dinsdag 4 april 2017

Hyper-sur-innerlijk-realisme

Door Leonora Carrington
Zondag heb ik twee nieuwe schilderessen ontdekt: Leonora Carrington en Clara Peeters. De eerste wordt een fabuleuze vrouw genoemd op de tentoonstelling 'Gek van Surrealisme' in Boijmans van  Beuningen in Rotterdam. Mexicaanse en Engelse van oorsprong. Ze tovert je een sprookjesachtige, poëtische en ook warme wereld voor met een verlangen daarin naar tere verbindingen, geheimvolle verstandhoudingen.

Zo heel anders dan al die mannelijke surrealisten. Hun werelden roepen eerder vervreemding op, soms met iets van kilte, zoals bij Dali of Margritte. Bij Max Ernst ervaar ik wel iets magisch, in het Peggy Guggenheim Museum aan het Canal Grande in Venetië, haar voormalige woonhuis, kwam hij een keer heel erg binnen, waarna ik ook een kunstboek van hem gekocht heb. Maar hij mist het intiem persoonlijke van Leonora Carrington.

In Den Haag op de tentoonstelling 'Slow Food' in het Mauritshuis zag ik de stillevens met kazen, brood en wijn en bloemen, vruchten en vissen van Clara Peeters. Dit is het begin van de 17e eeuw: zo tot verrukking brengend levenslustig en mooi geschilderd! Alsof je in haar brein kunt kruipen en mee ervaart waarom zij koos voor exact die compositie en precies dat detail uitlichtte. Opnieuw gebeurt me dit bij een vrouw en niet bij de schilderijen van haar mannelijke collega's. Dan bewonder ik de virtuositeit, maar het werk blijft afstandelijker.

In het begin van deze dag was ik ook flabbergasted in de Kunsthal, bij de tentoonstelling Hyperrealisme. Je kijkt naar een vrouw bij een oude auto, mensen in een stad weerspiegeld in een etalageruit. Naar lege straten met het tere schaduwspel van bomen, of juist vol met winkeltjes en vuilniszakken. Naar mensen die aan een bar koffie drinken. En alles is geschilderd. Je wilt een bewijs dat het geen foto's zijn, door met je neus er bovenop te staan en er langs te kijken, om penseelstreken te zien. Maar je ziet meestal niks.

De moeite die kunstenaars nemen, om dit zo voor elkaar te krijgen. Wel met inzet van de modernste technieken: overtrekken, projecteren op de muur. Dat was in de 17e eeuw, bij al die ook realistische maaltijdstillevens allemaal niet mogelijk. Maar de vraag blijft: wat beweegt mensen om hier al hun tijd in te steken?

Het lijkt me een wijze van leven. Je kunt niet anders dan doen wat je doet. Er was een schilderij van een oud een beetje vervallen wit huis, in de sneeuw, in een gewone beetje onooglijke straat, lijkt het , niet in de allerbeste buurt. Waarom dit? Zou het het ouderlijk huis of een ander dierbaar huis van de kunstenaar zijn, en is dit dan de wijze om erbij te kunnen verwijlen? Een vraag zonder antwoord...

Tot slot van deze heel welbestede dag, toog ik nog naar Scheveningen. Ik zeeg neer op het zand en luisterde naar de zeer kalme branding, een bekend geluid: zo klinkt de zee meestal bij het Lido, bij Venetië.  Er is een reuzenrad en een rodelbaan op de Pier erbij gekomen.
De tastbare werkelijkheid verandert steeds en wie weet je eigen innerlijke werkelijkheid ook... Fijn dat er kunstenaars zijn, die dit alles zichtbaar maken: al die momentopnamen, die door hun werk reëel worden en blijven.