donderdag 18 september 2014

Kerkloper?

Ik moet er wel om lachen. Uit een Japans winkeltje in Amsterdam had ik eens een 'obi' meegenomen in de uitverkoop. Beige-wit met wat zilveren bamboestengeltjes erop gedrukt. Het is zo´n 3 meter lang en zo´n 30 cm breed. Bedoeld als omwikkeldoek bij de kimono, maar ik dacht leuk voor op tafel.  Maar het was te groot, dus het hing bij mij over een deur in de kamer. Toen bedacht ik me, dat het wél leuk zou kunnen passen, diagonaal, over een grote tafel in het wijkcentrum en dit krijg ik te horen: 'Waar heb je dat nou weer vandaan? Uit een kerk?  Het lijkt wel een kerkloper!'

Ik vrees dat dit toch de nieuwe beeldvorming is, die binnen is gekomen, sinds het interview.  Dat ik iets met de kerk van doen heb. Maar dat heb ik helemaal niet. Zelfs het woord `kerkloper´is nieuw voor me. Ik vermoed dat dit het tafelkleed is dat op het altaar ligt. De leeftijd van mensen in het wijkcentrum ligt dichter bij het `Rijke Roomse Leven`, dan het mijne.

Pasgeleden was ik in Almelo, alwaar er in een oud Franciscanessenkloostertje - nu een woongroep - van De Wonne is, alweer 20 jaar. Er is plaats voor zes kerngroepsleden en negen tijdelijke bewoners, die om welke reden dan ook, opvang nodig hebben. Dit kloostertje liet mij fantaseren, wie ik was geweest, zeg, ergens in de jaren 30 of 40 of 50 van de vorige eeuw, toen het voor vrouwen niet heel vanzelfsprekend was om een druk en vol en zelfstandig leven te leiden.

Het kloostertje had van die sympathieke, menselijke proporties. Met een kleine bakstenen kapel en een lieve naïeve kleurige muurschildering van een plaatselijke kunstenaar op de eerste verdieping en zonnige ruimtes onder, nu huiskamer, toen de refter. Alles omringd door een tuin met een Lourdesgrotje.  Naast het kloostertje aan de ene zijde, de kleuterschool, die door de zusters gerund werd, met een grote speelplaats en fruitbomen daarachter. En aan de andere zijde nog een binnendoorgang naar de kerk, dat nu Voedselbank is.

Hád ik in dat Rijke Roomse Leven, als ik in Nederland geboren en getogen was me wellicht op zo´n plek thuis gevoeld? Met negen leeftijdsgenoten zo´n kleuterschool runnen en met elkaar het leven delen? Ik heb tenslotte ook ooit in een kindertehuis, ook in het Verre Oosten van het land, intern gewerkt. Was dat iets voor mij geweest? Of had ik toen ook, de kerk een benauwende structuur gevonden en was ik daarvan weggelopen? Ik zal het nooit weten.