Afgelopen zaterdag had ik mijn laatste schilderles. En wat vond ik er nu van? Ga ik volgend jaar door, zoals een aantal cursisten te kennen gaven en dat het zo leuk zou zijn als er velen in september door zouden gaan. Ik zei dat ik de zomer er eens over heen zou laten gaan en het nog niet wist.
Ja, ik heb er wel van alles geleerd: met houtskool, acrylverf, olieverf en waterverf werken. De verschillende eigenschappen daarvan en het verschil in techniek dat dit oplevert. Behartenswaardig om toe te gaan passen. In de winter deed ik dat ook en beleefde genoeglijke uurtje tegen de verwarming, in een kamertje boven. Maar nu is het zomer en dan komt het er niet van. Al ga ik wel, al kamperend, mijn waterverfsetje weer meenemen en een aquarelpapierblokje kopen.
Maar moet je daarvoor dan nog op cursus? Die laatste keer zei ik tegen B. de docent, die kwam kijken dat ik 'even lekker aan het kliederen' was. Maar ik herken wel jouw hand erin, zei hij. Bij de nabespreking beperkte hij zijn commentaar dat, door ook rood te gebruiken, er warmte in de schildering zat ondanks de vele groene kleuren. Het was van een fotootje van Bali: rijstvelden met water tot de horizon. Ik vind het mooi! riep een cursist. Ja, ik ook, zei B. 'Je schildert lekker vrij', zei een ander, die nog eens van dichtbij ging kijken.
Als ik eenmaal bezig ben, vind ik het heerlijk om te doen. Je komt in een soort roes. Ik ben géén type om maanden met hetzelfde bezig te zijn, heb niks met modellen, mensen zullen er bij mij niet verschijnen, ik ben géén realistische tekenaar of schilder. Het gaat me om de sfeer en de kleur en een soort ritme wat ik ontwaar in de dingen die ik zie.