Gisteren na de meditatie heb ik iets gedaan wat ik nog nooit gedaan heb: ik heb foto's met Sammie gemaakt van wat er in het midden op de doek lag. Sommigen bleven langer in de kapel, om nog eens van dichtbij ernaar te kijken. Iemand, die aan liturgisch bloemschikken deed, vroeg: Ik vraag het je toch maar, en natuurlijk zie ik er zelf ook al het nodige in, maar wat betekent het, dat je het zo hebt neergelegd?
Een ander zei meteen spontaan: Voor mij is het de schepping, kijk maar 7 dagen, en alles waaiert uit, gaat de wereld in. En dat gaat over het dorre, dat er ook is, zei weer een ander. Zo hoef je zelf niet veel te zeggen: Er ontstaat vanzelf betekenis. Natuurlijk leg ik niet 'zomaar' wat neer, het moet een beetje bij de meditatie van de psalm horen. Ik had zelf woorden als: twee contrasterende werkelijkheden, het enerzijds en het anderzijds wat in Psalm 48 besloten lag. Maar de woorden van de anderen, die klopten ook.
De psalm gaat dus over 'de stad van God"waar het goed toeven is, maar in het midden van de psalm gaat het over strijd en over barensweeën: dat pijn soms nodig is, zodat het nieuwe geboren kan worden. Een siddering greep hen daar aan, zoals krampen een barende vrouw, zoals de oosterstorm inbeukt op de schepen van Tarsis, zo zegt de psalmist.
Maar de crisis leidt ook weer naar de andere zijde, de stad van God, die Sion heet. En wie niks heeft met het woord 'god' kan altijd 'de liefde' invullen, wat mij betreft. De zegewens ging aldus:
Moge je de stad van God vinden:
Met aandacht en bewondering leven
Je zegeningen kunnen tellen.
Moge je je kunnen verheugen
over het goede in je en in een ander.
Elke kleine daad van rechtvaardigheid en trouw
Koesteren en in stand houden
Licht op je weg,
Vrede en alle goeds.
Ik voelde me heel teder en zacht en bijna nederig toen ik de woorden uitsprak. 'Amen', hoorde ik zuster R. naast me zeggen. En die foto's op Sammie, die nu voor het eerst in de kapel is geweest: Gek, ze maken als ik ze nu terug zie, op de een of andere wijze, meer werkelijk, dat ik het ben, die dat gedaan heeft in de kapel. Vaak heb ik het gevoel dat wat ik daar doe, me gegeven wordt, dat ik er gedragen wordt. Dat gezegd zijnde, is het tegelijk ook wél zo: ook dat ben ik.