'Een goed boek is als een bijl in het ijs van je bewustzijn', zei Franz Kafka ooit en dit citaat is weer eens naar de oppervlakte van mijn bewustzijn gekomen. Ik zit nu namelijk met het probleem van die bijl in het ijs. Hoe moet dat verder, het ijs splijt, er onstaan wakken, alles kreukt en kraakt, wat blijft er over van het bekende landschap van dat bewustzijn?
De boeken van Haruki Murakami blijken deze werking nu op mij te hebben. Ik heb de hele zomer als in een roes bijna alles van hem gelezen. Verrukkelijk vond ik dat gevoel: er niet genoeg van kunnen krijgen, meteen opgeslokt te raken bij de lezing van de eerste zinnen, ongeduldig naar weer een onbekende andere van hem.
Zoiets doe je dan, zonder reflectie en voordat je het weet zak je door het ijs van het voor jou bekende. In Vrij Nederland van vorige week stond een artikel over hem met de leesreceptie van jonge Japanners daarin. 'De boeken zijn warm en koud tegelijk', zegt er een. Een ander zegt door zijn boeken eindelijk met onduidelijkheid en open einden te kunnen leven. Weer een ander vertelt de controle op het leven opgegeven te hebben.
Dat zijn nogal wat ervaringen. Niemand kan zijn boeken goed lokaliseren, maar velen kennen citaten van hem en dragen onwisbare beelden met zich mee. Ik zelf zal nooit het beeld vergeten dat in de Opwindvogel-kronieken zit. De hoofpersoon bevindt zich in een crisis, zijn vrouw is zonder vooraf aankondiging zomaar weg gegaan, hij zoekt de kat in een achtersteegje en ontdekt in een verlaten tuin een diepe put. Hij besluit daarin af te dalen en daar gewoon, met wat eten en drinken, een paar dagen te gaan zitten.
Verdwijnen uit de wereld. De wereld van de metropool Tokio. Om weer een beetje op de wereld te geraken, gaat hij later steeds naar dezelfde drukke kruispunt van wegen en gaat daar zomaar een hele dag zitten. Zitten en rondkijken. Het heeft zoiets heel goed voorstelbaars. Er zijn heel veel zinnen in zijn wonderlijke boeken die van elke logica gespeend zijn, die zo uit je eigen hart ofwel bewustzijn gegrepen zijn.
Tegelijkertijd warm en koud. Controleverlies. Kunnen leven met onduidelijkheid. Dan kijk ik naar sommige aktiviteiten die in mijn maandagenda zitten en dan vraag ik me ineens af, of die er wel zo vanzelfsprekend in horen. Wordt het geen tijd voor verandering en eens iets heel anders erin te gooien? A la Murakami: mixen, doorspoelen, je mee laten nemen, God weet waarheen en waartoe.
Door Murakami heb ik het beeld voor me dat de menselijke geest gewoonweg een brok klei is. ALLES is daarmee mogelijk. Je kunt ervoor kiezen om elke keer weer ongeveer hetzelfde beeldje te kleien, het weer in elkaar stampen en weer een replica ervan maken. Of je kunt besluiten om gedachtenloos je handen maar een beetje hun werk te laten doen. Wat er dan uit komt stelt wellicht niks voor. En tegelijkertijd alles. Doorhakken met die bijl in het ijs en genieten van de gesplinterde ijskristallen in het licht. Zoiets. Op zo'n soort punt voel ik me staan: verwonderd ook, dat wel...
De boeken van Haruki Murakami blijken deze werking nu op mij te hebben. Ik heb de hele zomer als in een roes bijna alles van hem gelezen. Verrukkelijk vond ik dat gevoel: er niet genoeg van kunnen krijgen, meteen opgeslokt te raken bij de lezing van de eerste zinnen, ongeduldig naar weer een onbekende andere van hem.
Zoiets doe je dan, zonder reflectie en voordat je het weet zak je door het ijs van het voor jou bekende. In Vrij Nederland van vorige week stond een artikel over hem met de leesreceptie van jonge Japanners daarin. 'De boeken zijn warm en koud tegelijk', zegt er een. Een ander zegt door zijn boeken eindelijk met onduidelijkheid en open einden te kunnen leven. Weer een ander vertelt de controle op het leven opgegeven te hebben.
Dat zijn nogal wat ervaringen. Niemand kan zijn boeken goed lokaliseren, maar velen kennen citaten van hem en dragen onwisbare beelden met zich mee. Ik zelf zal nooit het beeld vergeten dat in de Opwindvogel-kronieken zit. De hoofpersoon bevindt zich in een crisis, zijn vrouw is zonder vooraf aankondiging zomaar weg gegaan, hij zoekt de kat in een achtersteegje en ontdekt in een verlaten tuin een diepe put. Hij besluit daarin af te dalen en daar gewoon, met wat eten en drinken, een paar dagen te gaan zitten.
Verdwijnen uit de wereld. De wereld van de metropool Tokio. Om weer een beetje op de wereld te geraken, gaat hij later steeds naar dezelfde drukke kruispunt van wegen en gaat daar zomaar een hele dag zitten. Zitten en rondkijken. Het heeft zoiets heel goed voorstelbaars. Er zijn heel veel zinnen in zijn wonderlijke boeken die van elke logica gespeend zijn, die zo uit je eigen hart ofwel bewustzijn gegrepen zijn.
Tegelijkertijd warm en koud. Controleverlies. Kunnen leven met onduidelijkheid. Dan kijk ik naar sommige aktiviteiten die in mijn maandagenda zitten en dan vraag ik me ineens af, of die er wel zo vanzelfsprekend in horen. Wordt het geen tijd voor verandering en eens iets heel anders erin te gooien? A la Murakami: mixen, doorspoelen, je mee laten nemen, God weet waarheen en waartoe.
Door Murakami heb ik het beeld voor me dat de menselijke geest gewoonweg een brok klei is. ALLES is daarmee mogelijk. Je kunt ervoor kiezen om elke keer weer ongeveer hetzelfde beeldje te kleien, het weer in elkaar stampen en weer een replica ervan maken. Of je kunt besluiten om gedachtenloos je handen maar een beetje hun werk te laten doen. Wat er dan uit komt stelt wellicht niks voor. En tegelijkertijd alles. Doorhakken met die bijl in het ijs en genieten van de gesplinterde ijskristallen in het licht. Zoiets. Op zo'n soort punt voel ik me staan: verwonderd ook, dat wel...