donderdag 19 februari 2015

Rembrandt, wat blijft

Het is net alsof ik ze in het echt gezien heb en bij ze op bezoek ben gegaan: Lucretia, die moest huilen. Ach... zo aangrijpend, ik ben gevoelig voor mensen die huilen, weet er niet goed raad mee, zou ze willen troosten, je krijgt er een brok van in je keel. Maar ondertussen weet ik in het echt, dat je het verdriet van een ander niet kunt oplossen of daar werkelijk bij kunt zijn. Ze stond ook nog eens op het punt om zelfmoord te plegen en het bloed was al te zien op haar witte hemd, maar dat deed me minder dan die traan die in haar oog welde.

Dan was er Jan Six, een boezemvriend, met de blik zoals vrienden naar elkaar kijken: vol genegenheid, met iets van relativering en ironie, alsof hij zegt: 'Ik ken jou, mannetje en ik vind het helemaal oké, precies zoals je doet en precies zoals je bent.'

En dan die oudere lezende vrouw, die zich onbespied waant. Wat fijn om ongegeneerd naar haar te kunnen kijken, zonder dat je bang hoeft te zijn dat je haar stoort: hoe de woorden en gedachten haar vervullen, de geest die haar hele wezen beademt. En de slapende jonge vrouw, neergezet in enkele dunne bruine verfstreken, zo werkelijk als dat kan worden: een gestolde herinnering.

Het gaat over de tentoonstelling 'Late Rembrandt' in het Rijksmuseum. Het was er héél erg druk, maar wanneer je verzinkt in zijn schilderkunst, dan verdwijnt iedereen. Dan blijft dat geniale over: dat er mensen verschijnen uit louter tekening en verf. Zoals Michael Angelo ze uit het marmer deed oprijzen. Ik heb al heel lang een ansichtkaart van een etsje op ware grote van de jonge Rembrandt bij mijn leesstoel hangen. Als ik daar naar kijk dan weet ik dat iets in mensen eeuwig is en onsterfelijk.