Ik ben in supermarkten een 35%-shopper: ik loop zonder enig idee of plan binnen, kijk naar producten die 35% zijn afgeprijsd en dat wordt dan mijn eten van die dag of de dag erop. Naast een prijsvoordeel ben ik ondertussen ook geheel ontwend om te denken: wat wil ik gaan eten? Dat scheelt aan energie, en ik eet met regelmaat iets wat ik nog nooit eerder gehad heb.
Pas nam ik vis mee, die leek op een platte schol of een tong. Maar toen ik het uit de verpakking haalde, bleek het dubbel geklapt te zijn; het was de ene helft van een aardig grote vis. Dus ik keek op de achterkant: de vis heette Haka en kwam uit de Stille Oceaan. Ik keek op mijn eetbordje met toch iets van verbijstering: de bloemkool en de wortels en de aardappelen komen uit mijn buurt, gebracht door een hippie-figuur met een vlechtje in zijn baard en op klompen. Ik ken de grond waarop het geteeld wordt, maar die vis ???
Hoe komt een vis uit de Stille Oceaan helemaal naar dit lage land, dat aan zee ligt, waar slaat dat nu eigenlijk op? Dit gevoelen is ingegeven door het boek Fast Food Nation , een wereldhit uit 2001 van Eric Schlosser. Weetjes die ik heb opgedaan: elke hamburger bestaat uit 5 tot 100 (!) verschillende runderen. Die runderen komen uit Meatpack-towns: oorspronkelijk landelijke dorpen en stadjes die uitgegroeid zijn tot uniforme vleesindustrie-afwerkplaatsen. Die koeien staan in hun eigen shit, zó erg dat er ongeveer in elke hamburger wel shit moet zitten.Vandaar de Gekke Koeien-ziekte, die overigens pas na 2001 uitbrak.
Nou, ja. 'Dierenleed' blijf ik een ambigue woord vinden. Je mag een dier wat mij betreft opeten, als die smaakt (Als mensen mij zouden willen opeten na mijn dood, heb ik daar ook geen moeite mee). Velletjes van dieren en anderszins kun je wat mij betreft gewoon gebruiken.
Ik was in het Arnhems Museum naar de tentoonstelling Beauty and the Beast: Daar was de handtas die kunstenares Tinkerbell gemaakt had van haar depressieve poes, die ze daarom gedood had. En nog veel meer moois. Een bustierre van een open geklapte kleine papagaai, hoeflaarzen, van voren een paardenhoef, en van achter een stalen hak,een kleine tasje van een grote rode pad, een kronkelend sculptuur bekleedt met glanzende zwarte kraaienveertjes, een eigele bontmuts van eendagskuikentjes, een schouderdecoratie van een spreeuw met een gouden snavel, babyslofjes van twee mollen: ik werd er vrolijk van.
Ik heb zelf ook lang een heel zacht mollenvelletje gehad, die ik had gedroogd van een levende mol die een poes voor me neergelegd had. Ik steek graag veren tussen mijn hoed. Ooit vond ik een nog warm eekhoorntje in het bos en vond het jammer dat ik geen kunde had om die op te zetten.
Hamburgers van Mac Donalds hebben ook wel een sentimentele waarde voor me. Maar dat moet maar weg, want dat is door Mac Donald wereldwijd in kinderen gebrandmerkt. Ze doen er onderzoek naar om door die M., twee gouden poortjes, zoveel mogelijk kinderen te lokken en ik hou niet van kinderlokkers. Wel van dieren. Een beetje.