zaterdag 29 april 2017

Oeps; ring en pluksla

OEPS. Gisteren had ik een  milde opruimstemming. Mild omdat ik eigenlijk te moe ben om bergen te verzetten, nog steeds heb ik gebroken nachten en moet ik wel 2 uur per dag werken. Ik besteed daar nu ongeveer al mijn energie aan, ik ben fysiek tamelijk uitgeput, maar mentaal nog steeds fit, gelukkig. In de opruimstemming, dus, deed ik een doosje open  en daarin bleken twee ringen te zitten. Van jaren geleden,

Zonder nadenken schoof ik er één aan mijn vinger. En nu kan die niet meer af! Oeps, dus.Het is een grote zilveren ring in de vorm van een druppel, die bestaat uit laboriet. Ik herinner me de aankoop nog goed, zo'n 15 jaar geleden. Een impulsaankoop. Ik liep langs een etalage in de Jordaan en zag die ring van onooglijk bruin-grijs in lichtblauw met goud veranderen toen ik langs liep.

Dat doet dat laboriet, liet ik me vertellen in het winkeltje. Ik kende de steen niet, maar het is wel precies wat mij altijd aanspreekt: dat dingen, mensen, maakt niet uit wat, meerdere verschijningsvormen hebben, en tegelijk wel uit één stuk zijn. Dus ik kocht de ring, deed deze meteen om en heb die ook jaren gedragen. Toen kwam de  'kloostertijd' en legde ik deze af. En nu... zit ik er weer aan vast en laat het ook maar zo.Ik heb eerlijk gezegd ook niet een keuzen nu: even wrikken om te kijken of deze toch terug schuift, is ergerniswekkend en pijnlijk.

Iets heel anders, nu. Vanochtend draaide ik de pluksla, die in een bakje op een plank op de verwarming staat bij het raam, om. Want de sla groeide richting het zonlicht, kreeg een scheef uiterlijk en ik heb toch ooit, heel lang geleden vernomen, dat een plant sterker wordt, als je die draait. Dan moet die moeite doen, om dat licht weer te zoeken.

En toen... meteen nadat ik het bakje gedraaid had, begonnen de blaadjes te trillen en te bewegen! Ik dacht eerst dat dit nog door mezelf bewerkstelligd was, bij het draaien, een 'nabeweging'. Maar het hield aan. Ik heb er minutenlang, misschien wel tien, naar gekeken. Een soort van opperste verwondering beving me. Die plant leeft! En reageert direct op een verandering.

Nuchtertjes, kon ik dat misschien wel weten... Zonnebloemen in een vallei in Italië, die  ook de hele middag met zijn allen de zon volgden, hebben me al eerder verrast. Maar dit was zó direct en zó konkreet. Tôen ik een uur later keek, was de sla al bijna geheel weer gericht op de zon.

Pluksla: dat betekent straks wanneer zij nog groter is en in de grond komt, dat je de buitenste blaadjes elke dag ervan of kunt plukken, de sla groeit door en je kunt daar heel lang plezier van hebben. Maar nu ik deze primaire reactie gezien heb van de pluksla, hoe weet ik  nou zeker, dat deze dan geen 'au!' zou willen zeggen omdat dit is wat deze  voelt?... Oeps...

vrijdag 28 april 2017

Koningsdag 2017

Ik blijf het leuk vinden: Koningsdag. Gewoon gezellig en het volk dat zich verzamelt rondom de uitstallingen van zolder, van velen. En al die lief zelf gebakken dingen die verkocht worden, met zo'n net-niet-gelukt oranje glazuurlaag erover. En die kinderen die eigenlijk niet goed durven onderhandelen en dan aangespoord en geholpen door moeder of vader toch hun eerste centjes verdienen. En de mensen die ik er tegen kom, uit mijn oude Wijkcentrum: 'Mirjam!' hoor ik dan roepen. 'Het is niet meer zoals het was, ik vind er niks meer aan', zegt de ene. En een andere: 'We missen je wel hoor, het gaat nog elke dag over je.' Dat doet een mens wel goed.

Dit jaar was mijn missie: kinderboekjes van Dick Bruna en Fiep Westerdorp. Als hommage, omdat de eerste dit jaar is overleden en de andere dit jaar 100 jaar was geworden. Ik bewonder ze ten zeerste. Ik dacht eerst alleen maar Nijntje te gaan sparen, maar kwam nu Snuf de hond tegen en Boris de Beer. Die laat ik dan toch niet liggen, voor 0,20 cent ofzo. Fantastisch, hoe elke dikke zwarte lijn klopt, hoe beweging en emotie met subtiele verschuivingen neergezet is. En altijd het gebruik van maar 4 kleuren. Ik ga nu  voor het hele oeuvre van Bruna, volgend jaar opnieuw. Er was ook een handelaar met een hele rij van die kleine vierkante boekjes, maar die kosten 1.50 per stuk. Ik liep vlug door: zo wil ik de verzameling niet laten groeien. Het gaat me om de vondsten uit de kindertijd van de individuele verkopertjes.

Van Fiep Westerdorp vond ik een boekje over Sinterklaas en eentje over dieren, het propagandaboekje voor de Kinderboekenweek van 2006. Dan wil ik weer dat Sinterklaas voor altijd blijft. Het is toch de grap van de kinderwereld en die van de volwassenen die zo'n lief verband met elkaar gaan. Zo wil Jip water voor het paard klaarzetten en dat vindt zijn moeder een heel goed idee. En dan komt Janneke vertellen dat haar moeder (of vader, ik weet het even niet meer) gezegd heeft dat dit geen zin heeft, want alleen Zwarte Piet komt door de schoorsteen, het paard kan er niet door. Jip zet toch water klaar. En de volgende morgen is het op. Met een briefje erbij: dat Sinterklaas het water met een pomp heeft opgezogen naar het dak!

Ik snuffelde bij een apart aanbod: dvd's, een heel aantal boeken en een doos vol nieuwe dichtbundels van Vlamingen. In een gesprekje met bekenden die langs kwamen, vertelde de jongeman, die Jeroen heette, zo weet ik nu uit navraag, dat er in het begin van de dag nauwelijks iemand kijkt, maar op het einde van de dag, dan komen de boekenliefhebbers te voorschijn. Ach, hij had wel wat verkocht, het ging hem erom om van alles af te komen. Ik had ondertussen 3 dvd's van elk 1 euro gevonden. De kennissen liepen weg en toen zei hij tegen me: ik heb een leuk aanbod voor je: voor 5 euro mag je alle dvd's hebben. Het blijken er 32 te zijn,  drie  daarvan had ik al, en sommigen heb ik ook al gezien, maar zijn voor herhaling vatbaar en anderen hebben niet direct mijn voorkeur,, griezelverhalen, maar ik ben er wel nieuwsgierig naar. Dus ik zei ja.

Nu heb ik dus bijna een plank vol dvd's van Jeroen. Ik wil ze bij elkaar houden: je kijkt dan toch ook mee in de wereld van Jeroen. De eerste film die ik gisteren zag was Food Inc.: over de voedselindustrie van Amerika. Ik wist niet dat in 80% van alle producten mais is verwerkt. Zoals in tomatenketchup, pindakaas, batterijen, snoep, koekjes etc. En de koeien eten mais en ook de kweekvissen eten mais,  zoals zalm...

Vandaag wil ik een beetje gaan opruimen: boeken weg brengen naar de boekenboom in mijn buurt. Ik kan tenslotte niet alles blijven bewaren, als ik ook nog steeds spullen naar binnen breng... Ik heb weer een knuffelbeest geadopteerd: een zachte hond. En een wit Nijntje als kussentje. Ik vond een fotolijstje en daarin heb ik drie kleine zwart-wit fotootjes gedaan: een  kinderfoto van Moeder, ze staat bij een deur. En een fotootje van Vader, als puber, met puistjes, bij een boom. Hij ging al jong, in die tijd, uit zichzelf bij familie op Sumatra  wonen. Tot slot een fotootje van Moeder in een winterjas op de boot, waarmee ze naar Nederland kwam. Ze was toen dus tussen de beide landen in, op tocht, vertrokken en nog niet aangekomen. Een staat van zijn die prikkelend is: het oude is weg, het nieuwe moest nog komen... en daar werd ik een onderdeel van.

dinsdag 25 april 2017

Dier/mens gedrag

Het voordeel van dit koude aprilweer is wel dat al die tinten jong, net ontluikend groen ook stil blijven staan. De groeitijd wordt vertraagd en dus lijkt alles nu bijna  eeuwig jong en fris. Dat geldt op een andere wijze voor de rode tulpen in mijn tuin. Die groeiden eerst langzaam door, ze werden groter en boller en nu wiegen daar rode ballonnen van wel 75 cm hoog. Overdag als de zon schijnt openen ze zich en zijn ze vuurrood, in de avond sluiten ze zich en zijn ze roze-rood...

Ach, het is fijn om te genieten van dit soort dingen in het leven. Zo geniet ik ook erg van de dierentuin: de wandeling daarheen en dan maar kijken in wat voor stemming je de dieren aantreft. Het is elke keer weer anders. Ringstaartapen, wier gedrag exact zo is als het mijne: bij bewolking, gaan ze vlug naar binnen, naar het binnenverblijf en bij elk straaltje zon rennen ze naar buiten. Binnen-buiten, op en neer. Daar kan ik ook wel een dagdeel aan besteden. . En ze  gaan er echt voor zitten, wijdbeens, buik naar voren, koesterend in de zon. En dan drie aapjes dicht tegen elkaar gedrukt, kijkend welke bezoekers er aan komen lopen. Ze praten over 'ons' - de mensen. Dat kan niet anders, zo ziet dat eruit. En als dat niet zo is, dan is er wel een werkelijke interactie tussen de mensen en de dieren, want ze volgen elkaar met hun ogen. 

Zo heb ik ook een gekke band met een witte grote buurtpoes. Die probeer ik eerst heftig  uit mijn tuin te houden, wegens de mussenkolonie. Maar ze vindt toch telkens weer een wijze om binnen te komen. En dan springt ze van mijn tuinstoel, waar  een tuinkussen in zit en rent hard weg.

Maar precies op het moment dat ik zelf dacht: Ach, laat ook maar, ze bleek ook een muisje gevangen te hebben en dat kwam me wel goed uit, want ik ben enigszins bang voor muizen en had deze al zien scharrelen, precies toen, sprong ze heel langzaam uit de stoel. Ze wandelde bedaard ietsjes verder in de tuin, ging zitten en keek me aan. Dan moet je dus een besluit maken. Tóch maar de tuin uit sturen, want voor je het weet is ze niet weg te branden.

En ook dat moment van het besluit, leek meteen binnen bij haar te komen. Niet omdat ik wilde bewegingen maakte of iets riep. Het was net bij me zelf als voornemen gaan dagen. Misschien had ik hoogstens een wenkbrauw opgetrokken. Maar ze wist het. Sindsdien draaien we een beetje om elkaar heen, als ik mijn tuin inkom. Ofwel: ze draait rondjes mee met mij, ze spiegelt mijn eigen twijfel. Toegegeven: uiterlijk speelt bij mij een rol. Ik vind een witte poes lelijk. Als ze een mooi patroon had gehad, of een aantrekkelijke kleur en tekening, dan had ik haar allang gestreeld en op schoot genomen. en een beetje geadopteerd.

maandag 24 april 2017

Smaken van Moeder

Afgelopen zaterdag 22 april was het de verjaardag van Moeder. Ze was negentig jaar geworden. Wat doe je op zo'n dag? ... 's Avonds at ik asperges, en het gebeurde als vanzelf dat ik Moeders stem daarbij hoorde. Het was een van haar lievelingskostjes. Ze gingen hiervoor met de auto langs boeren in Duitsland. De dikste waren de lekkerste volgens haar. Ze vroor er ook altijd een hele hoop in, om in de herfst of de winter daar een keer mee uit te kunnen pakken.

Ook kocht ik een nieuw rieten mandje met tapé manis. Een Indonesische lekkernij: een soort van wortel, die in alcohol gefermenteerd is en zoet wordt. Het is de allerlaatste boodschap die ze gedaan heeft. In de oosterse winkel schoof ze met haar rollator door de smalle gangetjes, op zoek naar deze lekkernij. De winkel kende ze goed, zo ook degene met wie ze afrekende bij de kassa. Die kende haar ook, en heeft mijn Vader ook gekend. Het klonk naar oude bekenden. Tot ziens! zeiden ze en ik dacht: waarschijnlijk niet...

Er zijn meer smaken van Moeder die ik me nu regelmatig op de tong leg. Er is uduk: witte rijst met kruidig vlees, gewikkeld in palmblad. Dat stoom je dan en het palmblad geeft een heel eigen geur. Dat openmaken, het palmblad wordt het bordje en dat dan met de handen eten. Mmm, heerlijk, het lijkt alsof Moeder zich dan even incarneert in mij.

Pas zag ik durian, heel stevig verpakt liggen. Moeder en ik waren de enigen in de familie die hier echt dol op waren. Velen vinden het romige lichtgele vruchtvlees rondom een grote pit, naar het riool ruiken of naar uien. Het is zo'n moment waabij je denkt: als ze nog geleefd had, dan had ik het meteen gekocht en naar haar toe gebracht in de Sterrenschans. Het lukte me niet om dit alleen maar voor mezelf te kopen.

Ik vind het sowieso een aparte ervaring dat Moeder vaak als heel dichtbij aanvoelt. Ze had dit al zelf aangekondigd in afscheidsbrieven, ja er zijn er meerderen van door de jaren heen: dat ze hoopte om dan in de buurt te zijn 'maar niet dominant', had ze eraan toegevoegd. Ik moest daar wel om glimlachen.

Het is dus wel uitgekomen: ze voelt vaak dichterbij, dan dat ik haar tijdens haar leven ervaren kon. En ook op een prettige wijze. En dan zeg ik tegen haar: 'En we weten allebei dat dit tijdens je  leven niet goed mogelijk was.' Het is een soort van beleving, die zich natuurlijk niet met het verstand laat verklaren. En dat is maar goed ook: helemaal oké.

vrijdag 21 april 2017

Kluizenaars

In Trouw van vandaag staat er een bericht dat een Belg de nieuwe kluizenaar wordt van een kluis hoog in de bergen van Oostenrijk, in Saalfelden. Hij heet dan de nieuwe heremiet van Sankt Georg en hij is uitgekozen uit 50 kandidaten die zich hadden gemeld. Op de foto zie je een klein, wit gebouwtje met een kleine klokkentoren, helemaal tegen een rotswand aangedrukt omringd door bomen en met een weids uitzicht op het dal en de bergen rondom. Er is geen elektriciteit en geen stromend water in de kluis.

Zou ik nou zelf zo iets willen? Nee, weet ik eigenlijk meteen. Nou ja, ik zou het wel een paar weken willen, dat lijkt me wel een bijzondere en mooie ervaring. Maar levenslang! Poeh! Ik las pas een boekje van Karen Karper: Waar God begint, heet het in de clandestiene vertaling. Zij is 30 jaar lang claris geweest en is toen uitgetreden en ging een kluis bewonen in Ohio. Comfortabeler dan die in Oostenrijk, er is wel water en elektriciteit. Het boekje beschrijft de eerste tijd dat ze er haar intrek inneemt: alles verwaarloosd, een dak dat lekt, vervuild en vol muizen, modderstromen.  In de buurt wonen twee andere vrouwen en met zijn drieën vormen ze een soort van gemeenschap en ontmoeten ze elkaar een keer in de week.

Hoe ze schrijft over  heel basaal leven en helemaal op kunnen gaan in de stilte en de natuur om haar heen, bezig met hoe het warmer te krijgen en hoe je het beste een warme maaltijd kunt koken met eenvoudige middelen: dat herken ik allemaal wel en dat is voor mij ook de charme van kamperen. Dat doe ik het liefst alleen en ik beschouw mijn tent dan ook wel als mijn kluis. Ook zonder stromend water en elektriciteit. Het maakt je zinnen scherp, veel meer dan in het comfort ervaar je dat je een levend organisme bent, dat op haar tijd hongerig en dorstig is  en warmte en beschutting nodig heeft.

Enigszins schokkend vond ik, om te lezen hoe ze zich voor het eerst hecht aan een poesje die is komen aangelopen. Hoe ze bezorgd is, als deze niet verschijnt. In een tussenregel zegt ze: als Claris had ze geleerd om zich niet te hechten, maar om deze gevoelens nu toe te laten, dat bracht haar dichter bij God. Hellep! denk ik dan ook: dat zijn het soort gevoelens dat elk gewoon mens al in de puberteit leert: verliefd worden, vriendschappen willen, teleurgesteld worden of juist heel blij, leren loslaten als het voorbij is... Wat een verwrongenheid als je als mens dit  nooit ín 'de leerschool van het leven', opgedaan  hebt. En wat een raar iets, om dit dan aan God te koppelen: wat was  God dan in haar kloostertijd? Een excuus om deze gevoelens niet aan te hoeven gaan?...

Tja. Ik googelde op haar en zag haar huisje en ook , dat ze nu met een man leeft, geloof ik, ook een ex-religieus? Er is een heel gek begin van een filmpje, waar het lijkt of er iets mis gaat met de opnames: eerst zijn ze beide in beeld, dan staat zij op van haar stoel, verdwijnt uit beeld en dan blijft hij minutenlang, zonder iets te zeggen, staren naar de camera. Het heeft iets absurds en irreëels... en het voelt aan alsof het  past  bij de werkelijkheid waarin het lijkt dat veel religieuzen leven: niet van vlees en bloed, noemde ik dit eerder...Waarom laat je zo'n filmpje op het internet rondzwerven? Misschien weten ze niet hoe ze het eraf moeten halen...dat zou mij ook wel kunnen gebeuren...

Enfin: het leven als kluizenaar, alleen, je op laten nemen in de weidsheid en ruimte om je heen en je tegelijk terugtrekken naar binnen: in de diepten van het zielenleven en de kleine intimiteit van muren of tentzeil, dicht om je heen. Toch ook een levensvorm, waarin een deel van mijn identiteit nestelt: meer dan bijvoorbeeld in een werkend openbaar  leven, met betaalde arbeid

donderdag 20 april 2017

Energie-bedrijf-boom

Ik ben best moe. Want ik slaap al twee maanden ongeveer vier uur per nacht en moet nu dan ook twee uur per dag aan het werk. Gelukkig was er vanochtend Chi Kung, dat geeft op een ander niveau wel energie. Welk niveau? Energie zie je niet, maar ervaar je. Als huiswerk hadden we mee, om buiten bij een boom een Chi Kung-oefening te doen. Ervaren of dat een andersoortige, extra energie toevoegde. Dit klinkt zweverig, maar in Peking staan in de ochtend en in de avond heel veel mensen bij bomen in parken, langzame bewegingen van de Tai Chi uitvoerend, bomen omhelzend, in trance. In zo'n park hangt dan een speciaal soort 'energie'.

Hierover ging het ook in de Spaanse film El Olivo, de olijfboom. Hier botsen de rationele, verklaarbare wereld waar nut en het daaraan gepaard gaande geld het grootste belang is en de wereld waar bomen 'heilig' zijn, waar je onverklaarbare dingen doet en ervaart, omdat je simpel het gevoel hebt, dat dit toch echt het beste en het alleen maar goede is, wat je te doen hebt.

De oudste olijfboom uit de al duizend jaar oude olijfboomgaard van de familie is weggehaald. Hij leverde 30.000 euro op, goed om alle schulden te betalen. Maar haar grootvader wilde het niet: de boom was heilig, en sindsdien is hij verdwaald en kan hij de weg niet terugvinden. Aldus zijn kleindochter, een fel en pittig meisje dat als kind al leerde om een ent van een boom te halen en die opnieuw te planten. Met haar opa woonde ze in de knoestige oude holtes van de boom en zagen dat er ook het een goedaardig, tandeloos monster woonde

Ze besluit de boom terug te halen voor haar opa, zodat die beter kan worden. De boom blijkt in Düsseldorf te staan in de glazen hal van een groot energiebedrijf: het is het logo van het bedrijf. Het meisje verzint een list en maakt haar oom en een familievriend wijs, dat de boom bij de kerk staat, waarvan de priester de boom terug wil schenken aan de familie. Ze hoeven alleen maar naar Düsseldorf te rijden, iets meer dan 1600 kilometer, met een truck die ze moeten 'lenen' bij het bedrijf waar de familievriend, die stiekem verliefd is op het meisje, werkt.

De reis ernaar toe is hoopvol gestemd. Haar oom vertelt dat hij nu pas de waarheid durft onder ogen te zien en zijn leven altijd leugentjes om bestwil verkocht. Onderweg komen ze lang een adres van iemand die hem heeft opgelicht en uit wraak neemt hij een replica van het Vrijheidsbeeld mee en zet dit op de truck, de voorkant van een vrachtauto. Dat levert mooie beelden op: daar rijdt die rode truck, met dat Vrijheidsbeeld en het landschap verandert van Zuid-Europees, naar bergachtig, naar het industriegebied van het Roergebied in het  Rijnland, tot in Düsseldorf.

Het meisje knijpt hem steeds meer: er is immers geen priester die de boom terug geschonken heeft... haar vriendinnen op haar mobieltje raden haar aan om de waarheid te vertellen. Via Facebook hebben die ondertussen een actiegroep in Duitsland gevonden, die voor het milieu en de natuur is, en hen wellicht kan ondersteunen.

Maar jij, als kijker, weet vanaf het begin, dat opa dement geworden is. Dat zijn kleindochter ook graag iets ziet dat er niet is. Dat haar familie om haar heen gelijk heeft, dat ze niet zo moet fantaseren en haar wil moet doordrijven, met verhalen die nergens op zijn gebaseerd. Dan blijkt dus de waarheid. Haar oom zegt tegen haar, zich nog nooit zo onbeduidend te hebben gevoeld als nu, nog nooit zo bedrogen. Terwijl zij zijn lievelingsnichtje was. De familievriend had vanaf het begin van de onderneming al een vermoeden en hij heeft zijn baan geriskeerd om de truck stiekem van zijn werk te 'lenen'. Onderweg wordt het ook ontdekt. Maar het kan hem niks schelen, hij wil door naar Düsseldorf, dan maar geen baan, meer zegt hij.

Dan komt de ontlading. ze zitten met zijn drieën buiten op de stoep, na eruit gegooid te zijn door het energiebedrijf. een ieder alleen maar vol spijt en kwaadheid in vertrouwen in elkaar dat beschaamd zou zijn. En dan beginnen ze plotseling alle drie te lachen. Bulderend lachen ze en hiermee wordt het verhaal van de boom die heilig is en helende energie heeft, plotseling waar. Er komt nog een actiegroep helpen en tezamen bestormen ze met trommels het bedrijf, en zij klimt weer in de oude takken van de boom.

Dan komt het bericht dat grootvader in Spanje overleden is. Alles voor niks, snikt ze in den beginne. Maar dan zie je in de laatste scene, dat zij omringd door haar familie een ent plant van de oude olijfboom die in Düsseldorf staat, op de oude plek waar deze ooit gegroeid is.

Toch een soort van eind goed, al goed. Want al is haar grootvader overleden en heeft ze die niet kunnen redden, iets van zijn energie en van de boom gaat verder en heeft zich ook in de familie voortgeplant. Op een ander niveau, dan dat wat je ziet en kunt objectiveren. Zo is het nu ook met mij: ik ben best moe. Maar op een ander niveau bruis ik ook van energie.

woensdag 19 april 2017

Siciliaanse M.

Interieurverzorgster M. is een Siciliaanse. Haar hele familie woonde al in Nederland. Haar man stierf vijf jaar geleden op Sicilië en toen zeiden haar moeder en haar broer en zussen: kom ook naar Nederland, gezellig! Ze nam haar jongste zoontje, toen tien jaar, mee. Een oudere zoon, nu 22 jaar, bleef achter. Ze heeft hele erge heimwee en wil het liefst terug. Elke dag met vriendinnen, buiten ontbijten, dan naar zee; haar huis van toen keek uit op de Etna, de zee is vijf minuten wandelen...

Alle clichés van de Nederlandse samenleving blijken weer waar te zijn, als ze door een ervaringsdeskundige worden opgesomd. Iedereen is druk, niemand heeft tijd, er moeten altijd afspraken gemaakt worden, onverwacht langs komen wordt niet op prijs gesteld. Hoe anders in Sicilië! Dan is het eerste wat men zegt: schuif aan, hier iets lekkers te eten en te drinken. Rustig, relaxed. Hetzelfde heb ook ik met de paplepel mee gekregen: In Indonesië is de welkomstgroet: 'Heb je al gegeten?' in Nederland: 'Wat kom je doen?'

Ja, ook haar familie is vernederlandst, zegt ze. Ze kunnen er ook niks aan doen, want ze hebben banen, ze moeten wel mee doen. Haar bestaan is 's ochtends twee uur schoonmaken in het wijkcentrum. En 's middags ergens anders , bij een school. Tezamen vijf dagen in de week, goed voor 1400 euro per maand. En dat is veel meer dan ze in Sicilië ooit zou verdienen. Haar vriendinnen verdienen 700 tot 900 euro. En dan heb je in Sicilië ook nog last van de maffia.

Hoe dan? vraag ik nieuwsgierig.  Wat merk je daar nu van, als gewone eenvoudige burger? Nou, zei ze, dan is er bekend dat er geld is voor de bouw van een  zwembad en het oprichten van een bibliotheek, en dan gaat het verhaal dat het er nu echt van zal komen. En dan, vervolgens gebeurd er niks. Niemand durft wat te zeggen of gaat erachteraan. 'Het is de maffia', is dan de gevleugelde uitdrukking.

Ondertussen wil haar zoontje hier blijven. Logisch, want hier doet het internet het goed, hij zit op een sportclub, heeft hier zijn vrienden. Die kan niet meer aarden in Sicilië. Dus, wat moet ik... zegt ze. 'Ik heb hier niks. Van werk naar huis, soms naar familie, niet veel. Zo is mijn leven.'
Jeetje, ja, zo kan het leven voor je uitpakken. Niet werkelijk doen en zijn, wát en  wie je wilt. Verscheurd tussen verlangen en 'wat het beste is'. Nog een paar jaar moet ze het hier uithouden. Maar dan zal ze haar zoontje moeten gaan missen. Want die blijft hier. Maar zij  gaat toch  voorgoed terug. Ze weet het zeker.

zondag 16 april 2017

Rondom pasen

De nacht van de Paaswake vloog om. Veel in de kerk, die vol met kaarsen stond en alle bloemen die op goede vrijdag gebracht waren, en door de beschutte bouw meer iets van een kapel heeft, doorgebracht. De stilte van de nacht, waken...een intens vreugde gevende activiteit.

In de vroege ochtend was er al een paasvuur gemaakt, net nog voor de ochtendschemering. Ik stond erbij en de eerste vogels begonnen te fluiten. Er waren tien wakers in de nacht en om kwart voor zes 's ochtends voor de paasviering kwamen er anderen. Ah, een wachter bij het vuur, zei iemand. Dat vind ik wel een fijne aanspreektitel.

Er werd eerst in een kring bij het vuur gezongen, over de donkerte en het weet hebben dat het weer licht wordt. Binnen werd een prachtig lied gezongen over de steen die telkens weer weggerold wordt. Daarna weer naar buiten met ieder een kaarsje in de hand. De nieuwe paaskaars werd aan het vuur onstoken, een ieder kreeg daar vuur van. Het ochtendgloren was gekomen: prachtig rood en roze en toen zongen we 'Morning has broken', van Cat Stevens.

Wat kan ik er nog meer van zeggen? Hier wordt liturgie op een heel basale, menselijke wijze gevierd. Iemand zei bij het Paasontbijt: ik voelde me net zo'n eerste christen, dat ik daar stond en al het licht in me terug kwam.

Ik vermoed dat de mensen die er waren, ook in koren zingen, want als vanzelf werd er, al lopend van binnen naar buiten, en in de halve kring van stoelen, meerstemmig gezongen of jubelde een stem erbovenuit en ging solo.

Het zijn van die subtiele verschillen, die ervoor zorgen, dat de viering aanvoelt als gedragen door elkaar. In de nacht was er met kruiken water gehaald in een bron, omgeven met planten die bij de kerk gebouwd is. Dit water gaat in  het doopvont, wordt gezegend en is het doopwater van het komende jaar. En niet de priester zegent daarna een ieder met dat water, zoals ik dat kende, maar je loopt zelf naar het water. Je schept zelf met je hand in het water en maakt op je eigen wijze een kruissteken.

Je zegent jezelf, met water dat voor jou en allen gezegend is. Daar wil ik wel in geloven: je verbindt je met jezelf en ook met elkaar. Zo zullen er 'stromen van levend water' in je vloeien. Het levend hart van wat er met Pasen wordt gevierd: het leven gaat dóór.

zaterdag 15 april 2017

Creatieve kernen

Margriet van Breevoort,
The Tourist
Gisteren zag ik in het Arnhems Gemeentemuseum twee oude programma's Kunstgrepen met Pierre Janssen. Ik heb zelf geen echte herinnering aan de inhoud van zijn verhalen over kunst, ik herinner me alleen die lang, dunne man met die spichtige vingers en bevende en trillende handen. Maar het kan niet anders dan dat ik toch zeer door hem ben beïnvloed, omdat hij 'Kunst' zo dichtbij brengt en ook meent dat het telkens weer om een ontmoeting gaat tussen dat kunstwerk en jou.

Tijd vervalt dan, het doet er niet toe of de maker een tijdgenoot is, of eeuwen en eeuwen geleden leefde, of zelfs 10.000-den jaren geleden... Jij en de maker hebben deel aan dezelfde universele, ongrijpbare ervaringen... Zo'n mooie en ruime gedachte: voor mij is dit de levende kern waar religie-beleving en kunst-beleving één en dezelfde zijn.

Op beide terreinen, de religie en de kunst is er ook heel veel poeha en poespas en paaierige pretentie. Maar in de kern is daar die creativiteit en waar we werkelijk creëren, met onze handen, onze gedachten en onze verbeelding, daar zijn we de god van onze dromen en verlangen, en maken we in de scheppingsdaad de wereld nieuw en heel.

Er was ook een tentoonstelling die Stijlloos heet en die gaat over de realistische kunst die er ook was , naast de abstracte kunst van de Stijl, die zo'n furore heeft gemaakt. Jan Mankes, Charley Toorop, Jan Sluijters, Dick Ket en een heel aantal namen die ik niet meteen herkende. Plots kwam het besef binnen dat in een ieder ook die tijdsgeest woelt: de tijden toen er nog niet de versnelling was van nu, het landelijke leven nog gewoon was en oorlogen geweest waren of weer aanzwelden: rust, onrust, een schaduw die valt of die je tijdelijk weer te boven komt...

En toen opende ik in de avond na de kerk dit blog en zag ik een prachtig plaatje dat L. geplakt had: het Laatste Avondmaal van Stanley Spencer. En helemaal nog in de stemming van die middag ontdekte ik zo, al surfend buiten op de wifi van de kinderboerderij, een nieuwe kunstenaar. Hij laat een andersoortige, een beetje mollige Jezus zien, die de leliën op het veld bewondert en tussen de holen van de vossen danst

Maar ook veel scenes die de eerste wereldoorlog verwerken en daartegenover in contrast zijn huis en tuin op het Engelse platteland.... Ja, de verleiding is groot om weer een boek bij Bol.com te bestellen. Ach, waarom ook niet?

Ik voel me wel verwant aan de nieuwste aanwinst in het Arnhems Museum: een levensecht-achtig beeld van Margriet van Breevoort: The Tourist. Een meisje met een ouderwetse rugzak om en voelhoorntjes van een hertengewei, kijkt met alien-ogen de wereld in. Alles wat je ontdekt, laat je ook weer het vreemde van jezelf zien; prikkelend en ongrijpbaar, wijzend naar overal woelende creatieve kernen.

Stille Zaterdag

Nu ik hier in de middag van Stille Zaterdag, de dag dus in dat christelijke verhaal, waar Jezus gestorven is, maar nog niet verrezen is, naar de bieb ben gegaan, komt helder terug dat ik jarenlang in het klooster deze dagen mee vierde. Op Stille Zaterdag wandelde ik dan ook naar de bieb, met die volstrekte stilte om me heen, weldadig, wilde dan met niemand praten, en heb weleens alleen een blogje getypt, om vervolgens terug naar het klooster te wandelen.

En nu? Ik heb de krant gelezen, uitgebreid en langzaam, en luisterde ondertussen naar de Johannes Passion. Jaarlijks de bekende melodielijnen horen van Bach, prettig: om de woorden hoef ik het niet te doen, die had ik gisterenavond al gehoord. In een 'fijne, rustige en pretentieloze viering', in de woorden van M. met wie ik maandags mediteer en die er onverwachts ook was. Ik had haar al weken verteld hoe prettig de vieringen in de Agnes Parochie zijn.

Het paarse doek dat Jezus bedekte aan het kruis werd in drie gedeelten weggehaald, en daarna werd een kandelaar met heel veel kaarsen ontstoken en toen bracht iedereen bloemen naar het kruis. Bossen en bossen tulpen, rozen, bloesemtakken. Ik verwacht dat die vannacht verwerkt worden tot boeketten, die dan morgen in de kerk te zien zullen zijn? Ik zal het wel gaan meemaken, vannacht, tijdens de Paaswake. Al denk ik het niet de hele nacht uit te houden.

Over het klooster rouw ik ook een beetje. Ik ontving het bericht dat M. - die het me zo kwalijk nam dat ik blogde over het klooster, want ik zou hen daarmee schade berokkenen - op dit moment er niet meer is. Ze moet  zich buiten de muren gaan beraden over haar ideeën voor een nieuwe gemeenschap... Ik zie haar voor me, in talloze momenten tijdens de leesgroep, waar ze zo zeer haar vertrouwen in de gemeenschap zoals die was uitsprak. Haar zachtheid en vertrouwen... waar is dat gebleven?

Ik blijf hopen en geloven in verrijzenis-ervaring. Dat mensen op hun schreden terug keren, zichzelf zuiver kunnen aanzien en daarna misschien ook anderen. Het is een menselijk mechanisme, om anderen de schuld te geven van dat waar je zelf bang voor bent. Dat is tenslotte ook het verhaal van de kruisiging van Jezus. En hij verrijst omdat wij zelf kunnen verrijzen: terug naar onze integriteit: je zelf en je eigen belang en eigen waan loslaten... dan ontstaat er een nieuwe wereld.

Wachten... soms je leven lang. En het niet meemaken dat er een terugkeer of een verrijzenis is. Iets van Stille Zaterdag is  altijd in een laag van je gevoelsleven aanwezig. Wachten is tegelijk ook de ervaring van 'duur 'in je. Dat sommige ervaringen duren, blijven, nooit afsterven. Je bewaart het mooiste en het liefste en het beste van ieder ander in jouw hart: daar is het altijd Stille Zaterdag.

vrijdag 14 april 2017

Avondmaal

Last supper, Stanley Spencer, 1920
Het blijven toch wel zeer aansprekende, concrete rituelen in de katholieke kerk. Gisteren was het Witte Donderdag en dan wordt herdacht, of eerder opnieuw weer verteld, zoals elk jaar en dan al door al die eeuwen heen, dat Jezus eerst de voeten wast van zijn leerlingen en daarna voor het laatst met hun een avondmaal deelt. Daar breekt hij het brood en de wijn en noemt het zijn lichaam en zijn bloed. Mooie literaire vondst, wat een metafoor, geen wonder dat deze de eeuwen doorstaat.

Het ritueel van de voetenwassing, wordt in kloosters wel gedaan, door de abt of de abdis, maar in de gewone parochie word alleen dat gedeelte uit het Johannes-evangelie voorgelezen. En dan wordt dus dat avondmaal gevierd en daarna wordt de tafel afgeruimd. Want tja, vandaag wordt de kruisiging herdacht, dus de tafel moet leeg zijn. Evenals het kruisbeeld dat ofwel wordt weggehaald, ofwel, zoals in de Agnesparochie, met een paarse doek bedekt.

Gewoon de tafel afruimen: het grote tafelkleed opvouwen en daar net zo'n beetje met zijn tweeën mee stuntelen, zoals dat gaat in het huishouden. Lopen we eerst naar voren, of vouwen we het eerst doormidden? Als alles weg is, blijft de ciborie, de gesloten kelk met hosties, nog staan op de lege tafel, tezamen met een kaars. Dan is het een periodes stil.

het kwam wel binnen bij me. Na gedane zaken, raakt alles voorbij, en in dit verhaal weten we wat de toekomst zal brengen: eerst lijden en dan een verrijzenis. Zoals het ook doorgaans gebeurd in het menselijk leven: de hele tijd opnieuw maar: eten, drinken en ook verdriet hebben en dat ook weer te boven gekomen.

Ik liep naar huis, de lucht had de laatste avondkleuren, enkele vogels floten nog. In Leeuwarden was de Passion bezig, het ondertussen zeer grootse volkspectakel, waar ik ook wel fan van ben. Vorig jaar, met Lenette van Dongen vond ik het héél goed, ik zag het op de dvd achteraf, die je gratis kunt bestellen.: alles om het geloof verder te brengen... Dit jaar hoeft het niet zo voor mij. Het is meer dan genoeg, om mee gemaakt te hebben wat er in de kerk gebeurde.

Eerlijk gezegd: het verhaal is fantastisch, omdat het vertelt over de kracht en het onvermogen tegelijk, van mensen. Maar die hele geloofsinhoud: dat Jezus dat deed voor ons enzo... nee, dat geloof ik niet. Je kon in de kerk in het begin een handoplegging van de priester krijgen. Die heb ik dus overgeslagen.

donderdag 13 april 2017

De Inloop

Hier zit ik dan, in Buurtcentrum De Inloop bij de Goffert en de cirkel is bijna rond. De oprichting van dit buurtcentrum heb ik nog meegemaakt, de plannen daartoe: ik was beheerder in wijkcentrum de Klokkentoren en men bedacht dat een klein iets in de wijk zelf, de Kolpingbuurt wel geschikt zou zijn. Er werd een nieuwe middleclass-buurt gebouwd naast de Klokkentoren en dit hier is de al oude arbeidersbuurt, deels bewoond door families uit het woonwagenkamp. Dat zou niet goed gaan mixen, was de prognose.

Net kwam S. binnenlopen. Ze kwam een bingomolen halen, voor een thuis-bingo'tje. Ze woont haar hele leven al in de Kolping. Ik heb haar als tienermeisje zien binnenlopen in De Klokkentoren. Blue: een mengeling van angstig willen wegduiken en tóch ook nieuwsgierig zijn. Ik spoorde haar aan om de keuken in te lopen en mij te helpen... Zo ging ze een meidengroep mee runnen als vrijwilligster en is veel later het beheer ingestroomd, en dit was 'haar gebouwtje'. Zo werkte dat het beste: het door mensen uit de wijk zelf laten beheren, was de gedachte

Het was hier zo gezellig, zei ze. Maar ze hebben het allemaal kapot gemaakt. Zij mocht hier geen beheerder meer zijn en het gebouwtje was ineens gebonden aan strikte opening- en sluitingstijden. Er was een drukke Bingo, maar die moest om acht uur 's avonds voorbij zijn. Er is hier een uitgebreide fitnessruimte, heel druk bezocht en nu komt er geen hond meer...

Het is toch intriest dat het management van boven niet ziet, dat dit soort gebouwtjes gebaat zijn bij een ruime openingstijd en het ook moet hebben van het bekende gezicht, dat men er kan verwachten. Pas dan ontstaat de sfeer van: even buurten, even kijken wie er allemaal is. En als er niemand is, dan is S. er nog .

De Inloop: dat betekent: kunnen inlopen... En de nieuwe gedachte is dus: 'Participatie'. Mensen uit de wijk moeten het helemaal zelf doen. Alleen dus niet meer betaald, zoals S. er indertijd uitgeplukt is. Dat participatie van burgers ook ankers nodig heeft, om het bootje niet te laten dolen: Mensen stimuleren en samen binden; dat was ooit de taak van een beheerder. Maar die tijd is voorbij. En ik ben dus ook, als beheerder, bijna voorbij.

woensdag 12 april 2017

Rode tulpen

Mijn tuin staat helemaal vol met rode tulpen. Leuk, kun je denken, alleen was het de bedoeling niet. Ik had zeer zorgvuldig witte tulpen met een donkerrood streepje uitgekozen. En van die grote roze, met een dubbel blad, zodat ze ook op pioenrozen lijken. En heel donkere, tegen het zwarte aan.

Ik dacht nog: zou wat er beloofd wordt op de kleurige verpakking wel kloppen? Bij tulpen uit de Action had ik al meegemaakt dat sommige het geweldig deden, nog groter dan in mijn verwachting. Maar dat uit sommige pakjes kleine iele pietepeuterige tulpjes kwamen. Dat waren dan dus oude, heel oude bollen, waar geen kracht meer in zat. Maar wat wil je voor die prijs? 80 cent per pakje ofzo: dan kies je voor een tombola.

Maar deze tulpen worden  in overvloed, muren vol, aangeboden. Tulips from Amsterdam, staat op de verpakking. Ja, ze kwamen van de Bloemenmarkt langs het Singel bij de Munttoren in Amsterdam. Ik dacht nog: kies ik voor mijn zelf dat vol vertrouwen is, of voor mijn cynische zelf? Al die tulpen, door buitenlanders gekocht, die kunnen nooit meer verhaal halen, als er ergens in Canada of Australië, of voor mijn part Duitsland, als er niet uit komt wat beloofd werd.

Misschien ook allang vergeten wat je gekocht hebt en wie weet allang blij als er een Dutch Tulip verschijnt op jouw bodem. Zo moet men wel denken, want er kwamen dus alleen maar dezelfde roden op... Mijn vertrouwen, dat men het beste voor de export bewaart en alle buitenlanders blij wil maken, is dus beschaamd. Wat goedkoop en toch eigenlijk een blamage...

Ik geniet geloof ik het meeste van de primula's die elk jaar weer trouw opkomen in bloembakken. En de gele dotter in het vijvertje. Dat is niet helemaal waar, ik geniet ook van de rode tulpen. Desondanks.

dinsdag 11 april 2017

Moeders wil

Vanochtend zag ik L. Zij is een vriendin van Moeder. Het was een jonge vriendschap, twee jaar oud, ze kennen elkaar van een groep die verbonden is aan de Karmelieten. Gek om me bewust geworden te zijn, dat Moeders leven na de dood van Vader in 2009, ongeveer dezelfde samenstelling had als de mijne: lid van diverse groepjes, een boekenclub, en rondom een klooster en doe-groepjes.

Er was een wederzijdse klik, vanaf het begin, vertelde L. En ja, dat zie ik wel voor me. Beide een vat vol emotie, een heftigheid, zeer gericht op mensen en het vertellen van verhalen. Ze waren van plan om meer met elkaar te ondenemen, maar toen kwam de kink in de kabel. Ze noemt zichzelf Dim Sum L., want dat zouden ze gaan doen :Chinese hapjes eten, maar daarvoor in de plaats was het L. die als eerste bij haar ziekenhuisbed zat, nadat ze vlak tevoren onwel was geworden.

L en haar man T houden van reizen, er is een grote oude landkaart door T geschilderd in de kamer, met alle plekken waar ze geweest zijn en daaronder in houten vakjes, het oud papierengeld uit al die landen en het kleingeld, zeer veel boeddha-beelden. Vierkante fotoalbums van hun reizen decoreren de muren, evenals oude platenhoezen uit 'onze' tijd: L blijkt vijf jaar ouder als ik. Het stond ook vol met Mariabeelden en andere katholieke heiligen beelden. Moeder vond het vast wel gezellig bij haar, zei ik. Maar het bleek dat de kamer pas een jaar zo was en dat Moeder het net niet zo gezien heeft.

Man T. verdiende eerst zijn geld met het maken en verkopen van houten speelgoed. En toen bleek ineens dat hij de laatste 12 jaar beheerder was van een speeltuin, en hem twee jaar geleden een regeling werd aangeboden. Met prepensioen gaan en hij kreeg geld mee. Men wil nu hetzelfde met mij gaan doen. Hij kreeg 68.000 euro mee, ik viel bijna van mijn stoel van verbazing. Mij bieden ze nog geen derde ervan. Een andere collega had 140.000 meegekregen... Enfin, na veel gesoebat, ga ik vanaf morgen voor twee uur per dag aan het werk, tot de eventuele vaststellingsovereenkomst: ik zou met mijn prepensioen onder bijstandsniveau komen, ik werk parttime. Dit is geen oplossing, zei de personeelsfunctionaris meteen, ze gaat opnieuw in conclaaf.

Maar ik dwaal af. De geest van Moeder was plotseling heel dichtbij toen T. vertelde, dat hij uitgebreid tegen haar gezegd had dat hij het eigenlijk niet verantwoord vond om haar naar het oude huis te rijden, ze moest er trapjes voor op en een stukje door een binnengalerij en L. zou dan alleen met haar zijn, stel dat er wat gebeurde? Hij wilde hen wel rondrijden, dat was beter en veiliger.

Moeder had haar rug gerecht, was ongeveer opgestaan uit haar stoel, met grote ogen, ik zag het helemaal voor me ogen die vuur spuwden. Niks ervan, ze wilde naar de Waalkade! Het moest. En het gebeurde. Daar had ze lange tijd in 'de bibliotheek' doorgebracht, die in de familie de studeerkamer heet, op de grond, naast haar rollator... Ja, ik zag het allemaal voor me, nog op zoek naar voor haar belangrijke brieven in een onderkast.

T. had dus niks in te brengen, concludeerde hij zachtaardig. Ja, zo was ze, zei ik... haar wil was wel een beetje wet... Ze zou zich waarschijnlijk in haar graf omdraaien, als ze wist dat een van haar dochters zich daar nu niks van aantrekt, en alleen de letters van de wet wil volgen.

T. kreeg er kippenvel van, toen ik het vertelde. Het is niet anders, dit familieverdriet, maar ik kon het ook niet, niét vertellen, toen L. vroeg, hoe het nu met ons ging: de kinderen van haar vriendin... En zo is dit nu ook onverwacht in dit blog gekomen... Het is wat het is.

maandag 10 april 2017

Goede week, enzo

De fijnste dagen zijn het, als de zon schijnt en als je onderwijl in een gemoed kan zijn, waar het niet uitmaakt wat je doet, waar je vrij kunt leven in een sfeer waar je het leven viert: niet omdat alles perfect in orde is, maar gewoon... omdat het bijzonder is te leven, mens-te-zijn, rondzwervend in het immense vat van de menselijke mogelijkheden ten goede.

Religieuze vieringen kunnen daarbij de voertuigen zijn, die je op die weg zetten, die jouw geest vrijzingt van alle dwang, elk oordeel, elke constructie, Er is een stroom van niet-weten, waar het goed is, je daarop te laten dragen.

Afgelopen weekend maakte ik maar liefst twee van zulke vieringen mee. De eerste was een Taizé-viering in de kapel van Lucifer in Alverna  een wooncomplex dat allereerst door de oudere zusters Franciscanessen bewoond wordt, en als er een  sterft, dan komt er een 'leek' voor in de plaats. Liefst mensen die zich  verwant voelen met Franciscus en Clara van Assisi.

Eindelijk was ik er, na al jarenlang weet hebben, van deze Taizé-vieringen, in de geest van Taizé, dus: veel zingen, mantra-achtig met altijd deze woorden Ubi charitas, Deus ibi est. Waar liefde is, daar is God. Zo simpel kan het wezen, zo simpel is het. Ik zat vooraan op een meditatiebankje bij een opbouw van kleurige kleden, Maria met kindje Jezus iconen en Christus als leraar, en veel lichtjes, elke keer ziet het er anders uit, vertelde S. en door de goede akoestiek, werd ik opgenomen in het zingen van de stemmen achter me en om mij heen. Ik ben van plan om elke maand mee te gaan doen, het is 20 minuten fietsen.

En ik maakte de Byzantijnse mis mee, Palmpasen, Jezus komt op een ezeltje in Jeruzalem aan,Het duurde twee uur, maar ook hier ben ik in het geheel niet gespitst op de woorden, hoor ik daar woorden dat dit het begin is van 'de overwinning'? , in Gods naam, wat onzinnig eigenlijk denkt iets in mij. Maar uiteindelijk laat ik me meenemen in het gezang, heel gelaagd en harmonieus van het Byzantijnse koor.

Er bevangt me wel steeds meer een lichte bevreemding, als ik de priester, met de acoliet en de diaken zie rondlopen in hun prachtige rijke gewaden, geborduurd met goudbrokaat. Dat gedeelte, de ernst, maar ook het routineuze, dat heilig paraderen... en dan bedenken dat het nooit zal gebeuren dat een vrouw dat zo doet en deze riten voltrekt... hoe wereldschokkend zou dat wezen. En hoe gewoon kan dat ook meteen voelen, toen ik in Zweden vrouwelijke priesters de eucharistie zag doen.  

Ja, het is deze week de topweek van het christendom: de Goede Week. Het is toch mooi om een week in het jaar zo vol te laten zijn van menselijke emotie: vreugde, lijden, verrijzenis. Ik ben van plan om in de Agnes-parochie bij mij in de buurt alles ervan mee te maken. De Paaswake bestaat uit echt de hele nacht waken vanaf half elf 's avonds, waar al die gedeelten uit de Bijbel worden voorgelezen: vanaf Genesis, via Abraham en Mozes en Johannes, naar Jezus. Water en vuur komen bijeen. Ik heb me daar wel voor op gegeven, maar of ik het de hele nacht uitzing, ik weet het niet. Om half zes kom ik in ieder geval wel weer terug, voor het laatste deel, en alles eindigt hier in een gezamenlijk Paasontbijt.

zaterdag 8 april 2017

Muziekvuur

Gisterenavond ben ik, in het kader van de eventuele verbetering om tegen licht te kunnen, in het donker binnen gaan zitten, met alleen een waxinelichtje in een lantaarntje dat boven mijn tafel hangt. Langzaam wennen je ogen aan het donker, alles binnen krijgt donkerblauw-achtige tot grijze en zwarte contouren. Ik luisterde naar muziek. Dat komt ook veel intenser zo binnen. Eigenlijk vergelijkbaar zoals ik dat voor mijn tent doe: ook dan komt muziek veel meer binnen omdat er verder geen afleiding is.

Ik luisterde eerst naar het concert van Simon en Garfunkel, Old Friends. De lp Bridge over troubled water is de eerste ooit, die ik heb beluisterd. Ik had een taak Latijn te samen met Marga, in de tweede klas: dat is in de zomervakantie dit volbrengen, waarmee je alsnog over was. We moesten lappen tekst vertalen. Toen haalde ze deze lp uit de kamer van haar grotere broer. De hele zomervakantie luisterden we hier naar, telkens als pauze. Ik vond geluid uit een lp al een wonder.

Het concert is doortrokken van zoveel nostalgie, ook in de sfeer van de zaal en bij Simon & Garfunkle samen. Die liedjes waarmee ze wereldberoemd zijn geworden. De anekdote dat de een er eerst voor was om hun namen om te draaien en het duo Garfunkel en Simon te noemen. Het was jaren geleden dat ze samen opgetreden hebben. Er klonk in het geheel geen routine door, maar eerder blijdschap en dankbaarheid, dat ze het nog steeds in harmonie zó konden uitvoeren. Bijna elkaars oudste vrienden.

Daarna zette ik Bette Hart op.Ik lag op de bank, maar stond vanzelf op en begon mee te bewegen met haar muziek. Ze heeft een heel krachtige en sensuele stem, Leuk, om in het donker ook met je lichaam helemaal op te gaan in die liedjes, die ze allemaal zelf schrijft. Maar er zitten wel bekende melodielijnen in. In een liedje zingt ze stay... en in de uithalen doet dit denken aan Bette Midler, met het nummer Stay with me baby.

Vanochtend haalde ik de cd weer uit de cd-speler, stopte het in het hoesje om terug naar de bieb te brengen, blijkt de cd Fire on the Floor te heten. Meer toepasselijk kon welhaast niet.

donderdag 6 april 2017

Overdekte paradijsjes

Ik zit hier in Burgers Bush, lekker tropisch zonder jas aan. Veel verschillende vogels kwetteren door elkaar, de waterval ruist, net vloog er een vleermuis voorbij, in het water onder me zwemmen traag grote vissen, het ruikt hier groen en naar aarde. Het is geopend in 1988 en toen ik hier voor het eerst was, vond ik het een teleurstelling. Gewoon een grote kas, kaal met tropische planten achter het glas. Mijn ouders hadden ons toen al meegenomen naar hun geboorteland, dus de echte tropen had ik al meegemaakt.

We gingen vroeger met het gezin regelmatig naar de Lommerbergen, een van de eerste huisjesparken van Central Parks, met een subtropisch zwemparadijs. Heerlijk en vooral Moeder was er dol op. Zwemmen was in haar jeugd haar lust en haar leven, ze deed mee aan zwemwedstrijden en was ook ooit kampioen geworden. Allemaal in dat verre Indonesië, de warme tropen met warme regen... iets van heimwee daarnaar is altijd gebleven. Al was daar ook het verhaal hoe ze een plaatje met besneeuwde bergen bij haar bed had geplakt en hoe ze zich probeerde voor te stellen wat sneeuw was en 'de seizoenen'. Hoe dat kon, dat alles elk jaar vier keer veranderde.

Ik kan nog haar eerste kou voelen in Nederland, een winterjas moeten dragen. Vroeger als ik in Utrecht was, haar eerste woonplek, werd ik altijd plaatsvervangend heel melancholisch. Dan zag ik haar fietsen in de gure wind, grijs weer,  met een wollen sjaal en das om, verlangend om weer eens knoflook te ruiken en witte rijst te eten. Ze was toen in de kost en at de saaie aardappelen met doorgekookte groente en een saai stukje vlees, alleen maar dat als hele maaltijd, zonder kleine bijgerechten, zoals zo gewoon is in de Indonesische keuken.

Vanochtend las ik in de krant dat Hoog Catharijne opnieuw wordt geopend. Ik herinner me het enthousiasme van mijn ouders,  het popelen om er heen te gaan en het zich heel erg verheugen om daar met zijn allen te gaan kijken hoe het zou zijn. Allemaal winkels overdekt, lekker warm, net als in Indonesië, je hoefde geen jas aan en niet uitkijken voor verkeer, lekker flaneren, winkel in winkel uit. We gingen regelmatig naar Hoog Catharijne, het was een daguitstapje, waar het hele gezin kleren ging kopen als de kinderbijslag binnen was. 

Lang heeft Hoog Catharijne die sfeer voor me gehouden: het was als het ware clandestien, even terug naar de tropen, de kindertijd van mijn ouders. Ook gingen we naar Presikhaaf, dat was dichterbij, bij Arnhem. En daarna in de toko in de buurt een hapje eten. Lyrisch waren mijn ouders over de gezellige rommel in zo'n winkel. En Eindhoven kreeg ook een overdekt winkelparadijs en dat combineerden we dan met een bezoek aan Opa en Oma in Eersel. Oma kookte heerlijk, had groene vingers: in de bijkeuken met glas overdekt, stopte ze druivenpitjes in de aarde en daar hingen dan de druiventrosjes, op weg binnen door naar de volière van opa. En vanuit de buitenkooi kwam je dan in hun tuin met heel hoge rozenstruiken van oma en helemaal achter in de tuin de grote rabarber struiken, waar je als kind onder kon gaan zitten.

Ach, dit zijn dierbare kinderherineringen... Nu vind ik Hoog Catharijne niks meer aan, al die winkels die tetteren en schreeuwen: Koop! Koop! Koop! Maar de groenheid van Burgers Bush, zo zitten bij het water met al die vogelgeluiden: dat heeft dezelfde bekoring als in mijn jeugd, of nu mijn eigen oerwoudachtertuin als ik de mussen volg die luid kwetterend van het dak in de bamboe vliegen, in de struiken op en neer hippen en zo tam zijn dat ze me soms met hun spitse snaveltjes en priem oogjes aankijken: is het leven niet oké, vragen ze, ja toch? En ik zeg: Ja.

woensdag 5 april 2017

Sterre-uren

Zo gaan die dingen. Door plaatjesplakster L. die bij het vorige blog zoveel uitgebreide verwijzingen heeft ingevoegd, zie ik ineens nog veel meer werk van Leonora Carrington. O, wat mooi! Daar wil ik wel een boek van hebben, om eens rustig erin te kunnen duiken. Bij Bol.com, kreeg ik als verjaarscadeautje 2,50 euro korting. Tja, dan wil een mens wel. Dus nu heb ik een boek besteld, dat heb ik nog niet gedaan met een  plaatjesboek... Hopelijk is het zo mooi als ik me voorstel en zijn de reproducties oké.

Ik lees ook dat Leonora Carrington de partner was van Max Ernst. Daar speelt wederzijdse beïnvloeding vast een rol en is het geen toeval dat ik Max Ernst de meest aansprekelijke mannelijke surrealist vind. Ik geloof wel in dit soort vormen van bewuste of onbewuste beïnvloeding.

Vorige week kwam ik zo achter ook een onverwacht verband tussen twee schrijvers. Al een poosje vind ik de gedichten van Elisabeth Bishop heel mooi. Haar naam kende ik al omdat ik me in de oudheid ondergedompeld heb in de gedichten van Marianne Moore. Zij en Bishop zijn levenslange vriendinnen geworden, waarin Bishop als beginnend dichter, een bewonderaar was van Moore. In hun poëzie delen ze dat in een op het eerste oog  beschrijving van iets alledaags, er een innerlijke ervaring wordt opgelicht. Bij Moore zijn het vaak beesten, waarover ze iets zegt, bij Bishop zijn het landschappen.

Over dit verband ging het eigenlijk niet. Het blijkt dat Elisabeth Bishop, die lang in Brazilië heeft geleefd, veel werk van Clarice Lispector heeft vertaald: daar doel ik op. Zo'n ontdekking brengt me altijd even in verrukking. Want bij beide is er eenzelfde bewustzijn van de macht en tegelijk ook de onmacht van taal en woorden.

De onmacht om met taal werkelijk ervaringen te kunnen beschrijven: dat besef is er ook altijd in de mystiek. Woorden schieten tekort voor die ervaring , waar je tegelijk helemaal gegrond word in de aarde en het hier en nu, en tegelijk dat overstijgt in een geluk... waar geen woorden voor zijn, dus, waarin je ten diepste ervaart dat jij en ieder ander uiteindelijk één zijn...

Clarice Lispector wordt ook wel een mystica genoemd. En ook dat vind ik dan grappig om te lezen: want het was allereerst haar taal en de wijze waarop ze als met een bijl door de korst van de gewoonte hakt, die erg binnen kwam. Ik las in twee uurtjes tijd het net in het Nederlands vertaalde: Het uur van de ster en ben het ook alweer aan het herlezen.

En zo zwerf ik rond in de wereld van de boeken... Heel fijn om deze tocht ongestoord te kunnen ondernemen, nu er geen werktijden zijn.

dinsdag 4 april 2017

Hyper-sur-innerlijk-realisme

Door Leonora Carrington
Zondag heb ik twee nieuwe schilderessen ontdekt: Leonora Carrington en Clara Peeters. De eerste wordt een fabuleuze vrouw genoemd op de tentoonstelling 'Gek van Surrealisme' in Boijmans van  Beuningen in Rotterdam. Mexicaanse en Engelse van oorsprong. Ze tovert je een sprookjesachtige, poëtische en ook warme wereld voor met een verlangen daarin naar tere verbindingen, geheimvolle verstandhoudingen.

Zo heel anders dan al die mannelijke surrealisten. Hun werelden roepen eerder vervreemding op, soms met iets van kilte, zoals bij Dali of Margritte. Bij Max Ernst ervaar ik wel iets magisch, in het Peggy Guggenheim Museum aan het Canal Grande in Venetië, haar voormalige woonhuis, kwam hij een keer heel erg binnen, waarna ik ook een kunstboek van hem gekocht heb. Maar hij mist het intiem persoonlijke van Leonora Carrington.

In Den Haag op de tentoonstelling 'Slow Food' in het Mauritshuis zag ik de stillevens met kazen, brood en wijn en bloemen, vruchten en vissen van Clara Peeters. Dit is het begin van de 17e eeuw: zo tot verrukking brengend levenslustig en mooi geschilderd! Alsof je in haar brein kunt kruipen en mee ervaart waarom zij koos voor exact die compositie en precies dat detail uitlichtte. Opnieuw gebeurt me dit bij een vrouw en niet bij de schilderijen van haar mannelijke collega's. Dan bewonder ik de virtuositeit, maar het werk blijft afstandelijker.

In het begin van deze dag was ik ook flabbergasted in de Kunsthal, bij de tentoonstelling Hyperrealisme. Je kijkt naar een vrouw bij een oude auto, mensen in een stad weerspiegeld in een etalageruit. Naar lege straten met het tere schaduwspel van bomen, of juist vol met winkeltjes en vuilniszakken. Naar mensen die aan een bar koffie drinken. En alles is geschilderd. Je wilt een bewijs dat het geen foto's zijn, door met je neus er bovenop te staan en er langs te kijken, om penseelstreken te zien. Maar je ziet meestal niks.

De moeite die kunstenaars nemen, om dit zo voor elkaar te krijgen. Wel met inzet van de modernste technieken: overtrekken, projecteren op de muur. Dat was in de 17e eeuw, bij al die ook realistische maaltijdstillevens allemaal niet mogelijk. Maar de vraag blijft: wat beweegt mensen om hier al hun tijd in te steken?

Het lijkt me een wijze van leven. Je kunt niet anders dan doen wat je doet. Er was een schilderij van een oud een beetje vervallen wit huis, in de sneeuw, in een gewone beetje onooglijke straat, lijkt het , niet in de allerbeste buurt. Waarom dit? Zou het het ouderlijk huis of een ander dierbaar huis van de kunstenaar zijn, en is dit dan de wijze om erbij te kunnen verwijlen? Een vraag zonder antwoord...

Tot slot van deze heel welbestede dag, toog ik nog naar Scheveningen. Ik zeeg neer op het zand en luisterde naar de zeer kalme branding, een bekend geluid: zo klinkt de zee meestal bij het Lido, bij Venetië.  Er is een reuzenrad en een rodelbaan op de Pier erbij gekomen.
De tastbare werkelijkheid verandert steeds en wie weet je eigen innerlijke werkelijkheid ook... Fijn dat er kunstenaars zijn, die dit alles zichtbaar maken: al die momentopnamen, die door hun werk reëel worden en blijven.

zaterdag 1 april 2017

Rommelkontje

Maart-roert-zijn-staart en april-doet-wat-ie-wil, enzo. Gisteren lag ik nog in mijn nakie in de windstille hoek van mijn tuin te zonnen, vandaag heb ik weer mijn winterjas aan. Ik moest toch weer naar de stad. Want het is vreselijk met me gesteld. Donderdagavond genoot ik van het zwoele weer, met mijn handen op de rug, flanerend, en toen dacht ik ineens: Help, dit klopt niet ik had iets in de handen moeten houden.

Ik had net een broodje met bakkeljauw en een blikje cola op onder een plantenbak bij plein 1944, een jongen en een meisje zongen en speelden gitaar. Fijn, avond in mijn stad... maar zou ik het daar dan achter hebben gelaten? Ik doel op het boek van Benjamin Moser, de biografie over Clarice Lispector, die ik vroeg in de middag gekocht had  en bij een Waalstrandje was gaan lezen, met in hetzelfde tasje het Boekenweekgeschenk om zondags mee te kunnen reizen.

Nee, daar lag het niet... en de toko van het broodje was al dicht. Ik dacht echt dat het tasje dan daar was, ik had tenslotte beide handen nodig gehad voor het eten en het drinken. Ik dus vandaag terug, want morgen is het vrij-reizendag. Nee, niet gevonden bij de toko, en ook niet bij de friettent waar ik eerst een broodje lamsshoarma had willen eten, maar die was uitverkocht,  en ook niet bij de boekhandel zelf, waar ik vroeg in de avond weer even binnen was gelopen.

Ik kocht nu maar een ander boek, om morgen te kunnen reizen, een plaatjesboek De Onschuld van voorwerpen van Orhan Pamuk. Zijn wijze van ervaren herken ik zeer. Lange wandelingen maken door de stad, die je terugbrengen, zoals de kruimels brood bij Klein Duimpje, in oude ervaringen, spullen die nieuwe herinneringen bij je wakker maken. Ik heb dat zeer ervaren bij het opruimen van het ouderlijk huis. De spullen in mijn huis, nu, heel anders gerangschikt, openen vanzelf sensaties uit mijn vroegste kindertijd en alles wat daarna kwam: het spoor terug.

Maar goed, ik ben een 'rommelkontje', dat woord viel binnen, een koosnaampje, waarvan ik nu niet meer weet of ik dat zelf bezigde richting oppaskind E. of haar moeder. E. blijkt nu dan Ahd te hebben, en ik...? Ik ben ook 'zo' , door dat ongeluk van vroeger, de 'hersenkneuzing'. De buurman vanochtend wees me er ook op. Hij had een nieuwe schutting geplaatst en ik had het niet eens gemerkt. Hij ziet tuingereedschap slingeren en dat ik het tuimelraam niet dicht doe, terwijl er onweer voorspeld is... 'Jij lijkt dan nonchalant, maar je bent het niet', zei hij.

Ik vond het wel een goede waarneming. Die ik ook weer moet gaan inzetten in het gesprek met de werkgever. Die wil een  'vaststellingsovereenkomst'. Dat ik uit dienst ga en dan krijg ik geld mee. Ik heb 'ja' gezegd, maar nog niks ondertekend. Buurman raadde me aan een advocaat in de hand te nemen die over arbeidsrecht gaat, hij kende een heel goede. Want tenslotte ben ik zieker geworden door de werkgever. 'Zij willen van je af, nou dat moeten ze maar betalen, na 28 dienstjaren'.

Ja, misschien is dit verstandig. Maar het zit zo absoluut niet in mij, om dit zo aan te pakken! Toen de baas suggereerde dat ik nu maar mijn vakantiedagen moest gaan opnemen, tot de overeenkomst rond was, riep ik wel vanuit mijn hart:  Dat kan niet! Ik ben nu ontzettend moe. Oke, dan nog niet, voor de komende week, zei hij. En voegde eraan toe dat hij zag dat ik moe was. Om me vervolgens, tot slot wel weer sterkte te wensen...

Ik ben een rommelkontje. Ik voel de vrijheid lokken:  dat ik verder ongegeneerd een rommelkontje kan zijn en niet meer hoef te denken dat ik me minimaal vier uur per dag moet kunnen blootstellen aan kunstlicht. Ik had in het begin van dit jaar al een nieuwe tent gekocht. Ik stel me voor, daar in het duister met alleen wat kaarsjes aan, veel in te gaan rommelen.