Ik zit in de ochtendzon met achter mij het nieuwe doek, een oud gordijntje voor €1,50, dat ik gisteren gescoord heb op een rommelmarkt bij een kerk in Uchelen. Ik liep er mee over mijn arm en een vrouw zei: precies als in de kleur van je schoenen, ik word hier vrolijk van! Dat werd ik ook meteen van de kleuren en het vijftiger jaren motief, dus ik ben tevreden.
‘De hele wand met doeken’, was ineens het idee, goed tegen de kou en de textuur van stof is behagelijk. Ongelofelijk, ik hád al de kleuren oranje-geel-lichtgroen in mijn hoofd, voordat ik het vond.
Wanneer ik in New York was geweest, dan was ik vandaag, net bijgekomen van de Halloween Parade, naar de marathon gegaan en naar Central park om naar de herfstkleuren te gaan kijken.
Meerdere Instagrammers plaatsen bij de herfst in NY dit liedje van Ella Fitzgerald. Ik weet niet of dat toeval is, of dat het een soort van herinnering is, die in het collectieve geheugen is opgeslagen.
Door de ogen van New Yorkers die van fietsen houden, is het natuurlijk fantastisch: 33 km fietsen, alleen maar door bos in herfsttooi, langs weilanden, door twee oude dorpskernen, Beekbergen en Uchelen, en dan in het centrum van Apeldoorn flaneren, langs oude panden, veel bloemenverkoop op de markt en veel verschillende soorten van mensen. Het is ongeveer een half jaar geleden dat ik er was, en ik ervaarde het zoals toen ik het voor het eerst zag. Werkelijk, hier lopen zowel heel sjieke mensen, jong en heel oud, volks en met allerlei tinten huid.
Misschien moet er evenveel tijd overheen gaan; 6-7 weken, als dat ik er was: Om vanuit NY voor het eerst weer echt te genieten van zo’n plaats als Apeldoorn. Wat ook wel hielp was de gedachte: stel je voor, dat dit één van die oude buurten is in NY. Ja, dan is het hier gezellig, leuk die oude gebouwen, en ook fijn dat hier ook een boekhandel is waar je wat kunt snuffelen. Maar misschien kon ik dit alleen maar denken omdat er een soort van dynamiek was, wellicht ook door herfstvakantie-toeristen.
Opeens klonk er gospelachtig muziek en een man fladderde voorbij met een bijbel in zijn handen , die iedereen vrolijk groette en zegende: ‘Jij ook man’, zei hij met een soort van kameraadschap, ‘ én een heel fijne dag!’. Ik blijf het wel grappig vinden als ik word aangesproken als ‘man’, terwijl ik toch een rood ‘damestasje’ bij mij had en een lila hoedje op had, met in de rand bloemen.