vind ik op dit moment het meest uitdagend. Ik denk dan aan de bewegingen in de tai chi: ze zijn vooraf vastgesteld, maar ze geven alleen maar kracht en energie als je daarbinnen toch je eigen koers volgt. Het is een soort van delicate balans, een tastend en speurend, dingen doen en laten.