De feestweek is weer voorbij in mijn stad en de rust is, alweer bijna wedergekeerd. Op de zaterdagmarkt is het iets drukker dan normaal, dat zullen wel de nablijvers zijn, want tenslotte is het tegelijk vakantietijd en hoort het juist rustiger te zijn. Ik heb het nog nooit zo druk gezien in een stad. Ik keek mijn ogen uit. Alle podia zijn geheel geprofessionaliseerd en bespanden hele stukken van straten en bomenpartijen in parken of waren wit cirkelvormig waarin dan weer lichtbeelden werden geprojecteerd. Wat op Oerol de twee attractie-tenten warren op het festivalterrein, eentje met parapluutjes die door de wind bewogen worden met zonpanelen eromheen, geheel eco-vriendelijk dus, viel hier geheel weg
Om half een 's nachts stopte alle muziek en dan waren het vooral jonge mensen die de stad nog uit stroomden, er gingen eigenlijk bijna de hele nacht door treinen. Zou half jong Nederland, die niet in het buitenland verblijft, aanwezig zijn geweest? Ik kwam M. tegen, mijn oppaskind, ondertussen 22 jaar. 'Mirjam, Mirjam!!!' hoorde ik keihard, door al het feestgedruis heen. Nog steeds heb ik haar nieuwe woonstek nog niet gezien, maar ze zou me na de vakantie mailen, beloofde ze.
Van P. haar moeder en mijn vriendin wist ik dat ze een beetje moeizame relatie had met een Poolse jongen. Wel heel lief, maar hij wilt terug naar Polen... M. had het net uitgemaakt, bleek nu. Nee, opgelucht was niet het woord, maar het was wel goed, want nu pas ervoer ze dat ze eigenlijk stil was blijven staan, het was zó zei ze - en ze ging wijdbeens staan: 'Met een been in haar eigen leven en met het andere bij hem, ik kon dus niet vooruit'. 'Wat een sterk beeld', zei ik tegen haar, 'die ga ik onthouden!'
M. is goed in verhalen vertellen en met een kleine bezigheid erbij samen met iemand, sfeertjes creëren, waar een ander zich helemaal op haar gemak kan voelen. En dat zei ik haar. Ja, dat klopte wel... reageerde ze, ze had in haar stage ook ontdekt, dat één op één contact haar heel goed af ging en mensen makkelijk hun verhaal vertelden. Nog een jaar studie en dan heet ze 'pastoraal werkster' en dan dus werkloos worden...
Rationeel dacht ze wel blij te zijn met haar opleiding en dat ze er allicht veel geleerd had, maar gevoelsmatig kon ze er somber van worden ... Ze was straks een mislukte 'pastoraal werker' want het christendom was niet haar vorm, zei ze, voor een heel aantal medestudenten was dat het wel geworden, dus tja, hoe vind je nou iets waar je dan in kan gaan werken? 'Jou is het wel gelukt, in een wijkcentrum', zei ze. Dat vind ik wel grappig dat ze dat ineens nu zo zag. 'Ach ik ben 22 jaar, het hoort bij mijn leeftijd om het allemaal nog niet precies te weten, er zal zich vanzelf wel een weg openen', zei ze lachend. 'Dat heb ik tenslotte geleerd hé, dat het zo werkt, al zie ik het nu niet voor me.'
Ik realiseerde me dat er weliswaar wel opleidingen zijn , nu, die op het terrein van levensbeschouwing en zingeving, studenten opleiden om met een heel breed en weids perspectief te kijken en te analyseren, maar dat de beroepsuitgang maar één richting op lijkt te wijzen. Dat is dus ook een kwestie van geldstromen. We leven in een maatschappij die geen geld wil uitgeven aan zingeving omdat dit naar het privéterrein is teruggedrongen: Iedereen moet het maar zelf uitzoeken. Terwijl zingeving en religie en zoeken en vinden van betekenis juist alles ook heeft te maken met een 'samen' en verbondenheid. Zoals dat er is op festivals en feesten: dat dan weer wel.