Er is een bepaald soort energie, om maar eens new-agerig jargon te bezigen, rondom sommige mensen die ik heel prettig vind. Het is een soort op-de-wip-zitten bij hen: aan de ene kant is er iets van onschuld en onnozelheid en aan de andere kant blinkt iemand juist uit in een vaardigheid. Kan goed tekenen, of onverwachte gevatte grapjes maken, of heeft een aparte hobby, of is héél slim; enzovoort. Wip-wap: de ene keer zie je de ene kant en dan ineens weer de andere.
Door die onnozele kant, iets van het dromerige kind dat die andere ooit was, zonder machtswellust, of willen scoren, of overbewustzijn, hangt er een soort van grote relativering om zo'n mens heen. Ze doen iets, maar ze zijn ook ergens anders. Ze laten zich niet pakken of grijpen, ze zijn ook niet zo doelbewust: ze leven wie ze zijn: gewoonweg, wip-wap, nu eens zus en dan weer zo, en soms in een voortdurende mengeling van beide tegelijkertijd.
Deze gedachten zijn ontstaan omdat de acteur Mat Damon even sterk bij me in the picture kwam, letterlijk dus, ik zag twee film met hem in de hoofdrol Promised land en We bought a Zoo. In de eerste speelt hij een verkoper van een aardgasbedrijf . Waar gas is moet hij de boeren ertoe zetten dat er geboord mag worden op hun land. Hij komt zelf ook van het platteland en hij denkt dat hij er daarom zo goed in is om de contracten te verkopen; omdat hij echt gelooft dat hij de mensen zo in de vaart der volkeren brengt. Maar de harde wereld bedriegt hem en dan herpakt hij zich en kiest voor een andere richting in zijn leven.
Dan zie je die Mat Damon-blik: zijn ogen turend in de verte, en tegelijk ingekeerd, zijn wangen bijna tussen de mond, een beetje trekkend met zijn bovenlip, zijn lichaam intens alert en toch jongensachtig onschuldig. Die blik is er ook in die andere film, waar hij een verse weduwnaar speelt met twee kinderen die een verwaarloosde dierentuin koopt, in de hoop zo zijn vrouw te kunnen vergeten. Hij raakt er bankroet van en dan: de keuze tussen het opgeven of toch... en weer kiest hij het goede.
En die blik zit er ook in al die andere films: in de hele Bourne Trilogy, waar hij een ijzersterke gevechtsmachine blijkt te zijn, maar niet wetend wie hij is en hoe hij zo geworden is. De blik zegt daar: ik ga dóór totdat ik het weet, ik geef niet op, al snap ik er helemaal niks van. En dan in Good Will Hunting: een zeer intelligente jongen die schoonmaker is, met bindings- en verlatingsangst. De blik van: ik wil niet veranderen, dit ben ik, en dan bij elke keer het moment dat hij zich weer iets meer uitrekt en naar de wereld die bij hem past, reikt: die Mat Damon-blik.
Het is trouwens een blik die ik spontaan aantrekkelijk en vertederend vind, maar die ook kan omslaan in die van een afstotend, geen verantwoordelijk nemend, pruilend kind. Dan implodeert die Mat Damon blik in een soort van verschrompeld ballonnetje.