dinsdag 24 augustus 2010

Tijd

Omdat ik vlakbij twee scholen woon en het in dit deel van het land nog steeds vakantie is, ben ik zelve ook nog gedeeltelijk in vakantiestemming. Anders is het een drukte van belang tussen 8.00 en 8.30 in de ochtend, bellende fietsers, zeulende moeders, kindergeluid, geroezemoes. Nu is het om 10.00 nog doodstil. Alles ligt nog uit te slapen of is niet in het land.

Dus vandaag een dagje weg met nichtje L. Wat hebben kinderen toch ook een heerlijk andersoortige tijdsbeleving. We liepen in het Sonsbeekpark in Arnhem, op weg naar het Watermuseum, zij ziet een zandbak en begint er bakker en broodwinkel te spelen. Ze bakt op de rand van de bak een stokbroodje, een Oostenrijks broodje, een tulband, een krentenbol, een croissant, een worstenbroodje en wat al niet meer. Aan mij gaf zij zo de tijd om ongegeneerd op de bank erbij te liggen, genietend van het zonnetje en de oude bomen totdat een hond mij likte in mijn oksel.

Tijd: dat is toch raar hoezeer dat je leven bepaalt. Of meer: de indeling van een dag in diverse tijdsstukjes. Ik heb zeker nog wel een jaar een soort kloosterlijke tijd in me gehad: ik ijkte me op die dagorde, al deed ik zelf iets totaal anders. Simpelweg het referentiepunt daaraan , kleurde toch de dag. Zoals nu de dag wordt gekleurd, door de scholen die nog niet open zijn.

In de kloosterlijke tijd, wordt de dag bepaald door de kleine stukjes tijd die je daaraan aan God geeft. Door samen te komen op één plek, te bidden en te zingen. Dat mis ik weleens, de vanzelfsprekendheid van die realiteit die je daar te samen schept: we zijn hier bij elkaar omdat iets groters, mooiers, beters, liefdevollers, ruimers dan wie wij elk afzonderlijk zijn, ons bindt. Onzichtbare draden, maar aanwezig, simpelweg omdat je te samen dat weefsel weeft.

Nu heb ik naar een nieuwe tijd te zoeken, die niet is als de kloosterlijke tijd en ook niet als de gezinstijd van schoolgaande kinderen en ook niet is als de werktijd, want mijn werktijden zijn onregelmatig. Hoe zal ik dat aanpakken? Ik weet het nog niet. Wel weet ik dat er eén tijdseenheid in zit waarop 'de mensen' nog niet allemaal wakker zijn, ofwel allemaal voor het grootste deel slapen.

Diep in de nacht of heel vroeg in de ochtend: dan lijkt de tijd het meest transparant, het minst ingevuld en dan is het of je het dichtst bij een levende kern in jezelf komt, die alleen maar in en uit ademt, opgenomen in een groot en licht en zuiver Geheel.