Ik kwam de term gisteren pas voor het eerst tegen op Insta: WCNSF: Wounded Child No Surviving Family. Het wordt gebruikt door de hulpverlening en Artsen Zonder Grenzen in Gaza. Een nieuw categorie ‘mens’, die nog een heel leven voor zich heeft… Zonder een bloedverwant meer om haar heen. Al zoekend blijkt dat deze term helemaal niet nieuw is, maar al sinds vorig jaar November in gebruik is.
Hoe zal het verder gaan met deze kinderen? Wat voor erfenis zullen zij aan de wereld geven, wat voor vruchten zullen ze gaan dragen? Je kunt alleen maar hopen dat zij onderweg toch genoeg liefde zullen ervaren, dat zij zich ergens toch gedragen weten en dat het geen haat en wraaklust en angst zal zal zijn dat hen zal leiden, wanneer zij straks degenen zijn die de wereld mee vorm geven…
Er gebeurde mij, tot mijn eigen verbazing, iets vreemds tijdens de bijeenkomst met de projectgroep. Iemand las een lied voor en daarin werd tot in detail opgesomd wat er allemaal mis is in deze wereld. De hele waslijst vol ellende. Ik kreeg een knoop in mijn maag en bij elke alinea méér, ik kreeg buikpijn. Helemaal op het einde van het lied wordt er dan aan God gevraagd: laat dit stoppen; een bede.
Ik zag een gemeenschap voor mij, die dit lied zong. Allemaal welbespraakt, want anders kun je niet in detail benoemen wat er allemaal mis is, in de eigen warme, ook letterlijk, bubbel. Zo’n opsomming kún je toch niet met droge ogen aan je voorbij laten gaan? Want daarna gaat een ieder weer de eigen gang in een leven waar er géén oorlog, bedreiging, honger en geweld is.
Misschien ook wel; geweld achter de eigen voordeur, misschien is er ook doodsdreiging; pijn en verdriet om ziekte en onmacht…Maar toch. Het doet er ook niet toe, ik kon mijn buikpijn daarmee ook niet zomaar wegwerken.
Met eentje praatte ik na, terwijl anderen een wandeling gingen maken. ’God’ kwam als het ware té laat voor in het lied…Als je dan over God praat, dan ‘moet’ het in één beweging, in één taalslag met wie wij nu zijn.
Taal is ook een vorm van handelen, dat was mijn belangrijkste vondst die ik deed in mijn theologiestudie.
Het woord ‘God’ geeft dan de mogelijkheid om onze eigen beperkte grens te doorbreken.
Zij dacht aan een gebed dat de Paus bij zijn encycliek Laudato Si, dat over de schepping gaat, had bijgevoegd. Dat was wel te pruimen vond ze. Ja, ik meende het ook eens voorbij te zien hebben gekomen. Ik zoek het nu op en ja, zo kan het voor mij wél. Dit is het eerste gedeelte daarvan.
Ik hoop dat die kinderen in Gaza, dit uiteindelijk op hun eigen wijze, ook kunnen stamelen.