Dat brengt me allemaal wel in de vakantiestemming naar een zonniger oord. Want op het lange bovendek, zo'n schip is 13500 meter lang, las ik aan de zijkant, staan allemaal dekstoelen waar nu hoogstens drie mensen zitten met een dekentje over zich heen. Vanochtend zag ik een vrouw moedig bubbelen in een badje op het voordek en dan denk ik: mmm... over een paar dagen is er een zee en zon voor mij!
Ik heb een nieuwe bikini gekocht. Ik vind dat eigenlijk zonde van het geld: zo weinig stof, dus ik heb eeuwen gedaan met een heel oude bikini, maar die begon te lubberen. Ik wilde deze al op de gok kopen, zegt de juffrouw bij de kassa: 'Je mag het niet ruilen want het is uitverkoop, ik zou het toch even passen, het is toch slecht weer buiten'. Die redenatie snap ik helemaal: bij mooi weer is het al helemaal niks om in zo'n pashokje te moeten gaan friemelen, dan wil je buiten zijn in de zon.
Mijn nieuwe campingstoeltje is een kuipstoeltje van grijs canvas van Bocamp. Wat handig verzonnen: het bestaat deels uit opvouwbare stokken en weegt nog geen kilo. Dat biedt ook mogelijkheden om die naar het strand mee te nemen, als ik eens besluit om daar een hele dag naar toe te gaan. Andere jaren heb ik daar al over getwijfeld, maar het toenmalige stoeltje vond ik daarvoor net te groot en te zwaar.
En dan verzamel ik een aantal dwarsliggers: uit de bieb en de boekhandel in de aanbieding en van de boekenmarkt. Ik vind ze ideaal. 'Voor mij mogen alle boeken op dat formaat' zei een meneer naast me, 'e-readers is niks voor mij, ik wil papier.' Ik beaamde dat volmondig: je wilt een boek kunnen voelen en ook weten hoe dik die nog is. Die dwarsliggers kun je liggend met één hand, prima lezen. Het gekke is wel, dat ik nu, maakt niet uit, wat meeneem, wat maar een beetje lezenswaardig lijkt. Ik kocht al 1945 van Ian Burama, dat lijkt me wel echt interessant: hoe dit jaar wereldwijd beleefd is, maar vandaag neem ik ook Schot in de roos mee uit de bieb, van Jill Mansell: chicklit, heet dat genre, dit wordt mijn eerste leeservaring daarin,straks op het strand.
En ik heb geshopt in de klerenkast van Moeder. Dun katoenen jurken en lange broeken en broekrokken met hemdjes in allerlei kleuren en designs, gekocht over de hele wereld... Bij sommigen kan ik haar stem horen, waarom ze dat mooi vond... en ze passen me allemaal. Een setje blauw-wit komt veel voor op foto's van 1992 en die stop ik straks rechtstreeks in mijn koffer naar Venetië. Wel van haar geweest, maar onherkenbaar anders als ik het draag: dat vind ik wel een goed criterium: Hoe je wat oud is meeneemt en transformeert naar iets nieuws voor de toekomst.