donderdag 18 april 2024

Groei

Omdat ik aanstaande zomer,  en ervoor, nogal veel weg ben, besloot ik om geen zaadjes op te kweken. Voor mij niks anders dan een meditatieve bezigheid, zoiets héél anders dan werkelijk een moestuin elk jaar weer vanuit de kale grond op tuigen en daar ook in de winter van kunnen eten. Wel fijn om jaarlijks enige weken ofzo op zo’n tuin te kunnen passen. 
Maar goed, géén groei voor je neus zien, dus, dacht ik. Totdat de buurvrouw kwam met kweekbakjes die ze met de bingo had gewonnen: ‘echt iets voor jou’ …Uit de paprika en aardbei is niks gekomen, maar wel uit de cherrytomaten-zaadjes. Gisteren heb ik ze in de relatieve koude allemaal een eigen potje gegeven. Tot mijn schrik gingen ze allemaal, weer binnen, helemaal slap hangen. En toen heb ik ze weer ondersteunt met kartonnen stroken. Ze lijken het gered te hebben, maar nu sta ik dan al weer voor een dilemma: zal ik ze nú water geven, omdat ik weer drie dagen weg ga? Of zouden ze het uithouden zo, en verzuip ik ze anders?…


Enfin. Het is de kern van Leven: bezig zijn met groei, verandering en verval…Vandaag is het de verjaardag van Broer die alweer enkele jaren niet meer op de aarde is. Van intens dagelijks aan hem denken verandert dat dan…en dan gebeurt het weer aan je dat hij op de één of andere wijze regelmatig weer dichtbij je aanwezig is. Zo vreemd en ook zo imperfect is het leven zelf…Toen hij nog leefde was er een lange periode dat we elkaar niet konden bereiken. Zoiets wil je niet, maar je bent onmachtig om dat zelf te veranderen. En toch blijft dit altijd, ook nu nog bij alle onbereikbare levenden; die lieve kleine bloemetjes: Vergeet-Mij-Nietjes. Ik zelf vergeet niemand nooit. Er zijn best wel wat mensen die ik niet meer zie, maar die ik eigenlijk altijd wel meedraag in mijn hart.

Op de eerste verjaardag dat Broer er niet meer was, heb ik de hele dag doorgebracht op ‘De Eeuwige Jachtvelden’, zoals ik dat gebiedje in de Hoge Veluwe ben gaan noemen. Altijd als ik daar nu fiets is er die ene boom die voor mij van hem is. Op weg naar Apeldoorn midden in de velden, is er nog zo’n boom. Bomen groeien langzaam en velen waren er voor jouw eigen bestaan en zullen mij ook overleven.