Er achtervolgt me in mijn gedachten een filmpje dat ik op de tentoonstelling 'De ideale vrouw' in het Noord Brabants Museum in Den Bosch heb gezien. Een oude vrouw met een donkerblauwe bloemetjesjurk staat in een klein, armoedig keukentje in schemerlicht, ergens in Oost Europa of daaromtrent bij een grote glazen pot vol donkerrode paarse jam. Die jam smeert ze langzaam en zorgvuldig aan de achterkant van een wit tegeltje. Vervolgens laat ze zien hoe ze zo dat losgegane tegeltje weer vastplakt ergens onderaan het aanrechtje.
Dan komt het recept van de pruimenmarmelade in beeld en zegt de vrouw met haar krakerige stem dat de jam vooral zoet moet zijn en er veel suiker nodig is, anders plakt het niet zo goed. Dan komt haar kleindochter in beeld en het filmpje laat zien hoe ze haar opgedane kennis aan haar overdraagt. Samen met haar kleindochter besmeert ze aan de houten boerentafel een ander tegeltje en plakt het vast. Het houdt ongeveer 2 tot 3 jaar. Het ademt de sfeer en de kleuren van het melkmeisje van Vermeer.
Wat me raakt is, dat er vervolgens een kunstenares is geweest, die deze grootmoeder en kleindochter ontdekt en ontmoet heeft en het de moeite waard vind om daar een filmpje over te maken, die nu in een museumzaal te zien is onder het kopje 'huiselijkheid': Een van de kwaliteiten die bij de ideale vrouw hoort. Over de onorthodoxe creativiteit van deze vrouw, die van jam een plakmiddel maakt en die deze praktische kennis weer overdraagt aan de volgende generatie.
Onorthodoxe kennis. Een kleindochter die later als ze groot is misschien nog heel goed weet of het juist helemaal vergeet, dat ze van haar grootmoeder geleerd heeft om tegels te plakken met jam! Dat iemand dat ooit met nieuwe ogen ziet en dan zegt: hoe kom je dáár nu bij?
Dan kun je ook nog bedenken dat dit voor onze ogen onorthodox is, maar misschien is het idee aldaar al eeuwenoud. Omdat pruimen en suiker wellicht makkelijker te verkrijgen zijn dan een pot bizonkit of een tube twee-secondenlijm. Alles is relatief en contextgebonden, zo blijkt bij nader inzien.
Zo zouden we ook om kunnen gaan met alle 'kennis' en verschijningvormen die er over 'God' ontwikkeld en verzonnen zijn. Goddelijke kennis die heerlijk voedzaam en zoet is en tegelijkertijd ook het bind en plakmiddel kan zijn tussen alle mensen onderling.