zaterdag 15 juli 2017

Magische sensaties

Het is niet dat ik het had opgezocht, ik wilde graag wandelen en zag wel dat er een mogelijkheid tot regen was. Ik wilde door het Park Sonsbeek naar de dierentuin. Dus ik had wel een paraplu mee genomen. En toen, op een bospad, met rechts van me de hoge stuwwal, brak het noodweer los. Regen viel en ruiste in grijze schermen naar beneden, door de bomen donderde het en die donder leek te weerkaatsen en  in golven weer terug te komen.

Het had wel wat. Ik word er alert van en heel helder. Die sensatie dat je lééft, midden in de regen en een bos en stap voor stap je weg baant. In Burger Zoo bleek de overdekte mangrove net geopend. Ik liep eerst door de bush en werd overvallen door de sensaties van zoveel tropische planten die bloeiden, alsof ik, zoals in Star Trek, ineens was gepland op een vreemde planeet. Ik maakte een fotootje van die rode spitse harde stekelachtige veren die in het groen hingen. Twee vrouwen keken me wat bevreemd aan. 'Dat is maar een bromelia', zei de ene tegen de andere en liepen door.

In de mangrove werd ik opnieuw overvallen, door een gevoel van Wonder, ik kan het niet anders uitdrukken. Er fladderen overal vlinders rond, heel veel rakelings langs je, zwevend, blauw, met een spanwijdte van 16 centimeter. Nog geen uur geleden was ik alleen in een bos vol regen en nu dit!

Misschien was is ik er extra gevoelig voor, omdat ik de avond tevoren naar de film Fantastic beasts and wher to find them, had gekeken: de tovenaarswereld van een eeuw voor Harry Potter in New York, over een 'magizoologist', een tovenaar die in zijn koffer een wereld vol bedreigde dieren bewaart en redt, als een ark van Noah: fantasiebeesten, die ontsnapt uit de wereld van zijn koffer en New York en de niet tovenaarswereld, de gewone wereld dus, op stelten zet. Die gewone wereld mag niks weten van de magische wereld om hen heen.

De ervaring van magie, van zintuiglijke sensaties die dwars door jouw rationele bovenhoofd gaan en die veel intenser en echter bij je binnen komen en die wellicht veel meer jouw doen en laten kunnen sturen en richting geven: dat gebied van intuïtie en aanvoelen: in een heel andere context vond ik dit terug in woorden van Karl Ove Knausgard in Lente. Hij richt zich hier naar zijn pasgeboren dochtertje en beschrijft één dag uit hun gezamenlijke en haar prille leven: Dat hij de andere kinderen naar school brengt en met haar op bezoek gaat bij zijn vrouw en haar moeder, die is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis omdat zij het leven toen niet  aankon.

Zó kan het zijn, zonder veel oordelen, ernstige meningen en analyses: We komen van het verre en angstwekkende mooie, want een pasgeboren kind dat voor het eerst zijn ogen opent, is als een ster, is als een zon, maar we leiden ons leven in het kleine en domme, in de wereld van de zwartgeblakerde worstjes en de wankele campingtafel. Het grote en angstwekkende mooie verlaat ons niet, het is er de hele tijd, in alles wat altijd hetzelfde is, in de zon en de sterren, in het vuur en in het donker, in het blauwe tapijt van bloemen onder de boom. We kunnen er niets mee, het is te groot voor ons, maar we kunnen ernaar kijken en we kunnen ons eraan overgeven.