Het leven is zo kwetsbaar. Van de hele eindspeech van IOC-voorzitter Thomas Bach, zijn me alleen maar deze drie woorden bijgebleven: Our fragile world. Want dat is het: je ziet fantastische sportprestaties van mensen op het toppunt van hun kunnen en vitaliteit, maar dat is alleen voor enkelen weggelegd. Je ziet de wereld bijeen in een eindceremonie vol technische snufjes vol hoop en belofte, maar dezelfde wereld is ook gebroken, vol oorlog, ramp en pijn.
Ik was op bezoek bij N. Ze heeft veel energie gestopt in mijn laatste wijkcentrum om mensen bij elkaar te brengen, mensen met allerhande beperkingen en ‘gewone’ mensen en ik ondersteunde dat van harte. Zelf had ze door een aangeboren afwijking een kans om een hersenbloeding te krijgen, die dan het meeste voorkwam tussen je twintigste en je veertigste. Daarna zou de kans dat het nog gebeurde gering zijn.
Deze kennis deerde N. niet. Ze had een volle baan in de zorg, deed aan couchsurfing tot in Zuid Amerika, blablacar en ontmoeting met mensen daarin, stond centraal. En nu is het gebeurd: ze heeft een hersenbloeding gehad en de ballonnen van haar dertigste verjaardag die ze wél gevierd heeft, zweefden aan het plafond aan weerszijden van de relaxstoel met automatische bediening om die van zittend naar liggend en weer teug, te krijgen. Ze moet weer leren lopen met een rollator, die ze vol bloemen en bloeiende takjes tot een tuintje heeft gemaakt.
De kans dat er een hersenbloeding terug komt is nu veel groter en ze vraagt zich af waarvoor ze het dan eigenlijk doet: een heel intensief revalidatie-programna elke dag van de week, dat de hele dag duurt. Bij 40 op de schaal mag ze zelfstandig fietsen, ze zit nu op 21 en een maand geleden was het 9. Ze vindt het veel te lang duren en heeft ook het idee eigenlijk nauwelijks vooruitgang te maken.
Wat zeg je dan? Ik begin te vertellen over mevrouw S. die een zware hersenbloeding had en ook niet meer kon praten, het spraakvermogen is bij N. niet aangetast, en dat die uiteindelijke rondscheurde in een elektrische rolstoel en ik dan achter haar aan holde als ze achter een konijntje aanging in de tuin van Dekkerswald. N. moet erom lachen. En dat mevrouw S. in die tijd al, toen het nog ongeveer taboe was, 25 jaar geleden, al een euthanasieverklaring geregeld had, want dat betekende vrijheid, maar dat ze die niet heeft gebruikt, al had ze op het einde ook standaard een zuurstoffles met een slangetje aan haar neus verbonden.
Ik weet dat ik het vertel omdat ik ook denk: stel dat je nou niet meer kan gaan lopen...‘Je hebt me nog gewaarschuwd’ zei N. tegen me, ‘toen we op dat bankje zaten in de zon: of ik voorzichtig wilde zijn...maar ik draafde maar door.’ Ja, ik zag dat ze richting burn-out raakte, omdat het project in het wijkcentrum niet gelukt was en er op haar werk ook allemaal obstakels waren... Ik zag dat ze iets moeilijker liep. En nu? .... Alle woorden die je zegt zijn ook zo futiel, je voelt je zo machteloos.