donderdag 25 september 2014

Razernij

Ik las tot tweemaal toe de 113 bladzijden van De razernij der winderige dagen van Leo Pleijsier. Zijn allereerste boek, toen hij 32 jaar was. Het is autobiografisch. Hij, de schrijver vertrekt op 3 September uit het dorpje Rijkevorsel na zijn zoontje naar school gebracht te hebben, naar Antwerpen om daar een meisje van twintig te ontmoeten. Dat vertelt hij tot 10 keer toe, telkens op een andere wijze met andere accenten in De Eerste Beweging, de Knoping (desis)  geheten. In Tweede Beweging, de Ontknoping (lusis) lijkt het alsof hij weer terugkeert naar zijn geboortedorp en teruggaat naar zijn kinderjaren.

Dit is een zeér droge beschrijving van de inhoud van dit boekje, dat verder nog een Proloog, een Epiloog en Aantekeningen bevat. Want het boekje braakt zijn woorden als het ware uit, je wordt meegesleurd en de eerste keer is het de emotie die je in de ban houdt: een soort van razernij, zoals in de titel van het boek zit. Alsof de schrijver zich tegelijk zéér bewust is van elke woord dat hij schrijft, en tegelijk er niet helemaal vat op heeft.

Ik weet er eigenlijk niks meer over te zeggen. Hij onderschrijft de woorden van Rilke: de geschiedenis van de Verloren Zoon, is de legende van hem, die niet bemind wilde worden. Dus het gaat ook over weggaan en weer terugkomen. Een wonderlijk boekje waarbij ik me weer eens bewust werd dat woorden een werking hebben: Met alles wat je zegt, voltrek je ook iets. Je schept nabijheid.Of afstand. Je breekt.  Of je heelt. Je verbindt. Of je verwoest. Enzovoort.

Een citaat maar, uit de proloog, om iets van de werking van Pleijsiers woorden te laten ontstaan: Je zal opnieuw het woord 'landschap' schrijven, het woord 'dorp', het woord 'gehucht' , het woord 'weg', het woord 'verkennen'. het woord 'gaan', het woord 'doorkruisen'. Je stelt je hoop op deze tekst die uiteindelijk deze woorden opnieuw met elkaar in verbinding zal dienen te brengen en die jou het antwoord op de vraag naar de richting waarin jouw bewegen ten opzichte van het landschap verloopt, zal moeten opleveren. Jij verloren en verliezende zoon.