Het zijn van die ambities die je kunt hebben. Alhoewel ik bekend sta in mijn omgeving als een vrij ambitieloos persoon. Ik heb maar één ambitie: leven met een gewaar zijn dat het leven vreugdevol en passievol kan zijn. Nee, geen wilde dingen, gewoon in het moment werkelijk aanwezig zijn, dat geeft zoveel simpele vervulling.
Zo'n ambitie strekt zich dan vervolgens toch over heel veel gebieden uit. Welhaast alle gebieden omdat het toch meebepaalt hoe en wat wel en wat niet. Het strekt zich met name uit over woorden en alle taal. Taal, we zijn talige wezens, we denken in taal, taal maakt ons en breekt ons. Woorden zijn vaak loos, of vol geweld of zonder betekenis: men kraamt maar wat uit, denk ik dan.
Maar woorden, weinig woorden, woorden waarin je ook wonen wil, woorden met aandacht uitgesproken en gebezigt: die scheppen ook, die bewerkstelligen wat, die verbinden ter plekke, ze maken een ruimte waarin het goed toeven is. Dat is een ambitie me. Zó de woorden te bezigen dat er niks verspild wordt, woorden die alleen maar reiken en willen ontmoeten...ja en dan komt het er op neer dat men vaak het allerbeste maar kan zwijgen.
Een gedichtje van Hans Andreus uit Holte van licht (1975) drukt dat mooi uit:
Trouwens, woorden
Trouwens woorden
zijn ook als vrouwen:
ze willen dwingen
haalt niet veel uit.
Liever kleed ik
met strelende hand m'n
woorden in
en uit.
In en uit, in en uit,in en uit...dat laat zich telkens weer herhalen. En in die herhaling zit de argeloze streling die naar het leven en de liefde reikt.
Zo'n ambitie strekt zich dan vervolgens toch over heel veel gebieden uit. Welhaast alle gebieden omdat het toch meebepaalt hoe en wat wel en wat niet. Het strekt zich met name uit over woorden en alle taal. Taal, we zijn talige wezens, we denken in taal, taal maakt ons en breekt ons. Woorden zijn vaak loos, of vol geweld of zonder betekenis: men kraamt maar wat uit, denk ik dan.
Maar woorden, weinig woorden, woorden waarin je ook wonen wil, woorden met aandacht uitgesproken en gebezigt: die scheppen ook, die bewerkstelligen wat, die verbinden ter plekke, ze maken een ruimte waarin het goed toeven is. Dat is een ambitie me. Zó de woorden te bezigen dat er niks verspild wordt, woorden die alleen maar reiken en willen ontmoeten...ja en dan komt het er op neer dat men vaak het allerbeste maar kan zwijgen.
Een gedichtje van Hans Andreus uit Holte van licht (1975) drukt dat mooi uit:
Trouwens, woorden
Trouwens woorden
zijn ook als vrouwen:
ze willen dwingen
haalt niet veel uit.
Liever kleed ik
met strelende hand m'n
woorden in
en uit.
In en uit, in en uit,in en uit...dat laat zich telkens weer herhalen. En in die herhaling zit de argeloze streling die naar het leven en de liefde reikt.