woensdag 28 februari 2018

N.a.v. Mies Bouwman

Ik kan het bijna niet geloven, maar toch is het zo: ik heb een deel van Open het dorp gezien, waar Mies Bouwman zo bekend mee is geworden, maar ik was pas vier jaar en nog geen acht maanden oud! Ik heb er heel sterke herinneringen aan. Dat Moeder zo enthousiast was, allereerst over het doel: dat gehandicapten nu in eigen huizen konden gaan leven. En dan het commentaar wat ze overal bij gaf.

Ze vond het geweldig als er een kind opkwam die de spaarpot ledigde en ze deed misprijzend als een bedrijf een groot geldbedrag gaf, vooral als de zaal dan heel hard klapte. Die man had zelf niks gedaan, die ging met de eer strijken. Het meest duidelijk herinner ik me dat de Zangeres zonder Naam opkwam. Die verkocht stukjes van heur  haar. Moeder vond dat verschrikkelijk, je eigen haar aanbieden wat niks kost, wie denkt ze wel niet wie ze is en dan ook nog tot tranen toe geroerd over jezelf. 

Ik weet nog dat ik dacht: Ja maar ... je vind haar zo erg, maar je lijkt ook een beetje op haar... Moeder kon ook wel een drama-queen zijn... Maar dat kan toch bijna niet? Dat ik dit als kleuter dacht? Ik heb geen herinnering aan broertjes eromheen en dat kan dan kloppen, want de eerste na mij is twee jaar jonger. En Zusje bestond nog helemaal niet. Hoe kan dit? Ik dacht echt dat ik toen tien jaar ofzo was, maar het programma was in november 1962. Ik weet nog dat ik mocht kijken zo lang ik wilde tot ik zelf wilde gaan slapen.

En dat roept een andere herinnering wakker: dat ik dol was op De Wrekers, en ik de ene keer wel mocht kijken, maar een andere keer naar bed moest. Als oudste mocht ik als laatste naar bed en voelde toen heel intens: ik wou dat ik groot was, dan kon  ik zélf bepalen wanneer ik ging slapen. Ik snakte naar die  vrijheid, die er nog niet was. Ik was helemaal dol op Emma Peel. 

Ik heb even gegoogeld: Emma Peel was er van 1965-1967. Toen was ik dus 7 tot 9 jaar! Haar opvolgster was Tara King, maar daar vond ik niet veel aan, ik vond het toen niet erg meer om de Wrekers te missen. Dus op die leeftijd waarvan ik had gedacht dat ik elf of twaalf zou zijn, wilde ik om Emma Peel heel graag volwassen zijn. 

Mies Bouwnan droeg als eerste presentatrice een broekpak en ja, Een van de Acht, daar keken we met zijn allen naar met frisdrank en Golden Wonder chips, precies zoals de afgelopen dagen Nederland zichzelf voor de tv-buis in herinnering bracht. Emma Peel droeg ook broeken. En dat wilde ik ook als kind, hoe oud?... Daar durf ik niks meer over te zeggen. Ik weet dat ik op zondag een kriebelige petticoat aan moest en dat niet wilde.  Moeder vond dat raar, de meeste meisjes zouden  jaloers zijn op zo’n mooie petticoat.  Waar je jouw eigen voorkeuren vandaan haalt, geen idee.

dinsdag 27 februari 2018

Klooster-crashen

Dit bevalt me heel goed: het contrast dat ik nu zelf geschapen heb tussen de maandag en de dinsdag. Gisteren de hele dag mediterend en reflecterend binnen doorgebracht. Eens gesnuffeld aan de Geestelijke Oefeningen van Ignatius van Loyola, de oprichter van de Jezuïeten-orde. Of je een zonde van je zelf drie keer op een dag wilt overdenken. Maar ik kon niet op een zonde komen en denk dan dat dit om het begeren van een vrouw gaat, omdat mannen meerdere keren op een dag aan seks denken.

Ik  heb de online kloosterbibliotheek van de monniken op Schiermonnikoog gevonden, die in januari 2019 een zo te zien prachtig pand, nu in gebruik als herberg, gaan bewonen. Ik kwam maandelijks  in het klooster dat ze verlaten hebben, Abdij Sion in Diepenveen. Die bieb is nog niet af, de ambitie is om er alle teksten die er zijn in op te nemen. Ik las er ooit de Collatio van Cassianus en heb goede herinneringen aan de gesprekken die we daarover in Sion hadden.

Online komen al die namen van abten langs die vanaf de derde eeuw in de woestijn hebben geleefd, allemaal maar met één doel: bij God willen zijn, écht leven, niet lauw. Iets in mij begrijpt dit volkomen en iets in mij zoekt deze teksten op en neemt waar dat ik misschien ten diepste een soort van monnik ben, maar dan in de wereld en ook zo’n beetje tegen wil en dank. Ik heb kinderen gewild, niet alleen, maar in een relatie, en het is er allemaal niet van gekomen. Ooit heb ik wél besloten om parttime te werken zolang als dat kon, om niet opgeslokt te worden.

Als er kinderen waren gekomen dan was ik fulltime gaan werken, misschien was ik dan leraar levensbeschouwing geworden omdat dit beter verdiende dan beheerder zijn en dan had ik auto leren rijden, om tijd te winnen en dan was mijn leven nu vol geweest. Nu is mijn leven leeg en hark ik bladeren... Wat ik bewust wilde en waar ik op heb aangestuurd is niet gebeurd in mijn leven, maar waar mijn diepste verlangen was, dat is nu uitgekomen...

Handarbeid, een onderdeel van de traditie van de Cisterciënzers, is heel voldoening gevend. In een ander taalspel: de ene dag zit ik in mijn hoofd en de andere dag zit ik volkomen in mijn lichaam en mag na acht uur buiten werk bij -1 graad Celsius thuiskomen en crashen. Geen uitgebreide maaltijd bereiden, want daar ben ik dan  te moe voor, dus iets eten wat ik al eerder heb klaargemaakt, een warme douche en dan liggend een filmpje.

Niet echt monnikachtig? Dat klopt. Ik ga ook niet zes keer per dag bidden in een kapel. Maar de innerlijke stilte is wel een groot goed in mijn leven. En dat geef ik vorm in alles wat er in de wereld naar mij toe komt, ik crash mijn zelf de wereld in. Met andere woorden, ditmaal uit de Franciscaanse traditie: heel de wereld is mijn klooster.

maandag 26 februari 2018

Fragile world

Het leven is zo kwetsbaar. Van de hele eindspeech van IOC-voorzitter Thomas Bach, zijn me alleen maar deze drie woorden bijgebleven: Our fragile world. Want dat is het: je ziet fantastische sportprestaties van mensen op het toppunt van hun kunnen en vitaliteit, maar dat is alleen voor enkelen weggelegd. Je ziet de wereld bijeen in een eindceremonie vol technische snufjes vol hoop en belofte, maar dezelfde wereld is ook gebroken, vol oorlog, ramp en pijn.

Ik was op bezoek bij N. Ze heeft veel energie gestopt in mijn laatste wijkcentrum om mensen bij elkaar te brengen, mensen met allerhande beperkingen en ‘gewone’ mensen en ik ondersteunde dat van harte. Zelf had ze door een aangeboren afwijking een kans om een hersenbloeding te krijgen, die dan het meeste voorkwam tussen je twintigste en je veertigste. Daarna zou de kans dat het nog gebeurde gering zijn.

Deze kennis deerde N. niet. Ze had een volle baan in de zorg, deed aan couchsurfing tot in Zuid Amerika, blablacar en ontmoeting met mensen daarin, stond centraal. En nu is het gebeurd:  ze heeft een hersenbloeding gehad en de ballonnen van haar dertigste verjaardag die ze wél gevierd heeft, zweefden aan het plafond aan weerszijden van de relaxstoel met automatische bediening om die van zittend naar liggend en weer teug, te krijgen. Ze moet weer leren lopen met een rollator, die ze vol bloemen en bloeiende takjes tot een tuintje heeft gemaakt. 

De kans dat er een hersenbloeding terug komt is nu veel groter en ze vraagt zich af waarvoor ze het dan eigenlijk doet: een heel intensief revalidatie-programna elke dag van de week, dat  de hele dag duurt. Bij 40 op de schaal mag ze zelfstandig fietsen, ze zit nu op 21 en een maand geleden was het 9. Ze vindt het veel te lang duren en heeft ook het idee eigenlijk nauwelijks vooruitgang te maken. 

Wat zeg je dan? Ik begin te vertellen over mevrouw S. die een zware hersenbloeding had en ook niet meer kon praten, het spraakvermogen is bij N. niet aangetast, en dat die uiteindelijke rondscheurde in een elektrische rolstoel en ik dan achter haar aan holde als ze achter een konijntje aanging in de tuin van Dekkerswald. N. moet erom lachen. En dat mevrouw S. in die tijd al, toen het nog ongeveer taboe was, 25 jaar geleden, al een euthanasieverklaring geregeld had, want dat betekende vrijheid, maar dat ze die niet heeft gebruikt, al had ze op het einde ook standaard een zuurstoffles met een slangetje aan haar neus verbonden.

Ik weet dat ik het vertel omdat ik ook denk: stel dat je nou niet meer kan gaan lopen...‘Je hebt me nog gewaarschuwd’ zei N. tegen me, ‘toen we op dat bankje zaten in de zon: of ik voorzichtig wilde zijn...maar ik draafde maar door.’ Ja, ik zag dat ze richting burn-out raakte, omdat het project in het wijkcentrum niet gelukt was en er op haar werk ook allemaal obstakels waren... Ik zag dat ze iets moeilijker liep. En nu? .... Alle woorden die je zegt zijn ook zo futiel, je voelt je zo machteloos.

zaterdag 24 februari 2018

Weekend- ochtend muziek

Vijf jaar leeftijdsverschil is, als je kind bent, heel veel. Zusje, vijf jaar jonger, zei eens dat het echt een kinderherinnering is: dat het zondagochtend was en dat ze dan uit de kamer van haar grote zus, altijd keihard Amália Rodrigues hoorde. Dat het haar vrolijk maakte: weekend!

Op de zondagochtend was het de gewoonte dat iedereen zichzelf vermaakte en dan kwam er een brunch waar moeder altijd uitpakte: er was gekruid gehakt met peterselie of gebakken champignons of broodjes uit de oven. Die gewoonte heb ik nog lang zelf zo voortgezet en de croissantjes opgerold uit een blikje waren bijna standaard.

Die zondagochtend thuis, was natuurlijk al nadat de kerkgang was afgeschaft. Ik was daar als eerste mee begonnen, op straffe dat mijn ouders de hele zondag niet met mij praatten, maar enkele jaren later gingen ze ook niet meer. Zusje kan zich waarschijnlijk helemaal geen kerkgang meer herinneren. Nu ga ik doorgaans zelf op de zondag naar de kerk, dus mijn weekendochtend beleef ik nu op de zaterdag.

Fijn, tijdloos in mijn leesstoel in de zon uitgebreid de krant lezen en tijdschriften en vanochtend deed ik dat met de muziek van vroeger: alle platen van Amália Rodrigues zijn op de draaitafel geweest. Hoe je na zoveel jaar gewoon weer alles kan meeneurieën. Wát ze zingt heb ik nooit geweten en nu natuurlijk ook niet, maar ik hoor dezelfde levenslust.

Daarna draaide ik de pianomuziek van Alicia de Larrocha: Iberia van Albeniz. Dat is de weekend-ochtendmuziek van ex-vriend H. en mij... Pas wandelde ik toevalligerwijze over het oude studentencomplex Hoogeveld, waar we beide woonden. Hij op de vierde verdieping aan de kant van de kloostertuin, ik een ingang verderop, op de derde verdieping, ook aan de kant van de kloostertuin.

Nu was er een hek geplaatst en dat is fijn, want toen al waren er verhalen van gluurders die meisjes op de begane grond bekeken en die hun raam niet meer open durfden te zetten. Dat werd toen toch niet helemaal serieus genomen, want zolang als dat ik er woonde, is er toen geen preventief hek geplaatst. Maar de tijden zijn harder geworden: Nu waren er ook hoge hekken rondom alle ingangen, zodat de bewoners hun fiets veilig achter slot en grendel kunnen zetten.

Ik woonde dus aan de kant van de kloostertuin van het Albertinum en heb daar altijd van genoten. De kloosterlingen die er doorheen ambuleerden, soms met een boek, de natuur tegen je raam aan, het was het bosgedeelte van de kloostertuin,  en soms een rode specht pal voor je neus, sneeuwval, de grond vol sneeuwklokjes. En helemaal vrij! Geen inkijk en dan in de ochtend in het weekend in je bed luisteren naar Amália Rodrigues of Iberia. Dit kan nooit meer avondmuziek worden, het is muziek van verwachting en dingen die gaan komen...

vrijdag 23 februari 2018

Tim Walker

Gisteren naar The Garden of Earthly Delights,  hele grote schilderachtige foto’s van de Britse modefotograaf Tim Walker in het Noordbrabants Museum. Hij had carte blanche om te maken wat hij wilde en greep terug op de drieluik van Hieronymus Bosch (1450-1516) die hij als kind al gezien had en grote indruk op hem maakte: De Tuin der Lusten.

Een tentoonstelling waaraan ik moest wennen, toen ik midden tussen de meer dan levensgrote foto’s stond van veel naakte lichamen of gehuld in sprookjesachtige kleding bij grote bloemen, in mosselen, ingeklemd in glasachtige bubbels, een parel in de mond, een slang kronkelend om het roze, glanzende lichaam, een bloem bij de blote billen. Al  die rekwisieten stonden ook aan zijkanten tegen de muur. De sfeer is aanvankelijk wat beklemmend en duister en tegelijk kan je niet om de intensiteit van de blikken, de urgentie van het aanwezig-zijn van de geportretteerden. En daarom is er ook een grote vitaliteit.

Ik heb met de wereld van Hieronymus Bosch altijd hetzelfde gehad. Ik was nooit razend enthousiast en toen die grote overzichtstentoonstelling van hem enkele jaren geleden een landelijke hit werd, viste ik dus, door te lang te twijfelen of ik daar wel heen wilde, net naast het net, toen er een run op de kaartjes ontstond. De wereld van Tim Walker spreekt me bij nader inzien, ook door zijn modefoto’s die ik nu achteraf zie, wel meer aan.

Zijn mensen worden ontdaan van het allerdaagse: ze worden een nieuw soort wezens die zich bewegen in een nieuwe wereld waar niks vanzelfsprekend is en er telkens iets op de kop wordt gezet met een zweem van humor erin. Hij heeft de actrice Tilda Swinton vaak op de foto’s gezet en het is het soort type mens dat ik altijd intrigerend vind: androgyn, net niet helemaal en toch eigenlijk ook wel, van vlees en bloed.

Ambigue? Grensvervagend en overstijgend? Dat hij juist in de modewereld zulk soort foto’s daar ook maakt, dat brengt mode, jezelf omhullen met kleding, op een ander plan, dan die van het geld en  de rijkdom. Je kunt ook een oude kapotte bruine pij met een wit touw eromheen verzinnen als je dagelijkse outfit en dat kan dan de traditie ingaan als het toppunt van armoede, zoals Franciscus van Assisi ooit verzon. In feite is zo’n dracht even buitenaards als de wijze waarop Tim Walker zijn modellen op de foto zet, met hetzelfde beoogde resultaat: Mens, maak je eens los van de gewone tred en transformeer!

woensdag 21 februari 2018

Als een roodborstje?

Ik had in de koffiepauze van het blad harken in de speeltuin al een blogje geschreven met bovenstaande titel. Geen tijd meer om het rustig over te lezen, dus dat deed ik na het werk. Verbeteringen aangebracht en toen heb ik waarschijnlijk een verkeerde knop aangedrukt, want het hele blogje was plotsklaps weggevlogen... Dat herproduceren gaat niet meer... Dus nu maar een herinnering aan dat blogje (zo beweeglijk is het leven, iets is ook meteen alweer herinnering...)

Het begon ermee dat ik weer erg genoot van de rijp op het lichtgroene mos en dat ik het op de woensdagochtend rustiger aan doe dan op de dinsdag en nu met mijn iPad een roodborstje heb gevolgd en op de foto had gezet, hippend in het blad en op een twijg. Mijn werkweek begint nu op dinsdag, en de maandag wil ik voortaan invullen met intensief lezen aan mijn tafel, boven. Misschien een beetje lectio divina: dat is geestelijke lezing, een tekst meditatief lezen ter verrijking van je innerlijk leven. Toen ik leesgroepen in het klooster begeleidde en meditatieteksten schreef, gebeurde dat vanzelf. De laatste tijd is dit er bij ingeschoten.

Dan is na de woensdagochtend mijn werkweek alweer voorbij! Zal ik nou de tijd gaan invullen  met vrijwilligerswerk? Ik weet bijvoorbeeld dat men in de kerk versterking zoekt voor in de ochtenden; dan is de kerk open en dan kunnen degenen die het nu doen vaker vrij hebben... Maar iets in me, wil het zo leeg mogelijk houden en verlangt naar iets van een kluizenaarschap. Ik zag bij BBC News een filmpje van een koptische priester in Ethiopië die elke dag om 6 uur opstaat en dan om 9 uur de rots op klautert, 250 meter steil omhoog, zonder trap.

Daar is een rotskerk met rotsschilderingen uit de zesde eeuw. De man blijft er de hele dag en leest er. Ja de stilte en door niemand daar gestoord kunnen worden... dat is het helemaal voor hem. De camera zoemt uit: je ziet een zwart gat van de ingang in een massieve rotswand hoog in de bergen en verder is er alleen maar ruimte en vergezichten... Zo iemand werkt als een rolmodel voor mij, in een stadse wereld waar het zo gewoon lijkt om je agenda vol te plempen met afspraken en activiteiten... ik wil dit  niet en mijn nieuwe werkomstandigheden geven me ook de mogelijkheid om het anders te doen. 

Misschien is zo’n roodborstje wiegend op een twijg, zingend in het ochtendzonnetje ook wel een rolmodel? En zo eindigde ik dat blogje. Ondertussen kon ik na het werk niet stoppen met wandelen. Met de zon in mijn gezicht en een lichte wind in mijn rug, zoals in die Ierse zegenwens, ben ik uiteindelijk helemaal naar huis gewandeld. Het is heel fijn om de tijd haar gang te laten gaan en daarin te bewegen zonder een direct doel of een nuttigheidsprincipe. Misschien een beetje zoals de man op de rots of als een roodborstje, dus.

maandag 19 februari 2018

Arirang

Ik voel me toch het meest een vis in het water als verschillende culturen, tijden en leefwijzen zich mengen met elkaar en in zekere zin, in het moment Nu, allemaal aanwezig zijn. Je brein als een tastend orgaan dat voeling houdt met veel, heel veel en in het centrum daarvan dit alles waarnemen en daar dan tegelijk ook deelgenoot van zijn. Klinkt dit als geheimtaal?... Zó zag het er gisteren voor me uit.

Ik werd wakker en dacht: Arirang. Waarom weet ik niet, eerder is het opgeslagen en misschien had ik er net over gedroomd ofzo. 'Arirang' is een oud volksliedje uit Korea en is ook de basis van het huidige anthem. Het is ontstaan in de velden en bergen en drukte toen vooral het levensgevoel Han uit: dat is bijna verpletterd kunnen worden door zorg en zwaarte en dan dit zingen en er zo doorheen komen. Zowel Noord- als Zuid Korea hebben het laten opnemen op de werelderfgoedlijst van Unesco, vertelde men bij de opening van de Olympische Spelen.

Maar het lied is nu populair in alle lagen van de bevolking, bij jong en bij oud. Op internet zie je het allerlei soorten van mensen uitvoeren, de hele ouden met het Han-gevoel, jongeren op de dansvloer in discotheken, a capella, jazzy, met symfonieorkesten, klassiek gezongen, enzovoort. Toen de regisseur Kim Ki Duk in 2012 de  de Gouden Leeuw in Venetië ontving voor de film Piëta, zong hij dit lied in plaats van een speech. Korea heeft de ambitie dat dit lied een lied van de hele wereld wordt en nu vooral hoop, optimisme, levensenergie uitdraagt, vandaar dat het zit in de openinsgstune van de Olympische spelen en is het verwerkt in het Olympisch Lied: Let everybody Shine.

Fijne info en toen ging ik naar de kerk. Daar werd het Vietnamees Nieuwjaar gevierd, het wordt het Jaar van de Hond volgens de Chinese astrologie, en de Vietnamese priester meldde in de overweging voor een bomvol publiek, meer Vietnamezen nu, dan ‘witte mensen’, eerst in het Nederlands iets over de trouw, het luisteren van de hond, om vervolgens nog drie keer langer in het Vietnamees door te gaan.Ik hoorde slechts twee Nederlandse woorden: niet-weten en dankbaarheid. Een Vietnamees koor zong en in die liedjes was God de glorieuze en schitterende lente en dat zou ik nou ook in het Nederlands willen zingen.

Voor het altaar een afbeelding van de voorouders en een grote mand met vruchten en dat wordt er altijd geofferd bij de voorouders, weet ik, want dat staat voor vruchtbaarheid. En vroeger, in Indonesië, waren Hollandse appels en peren daarin natuurlijk veel beter en bijzonderder dan tropisch fruit. Na de dienst mochten alle kinderen tot twaalf jaar naar voren komen en kregen ze bij de voorouders een rood zakje met geld. Ik zag het gebruik uit mijn jeugd voor het eerst in een grotere, levende context: ook wij kregen van mijn grootouders Empal met het Chinese Nieuwjaar. In een envelopje zat een mengeling van metalen:  koperen stuivers en ‘zilveren’ guldens, en heel oneerlijk vonden mijn broers en zusjes, de oudste kreeg meer dan de anderen, zo was nou eenmaal het gebruik. Iedereen wenste elkaar Gelukkig Nieuwjaar en dat is leuk, om nogmaals het jaar opnieuw te kunnen beginnen.

Toen kuierde ik onder een bijna lentezon de stad in en ging een antiquariaat binnen. En soms heb ik die stemming: dat ik verwacht er een onbekend boek te vinden, dat als het ware door het universum naar mij toe gezonden is, dat zich door mij wil laten vinden. Ik vond Elected Silence, de autobiografie van Thomas Merton uit 1949. Helemaal raak, wist ik na enkele bladzijden gelezen te hebben. Het motto zijn dichtregels van Gerard Manley Hopkins:
Elected silence sing to me
And beat upn my whorléd ear,
Pipe me to pastures still and be
The music that I care to hear

Het boek stond bij de literatuur bij de M, ik was eigenlijk op zoek naar iets van Murakami, en de man bij de kassa zei: ‘O, spiritualiteit, hè voor vijf euro? Dat is door zo’n nitwit, die van niks weet er per ongeluk ingezet...’ Thomas Merton is wereldwijd een bekende trappist, die veel gepubliceerd heeft en tot mijn verrassing blijkt zijn vader Owen Merton uit Nieuw Zeeland te komen en schilder te zijn, Thomas vergelijkt hem met Cézanne. Door het zwervend leven van zijn vader woont hij rondom New York, in een dorp in Frankrijk, in Groot Britannië. Zijn familie heeft een hekel aan katholieken. Een leuke cliffhangers dus: hoe wordt Merton uiteindelijk een monnik?

Dit bedoel ik dus, het water waarin ik me het beste voel: oost en west door elkaar, het gewone leven en de religieuze wereld en in de avond keek ik naar 'De Luizenmoeder' en naar 'Het hart van China' en dacht nog eens aan 'Arirang': dat lied en de geschiedenis ervan draagt toch ook iets uit van de weerbaarheid en wendbaarheid van de menselijke geest. Leuk, als het over de hele wereld in allerlei versies zou worden gezongen.

De opening van de Olympische Winterspelen 2018:

zaterdag 17 februari 2018

Eerste keer in zon liggen

Dat het maar even genoteerd is: gisteren heb ik voor het eerst weer languit op de grond van de zon liggen genieten. Het was in de Haterse Vennen, weliswaar met een winterjas met daaronder mijn oude Starskey&Hutch-vest, nog van de middelbare school toen de gelijknamige politieserie populair was en de vesten een hit werden. En met warme thee uit een thermosfles en onderwijl een mandarijntje pellend.

De dagen zijn qua weer zo op en af. Nu is het weer grijs, maar gisteren een blauwe lucht en zon. Dan kán ik niet binnen blijven. Ik heb nu een korte route door park Staddijk en bedenk dan dat dit een autistisch trekje in me is: waarom dit nooit eerder bedacht en fietste ik altijd met een grote omweg dus, langs de grote weg? Pas toen ik te voet ging dwalen vanaf mijn huis, vond ik deze route uit...

Een paar weken geleden lagen er over de vennen een heel dun vliesje ijs: ook heel mooi. Een week later kon je er, geloof ik, schaatsen. Lente en winterweer wisselen elkaar in deze tijd af. In Park Sonsbeek en Park Zypendaal floten vorige week de vogels, uit volle borst, alsof de lente in volle gang was. Maar op een grijze dag als deze is het weer stil, ook in mijn mussenkolonie.

Ik hoop dat de laatste zal blijven. Binnenkort moet er profesioneel gesnoeid worden, met steigers en al langs het huis. Ik heb net de offerte ondertekend. Dat kan ook via internet, heb ik net uitgevogeld. Ik hoop dat het dan een stralende zonnige dag is, zodat de mussen heel hard kwetteren en men daardoor extra voorzichtig zal zijn met het verwijderen van de hedera, dat is dus klimop op het dak. O, wat ben ik toch natuurminnend ...

vrijdag 16 februari 2018

Marlon Williams

Het blijft geweldig: thuis internet en bluetooth. Ik lees in Trouw een interview met de jonge Nieuw-Zeelandse singer-songwriter Marlon Williams. Een knappe 27-jarige jongen met Maori-bloed. Country/folk-achtige liedjes dat is het genre waarbinnen hij valt. Zelf zegt hij over zijn liedjes: 'Ik heb wel een aardige fantasie, en ik lees veel romans. De kracht van allegorieën heeft me altijd geboeid. Daarom zijn dat allemaal van die karakter gedreven liedjes geworden'.

Wat een typerende en voor zijn leeftijd, rijpe waarneming over je eigen maaksels. Dus ik ga kijken op YouTube en zet de muziekinstallatie aan. En hup, daar verschijnt hij en ik ben meteen verkocht. Als ik nu puber was, dan zou ik meteen naar de platenzaak rennen en in de tijd dat het nodig is om er voldoende zakgeld voor te hebben, alles wat er is van hem aanschaffen.De jeugd van tegenwoordig hoeft niks meer aan te schaffen en haalt alles van het internet.

Hij heeft een stem die aan Elvis Presley doet denken in de uithalen en dat klopt, want zijn Maori-oma was Elvis Presley-fan, dus dat was zijn voorbeeld wat zingen betreft. Hij leefde twee jaar geleden in Brisbane en op de vraag waarom hij uit Nieuw Zeeland is vertrokken richting Australië zegt hij: Tja er zijn vier en een half miljoen mensen in  geheel Nieuw Zeeland en zoveel wonen er alleen al in Melbourne. 'I wanted to expand my horizon'.

Dat doet veel jeugd in New Zealand: Overseas gaan. Sinds zijn middelbare school maakt hij al liedjes en speelt hij gitaar en zong in koren. De  Maori zingen veel directer en vanuit het hart, het lijkt of het Westen daar bang voor is om dat zo te doen, zegt hij. 'Daar komt mijn open, bibberige manier van zingen vandaan'. Ik herinner me dat toen ik er was, er rondom rondom Kerst een heel grote bijeenkomst was van koren met kinderen uit de heel wijde omtrek op het Zuideiland. Georganiseerd vanuit de lagere scholen, maar ook kinderen die alleen thuis onderwijs hadden, op een afgelegen boerderij in de bergen, kwamen dan ook, het was dé gelegenheid van ontmoeting en samenkomst. Er waren wat solo-optredens en de authentieke Maori-liedjes ontroerden me. Ik stel me ineens voor dat ik hem er ooit gehoord zou kunnen hebben, als klein jongetje...

De liedjes die hij alleen zingt met zijn gitaar geven me bijna een brokje in de keel. Een liedje heet: When I was a  young Girl. Hij wordt een oude ziel genoemd in een jong lichaam. Als je hem dan ziet zingen, zo'n knappe mooie jongen, alles gevoelig aan hem, die helemaal androgyn wordt door de woorden die zo intens uit zijn inborst komen... ja dan... lijkt het alsof muziek als een soort van engelengezang een menselijk lichaam kan bewonen.

PS: Nu pas, een dag later, zie ik dat hij lijkt op L. een jongen uit mijn eerste jaar theologie, die in mijn kamer in een spijkerblouse met cowboylaarzen mijn gitaar pakte en begon te zingen...Na samen een tentamen voorbereid te hebben en gehaald ,was hij de week erop verdwenen.

donderdag 15 februari 2018

Axolotl

Wanneer ik in de dierentuin ben kan ik me steeds weer verwonderen over al die verschillende soorten en over hun gedrag: elke keer zie ik iets wat ik nog nooit gezien heb. Ik kwam bij de chimpansees die wegens de kou in hun binnenverblijf waren en zag voor het eerst hoe ze elkaar vlooien. Dat gaat zo innig! Ze zijn helemaal verstrengeld met elkaar, je kijkt naar één groot lichaam als het ware en dan komt er een harige arm uit te voorschijn die heel precies met twee vingers ergens een vlo uit pikt.

Toen was het voedertijd zo bleek, ik stond ondertussen bij de gorilla’s en hoorde ze brullen, dus ik snelde terug. Ze waren kennelijk even buiten hun gezamenlijk verblijf gelokt en een oppasser gooide alles vol met grote kroppen andijvie, dikke plakken courgette en groene paprika’s. Toen het klaar was, stormden de chimpansees om het hardst weer naar binnen en renden naar al het eten. Dat aten ze ieder afzonderlijk op: hier niks van gezamenlijkheid: allemaal aparte eilandjes en als er eentje dichtbij kwam bij een ander die nog wat had, dan werd deze genegeerd, die wist dan hoogstens één blaadje andijvie los te krijgen en de andere verwijderde zich dan om weer lekker alleen verder te peuzelen. Er is geen ruzie of strijd maar ook helemaal niks van: samen delen, laat staan samen genieten.

Ik wilde eigenlijk helemaal niet over bovenstaande bloggen, maar over de Axolotl. Dat is een soort van salamander die alleen op enkele plekken  in zoetwatermeren in Mexico voorkomt met een heel grappig,  blij uiterlijk. Zij speelt als een soort godheid een rol in oude mythen en niet voor niks, vermoed ik: het beest kan als enig levend wezen op aarde zichzelf regenereren. Dus als er een arm afgehakt is, dan groeit het geheel als vanzelf weer aan. Het beestje leeft nu vooral in laboratoria over de hele wereld, wegens deze eigenschap. 

Want hoe geweldig zou dat kunnen zijn, als dat bij mensen ook zou kunnen! Waarom groeit een geamputeerde arm dicht met huidweefsel en waarom kan daar niet ‘gewoon’ een nieuwe arm groeien? Wat is het geheim van de axolotl  ? Ik begrijp dat het in wezen een salamander is, die niet verder is gegroeid dan de larvestaat. Dan is het dus een soort van embryo, alles nog in de groei, die toch een kleine biotoop om zich heen heeft gevonden, dat deze zo kan leven op de aarde. In enkele meren met de juiste temperatuur: zoals menselijke embryo’s leven in het vruchtwater van de moederschoot...

Zijn mensen verder in hun evolutie dan chimpansees omdat ze wel samen kunnen eten en daar zelfs een gewoonte van hebben gemaakt, met zijn allen aan één tafel, als ze met meerderen zijn? Of lopen ze eigenlijk achter omdat ze nooit zo intiem met elkaar verstrengeld elkaar een wederzijdse dienst bewijzen van het elkaar vlooien? Wat heeft de mensheid gewonnen aan groei en wat verloren? In mij kan wel een verlangen leven naar een instinctief gedachteloos samen-vlooien....

Zou het mogelijk kunnen zijn om menselijk embryoweefsel in de buitenlucht te laten leven, zodat dat aangehecht kan worden aan de verwonde lichaamsdelen van mensen en er zomaar nieuwe armen en benen kunnen groeien? Ik fantaseer hier maar wat, maar ooit is er ook zo verzonnen dat , wie weet , we van elkaars organen kunnen leven en daarom nu de donorwet en al dat onderzoek naar de axolotl is niet voor niks. Alleen moeten we het dan wellicht weer gewoon gaan vinden om menselijke embryo’s te kweken voor de genezing van andere mensen.

Ik ben wel voor de axolotl. Ik bedoel: het beestje heeft zo’n vrolijk uiterlijk, dat je je tenminste kan voornemen om je brein zoveel mogelijk in zo’n blije staat te houden: van voortdurende regeneratie.

woensdag 14 februari 2018

Gratis fitness

Ik heb tot mijn schande ooit een bijna gratis jaarabonnement op een fitnesscentrum, gesubsidieerd door de werkgever helemaal ongebruikt gelaten. Toen lokte eigenlijk ook de kleine sauna en de gratis cursussen in steps en zumba. Maar het kwam er niet van. Je moest er dan eerst naar toe fietsen en dan nog aan de gang... Al was ik het wel van plan, dus.

Nu beschouw ik mijn 11 uur per week bladeren harken als een vorm van fitness, ook door de werkgever verstrekt. Na drie weken merk ik dat ik fitter ben, weer iets van buikspieren voel en ook mijn armen meer kracht hebben. Vorige week ben ik vanaf de speeltuin ook nog een uur naar het Afrika Museum gewandeld en de dag erop door Sonsbeek en het Park Zypendaal naar de dierentuin en een paar dagen later toen ook nog eens meer dan een uur geswingd! Ik geloof dat dit me eerder niet zo gelukt was.

En ook deze week is het weer heerlijk, buiten met stralend weer: gisteren heb ik meters gemaakt over het terrein: de strepen die de hark maakt overal, geeft voldoening, het is zen-achting. De klus bestaat in feite uit drie delen: eerst met de riek het bovenblad wegsteken, daarna het natte blad eronder aanharken en wegwerken en tenslotte, als de grond dan bijna kaal is, met de hark het allerlaatste rondslingerend blad bij elkaar vegen en dat geeft die harkpatronen.

De weg erheen en terug, met ėén bus, is een soort prettig reisje door mijn stad en de tijdlagen die ik erin door heb gebracht. Van de laagvlakte aan de ander kant van het kanaal waar ik woon, naar het centrum waar je in de ochtend de stad ziet ontwaken, dat doet me denken aan de tijd dat ex-vriendje H. midden in de stad woonde en ik genoot van die eerste geluiden, als het licht op de daken viel.

Dan vervolgens de berg op, naar de sjieke wijken van de stad, de Goudkust geheten. Langzaam verschijnen er de oude gevels, de grote stadse huizen aan de kant van de stad die niet platgebombardeerd  is in de oorlog. Het ochtend- en avondgloren schemert tussen de bossen door en ook aan de einder, waar de rivier loopt Al met al ben ik dus aardig content met deze fitnessgelegenheid, die mij door de werkgever in de schoot is geworpen

zondag 11 februari 2018

Zoveel werelden

Ik hoef niet elke dag zo’n dag, maar af en toe is het wel héél leuk: dat je van het ene in het andere valt en je geest van heden naar verschillende verledens zwiept omdat je even mensen tegen komt uit dat verleden, ooit... zo lang geleden. Dat jij ook in die andere hoofden dan zit, en dat je dat dan even deelt.

Het begon met de wereld van het geloof, de katholieke kerk, de theologie. De bisschop vierde het 25 jarig jubileum van het kerkgebouw mee. Van te voren dacht ik: ik ga uit antropologische interesse, kijken of de sfeer verandert als er zo’n bisschop over de vloer is. In den beginne moet ik dan wel lachen om die zware staf, die hij als een sinterklaas met zich mee sjouwt en hoe die door de jonge priester, toch de associatie van een knechtje, in de hoek wordt gezet en hoe die ook de mijter aanneemt en zorgvuldig opzij legt. Maar uiteindelijk ben ik ook wat ontroerd, als tijdens de woorden van de eucharistie een helemaal volle kerk uit volle borst een paar keer die woorden zingt waar voor mij het hele christelijke geloof op drijft: Ubi caritas et Amor, Deus ibi Est. 

Ik wilde erna rechtstreeks naar huis en niet deelnemen aan de drankjes en de taart, maar ik hoorde mijn naam en het was L. en ik was even terug in mij studententijd theologie en hoorde nu pas dat hij maar twee jaar op de theologische faculteit heeft rondgelopen en op Grieks en Latijn was afgeknapt, dus via een omweg alsnog theologie had gedaan buiten mijn stad. Wonderlijk, dat we elkaar dan toch bijna veertig jaar zo’ n beetje hebben kunnen volgen. Hoe mild we zijn geworden op onze leeftijd: je kijkt alleen nog naar de goede dingen die er in de kerk gebeuren, gewoon tussen de gewone mensen en  de rest daar schud je je hoofd maar over en haal je je schouders op : er is aan al het wangedrag en schijnheiligheid toch niks te doen en je ergeren helpt ook niet. 

Terugwandelend uit de kerk, na drie Vietnamese loempia’s en dus toch ook een drankje, reed daar ineens G. naast me, van het ontbijtje in het wijkatelier: 'En, hoe bevalt het bladeren harken?' vroeg ze. Daar is dan even de wijkcentrumwereld present. Ze vindt het jammer dat ik er niet meer ben op de dinsdagochtend. En toen ging ik richting de stad, even naar de carnavalsoptocht kijken en daarna weer naar de Thiemeloods, een optreden van Suitcase Suzy, een heel fijne stem met liedjes uit de tachtiger jaren, Grace Jones en Carole King.

Zegt een vrouw tegen me: ‘Ik vind je die grote zwarte hoed wel beter staan, dan dit hoedje’. Ik zeg dat ze me vast voor een ander aanziet, want ik heb héél vroeger wel een zwarte hoed gehad, maar nu dus niet. Blijkt het de barkeepster te zijn van een café waar ik vroeger regelmatig kwam en pas nog, had de vrouwengroep het over haar gehad: dat ze toch wel de beste barkeepster aller tijden was, omdat ze feilloos op het einde van de avond wist wat je gedronken had en vaak je naam ook nog eens erbij. Ze glom van oor tot oor, toen ik haar dat vertelde. 

Tja, we worden allemaal ouder, zeiden we tegen elkaar en toen gingen we maar swingen. Tijdens het dansen ervaar ik dan zo’n levensenergie en ik weet dat ik dát: dansen,  in alle periodes van mijn leven heb gedaan en dit wil ik nu regelmatig blijven doen: het is het leven vieren.

zaterdag 10 februari 2018

Openingsceremonieën

Bloggen is voor mij ook een manier om gedachtegangen los te kunnen laten. Als het in een blogje staat, dan kan ik weer verder. Zoals nu, ik dacht: blog daar nou maar niet over, dat heb je al eerder gemeld, en dan toch: het blijft in mijn hoofd zitten en het moet er dus uit. Bloggen is dus een soort stofzuigen....

Het gaat over de Openingsceremonie van de Olympische Spelen. Ik zie dat en ervaar dan vergaande dingen zoals: Ja!, dit kan ik helemaal na voltrekken, zie nou wel, ik zal me nooit in het christendom geheel thuis kunnen voelen, maar hier wel in, dit gaat over lucht, water, aarde, hout, metaal, de harmonie die gezocht wordt tussen yin en yang, het gaat over mythische verhalen die in het land zelf ontstaan, passend bij de geografie, over synchroniciteit, waar het individu een ondergeschikte rol speelt. Daarom kan het zich zo makkelijk aanpassen aan het westen: de oude gekleurde Phoenixvogel van de vrede wordt later een witte, bijbelse, vredesduif. 

Dan hoor ik Mart Smeets melden dat alle Olympische Openingen uit de koker van Walt Disney komen en aan de tafel van DWWD vindt men de opening van Londen de allerbeste. Maakt het wat uit als Disney heeft bijgedragen? Nee, dus, het past bij het adaptatievermogen van Korea dat zich presenteert als toekomstgericht en zo prachtig moderne technologie laat samengaan met ouderwetse bewegende stoffen beesten en een massa-synchroniteit in dans: alles voor dat ene verhaal: dat de mens in harmonie wil leven, vooruit kan zonder het menselijke  te verliezen. En dit zonder zware zonde of schuldgevoelens en een al te opgeklopt ego of onderlinge hiërarchie. De vlag van Korea zou mijn eigen vlag kunnen zijn: in het midden een rood/blauwe cirkel van Yin en Yang en daaromheen vier tekens uit de iTjing: hemel, aarde, water en vuur.

Ik heb de openingsceremonie van Londen bekeken van 2012. Zo geheel anders van vorm en sfeer. De Britse humor is er het leukst in. Dat Her Majesty zelf meegedaan heeft in het verhaal dat ze door James Bond wordt opgehaald uit haar paleis, per helicopter naar de arena wordt vervoerd en een duikvlucht maakt naar beneden, om vervolgens het stadion in te schrijden, waar iedereen gevraagd wordt om te gaan staan en God save the Queen aan te heffen. Mr Bean die zich verveelt in het orkest dat speelt. Al die popmuziek en de grote kinderverhalen die uit Engeland komen en de film.... Het geheel is geregisseerd door Danny Boyle, die van Slum Dog Millionaire en Trainspotting en helemaal op het einde zingt als afsluiting het ganse publiek mee met Hey Jude, samen met Paul McCartney.

Hier het verhaal hoe een agrarisch United Kingdom verandert in de zwarte schoorsteenpijpen van de Industriële Revolutie, ter plekke wordt door honderden mensen het podium opgeruimd, grasmatten weggerold, al het landelijke onttakeld. De suffragettes komen langs, maar ook Mary Poppins. Maar al deze dans is zo rommelig en chaotisch, bestaande uit losse  taferelen en scènes... Geef mij maar liever de Oosterse synchroniteit...

Ook de standenmaatschappij sijpelt daar alles heen en ook hoe Groot Brittannië zich het centrum van de wereld waande en nu nog steeds wellicht: de fakkel van het Olympisch vuur komt vanaf de Theems het stadion binnen. Geef mij dan maar liever de reis van de fakkel over de hele wereld zoals die bij de Koreaanse openingsceremonie te zien was: de fakkel door de handen gegaan van velen. De Britten melden liever de rang en de verdienste van degene die de fakkel draagt en de vlag enzovoort.

De oude wereld tegenover de nieuwe wereld? Waarom heb ik wrevel bij de eerste en ben ik razend enthousiast over het tweede? Misschien is het simpelweg zo, dat ik me makkelijker kan identificeren met vijf Aziatische kinderen die een reis van het verre verleden naar ver in de toekomst gaan maken over de rivier van de tijd, omdat ik zelf een Aziatisch uiterlijk heb. Misschien zijn het de genen van mijn verre voorouders die wakker worden geroepen omdat het verhaal gaat dat een tak van mijn familie afstamt van een grote timmermansclan die leefde aan de oever van een grote rivier.

vrijdag 9 februari 2018

World Press Photo

Ik was pas om toen ik helemaal op het einde van de tentoonstelling de foto zag van een olifant die fier stond  bij een waterplas, met achter haar een immense fonkelende sterrenhemel. In de audio hoorde ik de maker, Bence Máté, uit Hongarije vertellen hoeveel werk, tijd en geduld het maken ervan gekost had. En dat het dan uiteindelijk ook nog geluk is, dat hij op een, twee meter van deze olifant stond. Het moeilijke was om die oneindige sterrenhemel in de verte én de olifant zo dichtbij, allebei haarscherp in één foto te vatten.

Opeens waren alle foto’s die ik gezien had, weer bezield door de makers ervan. Want na me op de Zondagmiddag geheel in de ellende van de wereld gedompeld te hebben, betrad ik de tentoonstelling
en overviel me het gevoel van: O, nee, niet wéér. De World Press Photo, een jaarlijkse wedstrijd wereldwijd om de beste fotojournalistiek, gezeteld in Amsterdam, kan bij nader inzien natuurlijk grotendeels veel ellende  bevatten, want dat is nieuws, gaat maar door en houdt nooit op.

Nu mijn stemming was veranderd door die olifant, zag ik ineens dat de serie er naast waar je midden in het oerwoud verklede mensen als pandabeer zag, met ook een babypandabeer in de armen, niet luguber of spookachtig bleken te zijn, zoals mijn eerste indruk was. De fotoserie van Amy Vitale is juist een heel positief verhaal uit China, waar reuzenpanda’s gered worden en de verzorgers deze pandakostuums dragen zodat de reuzenpanda niet kan wennen aan mensen en zo uiteindelijk succesvol weer in het oerwoud vrij gelaten kunnen worden.

Dus ik liep de hele tentoonstelling terug en keek nóg eens, ditmaal met het oog van de individuele maker: bij al die fotoseries daar zit de gedachte, het blikveld en de esthetische smaak van iemand achter, die daarheen gereisd is, zich vaak bloot heeft gesteld aan het hetzelfde gevaar als de gefotografeerden en die er lang over heeft nagedacht welke selectie van de vele foto’s de meeste impact maken en het verhaal het best vertellen. En welke verhalen willen er dan verteld worden?

Een man begiet bloemen midden op straat, een oude vrouw bij een gebarsten spiegel, een man lijkt het plafond van een gebombardeerd flatgebouw te willen dragen, een baby in een auto kijkt je doordringend aan: Donkere dagen in Oekraïne,de eerste prijs in de categorie lange termijn projecten van Valery Melikov  die zich richt op de gewone burger die niet aan het geweld kan ontsnappen.

Het eerste homo-rugbyteam van de wereld. De Indianen die vechten tegen de oliepijplijn door hun land: juist de grootste gekleurde foto van een indiaan op een paard dat drinkt uit een meer, paarden zijn in de Indiaanse cultuur heel belangrijk,  laat op poëtische wijze de kracht van de natuur en de mens die daar in harmonie mee leeft, zien. Braziliaanse sloppenwijken waar mensen kleur aanbrengen om het leefbaar te maken. Enzovoort.

Vijf vierkante foto’s in pasteltinten met een sfeer van heimwee. In 1905 al, kwamen er 1000 Koreanen aan bij de kust van Mexico, ze kwamen voor contractarbeid, maar ze zijn er gebleven en hebben zich gemengd met de daar aanwezige bevolking, waaronder Cubanen en Mayavrouwen. Iets van hun cultuur is nog aanwezig, getuige de opgetuigde lichtgroene kimono aan een hanger in een lege kamer. De maker Michael Vince Kim,  heeft zelf ook Aziatisch bloed en kon zo het vertrouwen winnen van deze gemeenschap.

Het menselijke en het wereldgebeuren. En nu is er de opening van de Olympische Spelen in Korea. Het Olympisch vuur dat toch ook wil gaan over die éne grote mensengemeenschap, die allemaal houdt van sportieve prestaties. De ene meer dan de andere. Ik heb minieme belangstelling. Behalve zo’n feestelijke opening, dat gaat er bij mij in als zoete koek.

woensdag 7 februari 2018

Speeltuin

Het was een fantastisch werkje: hele dunne lagen aan elkaar gevroren oud eikenblad  met de riek los steken en het dan zachtkrakend los scheuren van  het natte blad daaronder, het in je gestrekte armen nemen en dan in de kruiwagen leggen. Het zag er zo mooi uit, als een lichtbruin tapijt, terwijl je alle dunne nerven in dat dorre blad zag.

En er vlogen roodborstjes rond en er ontstonden op de grote bladerhoop in het bos net buiten de speeltuin een soort van kantélen: lichtgevroren torentjes in de vorm van de inhoud van de kruiwagen die ik daar telkens ledigde en op één van die kantélen hipte steeds een roodborstje dat me aan leek te kijken. En dan is het vroeg in de ochtend met een zonnetje dat warm straalt door de vrieskou. heen. Werkelijk, ik heb genoten!

Zo’n speeltuin brengt weer een heel andere wereld binnen. Er wordt  nu een nieuw Romeins fort gebouwd, met verwijzingen naar een aquaduct: vier hoge torens, verbonden met touwbruggen en die torens worden helemaal in Berlijn gemaakt. Want daar zijn nog goedkope arbeidskrachten uit Polen, in Nederland worden nergens meer speeltoestellen gemaakt. Alles wordt in vier vrachtwagen hier gebracht en dan moet alles nog worden aangekleed. Sommige delen ogen naar een Ikea-bouwpakket met een instructie erbij en de opbouwers vertelden, dat als er onverhoopt iets niet geleverd is, ze kunnen bellen, dat gaat dan meteen op het vliegtuig en in Eindhoven wacht dan een speciale koeriersdienst om het rechtstreeks naar de speeltuin te brengen.

Er zijn gigantisch veel testen die ze regelmatig moeten doen, of alle toestellen nog veilig zijn en alles is omgeven met regels. Zo is er een test die de waarde meet van de val naar beneden van een speeltoestel in verhouding met de zachtheid van het val oppervlakte. Als de waarde te hoog is, kan de speeltuin aansprakelijk worden gesteld bij een ongeluk. Alleen blijkt het lastig te meten, want het is nooit één constante: de wind speelt mee en bij 30 graden Celsius komt er totaal iets ander uit, dan als het koud is.

En dan is er ook exact uitgerekend dat de motorische bekwaamheid van een kind, past bij de hoogte en de ingewikkeldheid van een speeltoestel. Dus ouders die hun peuter optillen in een speeltoestel en dat kind valt er vervolgens uit: dan is de speeltuin niet aansprakelijk. Deze speeltuin, De Leemkuil, is ook nog eens aardig uniek in Nederland, er zijn nauwelijks zulke grote speeltuinen en het trekt schoolreisjes uit het hele land, ook bijvoorbeeld uit Rotterdam.

O, als kind vonden we het er ook geweldig en zo spannend en avontuurlijk, die ervaring deelden een collega en ik. Want er was een bos waar je je kon verstoppen, buiten het zicht van je ouders, tenminste dat dacht je, en dan was er ook nog van alles waar je in kon gaan en tunnels om doorheen te kruipen. En toen was er nog niet eens het treintje dat nu rond het hele terrein gaat.

Die collega B. die in de zomer vooral op zijn eigen speeltuin is, een grote buurtspeeltuin, baalt overigens  van de nieuwe generatie ouders. Die zijgen neer op de tafels en de bankjes met een boek of een laptop en komen dan verontwaardigd klagen: Er is geen toezicht bij het poedelbad! ‘Jullie zijn het toezicht’, antwoordt hij dan. Waarom hebben mensen kinderen, als je niet eens met ze wilt spelen in de speeltuin, vraagt hij zich af.

Nu er verder niemand op het terrein is en ik de rijen kleurige klikobakken allemaal in een grote rechthoek tegen elkaar zie staan, kan ik me nog geen beeld maken, dat er straks maximaal 1400 grote en kleine mensen kunnen rondlopen. Maar het kunnen er ook weleens maar twintig zijn. Ik ben benieuwd.

maandag 5 februari 2018

Job tegenover inspiratie

Gisteren, al in bed, bedacht ik me ineens dat ik wellicht de hele dag de zondagse overweging heb zitten beleven... Als een heel brave luisterende kerkganger dus! De schriftlezingen van de dag waren
een stukje uit Job, de klager, hij die de wereld en de staat van de mensen beweent, en een stukje uit Marcus, daar waar Jezus voor het eerst een dag lang in het openbaar optreedt en de mensen om hem heen zich afvragen: Wat is dat voor een man, waar haalt hij zijn gezag vandaan, waarom word ik aangesproken?

(Heel apart, net ging de bel, staan er twee Jehova-getuigen voor de deur: ze willen natuurlijk praten over de bijbel en de toekomstverwachting daarin. Ik heb ooit heel wat gesprekken gevoerd met Jehova’s en zei ze dit ook: 'Ja, de bijbel is een prachtig boek, een bibliotheek vol boeken, geschreven door zoveel mensen in allemaal verschillende tijden, dus daar kan nooit één normen-en-waarden-stelsel uit voortkomen of één toekomstverwachting.’ Ik kan het niet nalaten dat toch nog te zeggen. ‘U hebt al met de onzen gesproken, dus dan laten we het daar ook maar bij’, was hun reactie, en ze gingen weer.)

Maar goed, het ging dus over de toestand van de wereld die ook abominabel is en dat daar tegelijk ook inspirerende mensen in blijven verschijnen. En de hele verdere middag was het niet anders dan dat ik meegetrokken werd, in het menselijk tekort. Het begon ermee dat ik verder las in Mijn vaderland, een appelpit van Herta Müller. Zij heeft de Roemeense dictatuur onder Ceaucescu overleefd. Achteraf is gebleken dat haar huis van onder tot boven werd afgeluisterd. Psychische terreur: ze had een grote  ongeschonden rode vacht van een vos in haar slaapkamer als vloerkleed. Op een dag bleek daar met een vlijmscherp mes de staart van afgesneden te zijn, maar op de oude, goede plaats teruggelegd. En in de loop van de weken, werd er telkens weer iets vanaf gesneden, een poot, een oor, en telkens weer teruggelegd... Zó eng en wreed: wij weten je ook wanneer je slaapt, altijd te vinden.

Toen raakte ik verzeild in The Making of... van een nieuwe documentaire van A Weiwei, The Human Flow. Over de vluchtelingenstromen, wereldwijd. Hij heeft er 23 landen voor bezocht en heeft er met zijn neus bovenop gezeten. Hij ontdekte ergens in China, de fabriek die de grote rubberen boten maakt, voor de vluchtelingen op de Middellandse zee. Daar zit je dan in je warme huis vol spullen en daar zie je ze gaan, al die families die niet weten waar ze hun hoofd kunnen laten rusten, op een veilige plaats....

Toen kwam ik in een TEDtalk van Monica Lewinsky. Zij was 22 jaar... en verliefd... ja. Stom genoeg op de president. Alle waardigheid is haar ontnomen, ze werd wereldwijd ‘that woman’, ze kon zich nergens meer vertonen, haar familie liet haar douchen met de deur open, bang dat ze zichzelf wat zou aandoen. Ze pleit voor empathie en compassie, want alleen dat kan de mensheid verder helpen. En ik realiseer me, dat ik indertijd oók alleen over haar gedacht heb in woorden als: wat een, dom, dom wicht. Hoe kun je het zover laten komen, eigen schuld, dikke bult...

Dus, tja, welke kant kijk je op en wil je op? Hoe is het toch mogelijk dat de mensheid zo slecht en vol geweld richting zichzelf is, terwijl er in potentie zoveel anders mogelijk is? En toen zag ik ook nog het verhaal van de stamboom van Maurice de Hond en ik bleef alleen maar kijken omdat ik hem zag staan met Venetiaanse huizen op de achtergrond. Ja, daar blijken zijn verre voorouders vandaan te zijn gekomen. Maar het blijkt dat bijna zijn hele familie in Auschwitz is vernietigd en zijn moeder bij een dokter in het kamp als experiment  diende om vrouwen onvruchtbaar te maken, dat was bij haar dus mislukt, maar bij een tante die het ook overleefd had, was het dus geslaagd. Een vrouw gemaakt tot reproductie-machine, die kapot gemaakt moet worden....

Met dat surfen op het internet kom je in korte tijd overal... je gevoel kan het helemaal niet meer verwerken, waar je allemaal in terecht komt. Want ik zag ook nog hele reeksen van actrices allemaal #MeToo, door Harvey Weinstein. Het roofdier op jacht, verscholen in een wereld van glitter en glamour. De snelheid van het internet, het is teveel allemaal. Maar willens en wetens kon ik niet stoppen. Ja, ik had de luxe om gewoon een wandeling te gaan maken in een vredige omgeving. Het zou me tot een consument maken van dat internet.

Gisteren, op zondag, wilde ik me de hele lange middag eens niet verwijderen van de wereld van Job. Maar 's avonds toen ik keek naar Door het hart van China met Ruben Terlou, die op zoek ging naar de betekenis van het Taoïsme en in een afgelegen berggebied daar een Taoïstische kluizenaar bezocht en een leermeester die een hele school van jongens opleidde en die sprak over de rust in jezelf en kunnen zien wat is en ervaren wat er werkelijk toe doet... Toen kon ik weer zien dat ook dit zich bevindt in het hart van de mensheid en kon ik de wereld van de inspiratie weer tot me toe laten.

zaterdag 3 februari 2018

Waarnemingen

Zomaar wat waarnemingen.
- De roze tulpen in de oude blauwe vaas van moeder die eerst strak in het gelid met ook nog bijna groene knoppen in de vaas staan en ik nog even denk: die komen nooit uit, en die nu golvend uitwaaieren naar alle kanten, bol en bloos.

- De serie Top of the Lake, Chinagirl, van Jane Champion die ik woensdag op een middag en avond achter elkaar bekeek. De innerlijke woeste zoekende wereld van rechercheur Robin, gespeeld door Elizabeths Moss, synchroon gekoppeld aan de zaak die zij onderzoekt, een Chinees meisje, gevonden in een koffer, aangespoeld op Bondi beach bij Sidney. In de ochtend had ik, deels in de regen, weer bladeren geharkt, patronen gemaakt rondom de skelterbaan, alles was kleddernat, dus het opscheppen en wegkruien moest maar volgende week. Na anderhalve dag voel je wel allerlei ongebruikte spieren. Een gezond en voldaan gevoel. De middag was één natte koude grauwe regenbui, dus een serie als een boek achter elkaar tot je nemen, languit op bed gelegen, lekker.

- Wat zó handig is om te maken: draadjesvlees met op het einde aardappelen in de schil erbij. Het ruikt heerlijk kruidig in huis, je doet er wat frisse salade bij en ik kan er twee dagen van eten.

- De iPad die in twee maanden tijd een verlengstuk van mezelf is geworden. Zij had ineens geen internetverbinding meer, dus meteen in de ochtend naar de winkel snellen, ondertussen denkend: en wat als ik deze nou een week moet missen? Mijn agenda zit erin, de bieb-app om meteen te kijken welk materiaal terug moet, de bank-app om iets meteen over te maken, zo handig, 's ochtends even kijken bij BBC News, Sandbox de kleurplaatjesapp en ArtStack, kunst bekijken: een nieuwe vorm van meditatie, scrollen door de door jouw gekozen kunst. Ik zat even achter een computer in de bieb en vond dat zó onhandig en een gevaarte, dat scherm, dat grote toetsenbord en die muis.

- Hoe je voortbestaat door materiële zaken: de ketting van de fiets die diep in de avond ervan af was, uiteindelijk was er een nieuwe ketting en een nieuw tandwiel nodig , naar  huis lopen en dat het wel fijn is, dat ik de volgende ochtend niet vroeg ergens moest zijn, omdat wandelen langzamer gaat dan fietsen. Dat ik vorige week ook dacht dat de wasmachine het begeven had, ik me al uitgebreid in een winkel had laten informeren over een nieuwe. Wist u dat een was er nu bijna drie uur over doet? Mijn oude Miele wast in anderhalf uur, dat is minder milieuvriendelijk, maar ook wel handiger. Ik had de aardlekschakelaar in de meterkast niet teruggezet, wat een verrukking dat ik nog met de oude wasmachine vooruit kan.

- Dat er op een verjaardagsfeestje een waterscheiding is tussen zij met kinderen en zij zonder. De laatsten blijken de hit De Luizenmoeder nog niet bekeken te hebben. Dat ik daartussen in zat: ik was meteen fan en - al hing ik maar één keer in de week op een schoolplein door mijn oppaskinderen, alles en de hele sfeer is zó raak en herkenbaar. Maar dat zit ook in al die subtiele hiërarchie: hoe mensen overal aan elkaar snuffelen, de subtiele concurrentie van baas-boven-baas: wie weet nét wat meer, is nét wat populairder, kan zich nét wat meer veroorloven met meer bewegingsruimte; dat zich dit overal afspeelt, niet alleen rondom een lagere school.

- Dat het toch wel verrassend is, dat ik mezelf nog aangeboden heb bij de werkgever om mij werk te laten doen dat past bij mijn capaciteiten, ik had zelf stukjes schrijven en interviewtjes maken rondom de wijkcentra voorgesteld, een soort van blog dus, maar dat ik nu heel content ben met bladeren harken en ik me nu eigenlijk best wel al een beetje met vervroegd pensioen voel.