Dit bericht heb ik zojuist verstuurd. Het laatste hoofdstuk, hopelijk, in het jarenlange epos omtrent mijn tuin in de stad, de begroeiing en de mussenkolonie. Die jarenlange strijd met de Woningbouwvereniging ; helemaal voor mij te volgen als ik ‘mussenkolonie’ of ‘woningbouwvereniging’ intyp in dit blog…Die mussenkolonie heeft het uiteindelijk overleeft. Ze hebben naast mijn geheel afgeslankt domein, ook plekjes gevonden in dakranden in de buurt. Ze hebben een tactiek ontwikkeld om zich toch veilig te voelen in die ene flard klimop en bruidssluier die er nog over is: ze verzamelen zich s’avonds allemaal in de lijsterbes boom ervoor en vliegen dan tegelijk hun nesten in, die nu als een flatgebouw, geconcentreerd boven en naast elkaar liggen.
En toen ontstond er een nieuw hoofdstuk: de woningbouwvereniging wil de klimop en laurierkers achter bij de berging als geheel verwijderen. Daar, waar ik in de zomer in een hangmat kon schommelen. Er is een lekkage ontstaan bij de buurvrouw, die na het overlijden van J. geheel in paniek is, hoe zij het allemaal moet doen, alleen. J. deed alles. Huilend zei ze tegen mij in het voorjaar dat ze nu voor het eerst onkruid uit de tuin getrokken had. Ze wil op termijn een onderhoudsvrije tuin: dat betekent dus steen en beton en mijn wilde ‘oerwoudtuin’ staat nu in de weg… Terwijl J. er ook wel lol in had. Maar J. heeft ook verborgen voor mij gehouden dat hij al reparaties had verricht bij de berging, om lekkage te voorkomen…
Enfin.
PS Weer fijn in mijn boshuisje, waar ik de maan zie opkomen.